3B2 week 9 HC 6 Dementie Flashcards

1
Q

Wat is dementie?

A

Syndroomdiagnose: cognitieve stoornissen in meerdere domeinen met interferentie in dagelijks functioneren
- Geen info over oorzaak, begin, beloop, reversibiliteit en onderliggende pathologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke typen dementie zijn er?

A
  • Ziekte van Alzheimer (30-50%)
  • Vasculaire dementie
  • Gemengde dementie
  • Fronto-temporale kwab dementie
  • Lewy body dementie
  • Parkinson dementie
  • Depressie geinduceerde dementie
  • Alcoholdementie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat de diagnostiek bij dementie?

A
  • Neuropsychologisch onderzoek
  • Lab: uitsluiten behandelbare oorzaak
  • Beeldvorming: CT/MRI/PET
  • Liquor: uitsluiten infectieuze oorzaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het doel van neuropsychologisch onderzoek?

A
  • Vaststellen aanwezigheid en ernst cognitieve stoornissen
  • Nosologische diagnose: corticale of subcorticale dementie, subtype
  • Differentiaal diagnose: psychiatrische aandoeningen, slaapstoornissen, prodromale stadia dementie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke corticale functies zijn er?

A
  • Aandacht/concentratie
  • Uitvoerende functies
  • Abstraherend vermogen
  • Sociale cognitie
  • Taalfuncties
  • Korte en lange termijngeheugen
  • Visueel-ruimtelijke en -constructieve functies
  • Mentale verwerkingssnelheid
  • Praxis
  • Gnosis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van corticale dementie?

A
  • Frontaal: gedrag, sociale cognitie, executieve functies
  • Temporaal: geheugen, oriëntatie
    -> Alzheimer, frontotemporale dementie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kenmerken van subcorticale dementie?

A
  • Werktempo, aandacht, concentratie, traagheid, executieve functies
    -> Vasculaire dementie (witte stof), hydrocephalus, Parkinson dementie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van Lewy body dementie?

A
  • Mengbeeld corticaal en subcorticaal
  • Aandacht, frontale (uitvoerende) en visuospatiële vaardigheden
  • Fluctuatie, later pas motore klachten
  • Visuele hallucinaties, REM slaapstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van de ziekte van Alzheimer?

A
  • Sluipend begin, geleidelijk progressief
  • Uitval geheugen, taal, visueel-ruimtelijke functies, praxis en uitvoerende functies
  • Hippocampus of MTA, parietaal (vroege vorm)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke bevindingen onderzoeken de diagnose ziekte van Alzheimer?

A
  • MRI: atrofie mediotemporaal – hippocampus (MTA)
  • PET/SPECT: hypometabolism/hypoperfusie temporoparietaal, positieve corticale PiB binding (amyloid tracer)
  • Liquor: verhoogd phospho-tau, verlaagd beta-amyloid
  • DNA: mutatie in Preseniline of APP gen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de behandeling van de ziekte van Alzheimer?

A
  • Choline-esterase remmers : Reminyl, Exelon
  • Memantine (Ebixa)
  • Antipsychotica bij gedragsveranderingen
    + Evaluatie zorgbelasting partners, ketenzorg, dagbehandeling, opname verpleeghuis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn kenmerken van frontotemporale dementie?

A
  • Sluipend, langzaam progressief
  • Vroeg verval van sociaal gedrag: decorumverlies, tactloos
  • Vroeg veranderd gedrag: apathie, zwerven, ontremd
  • Spraakstoornissen: niet-vloeiende spraak of gestoord begrip
  • Vroeg ontstaan van emotionele vervlakking en verlies van ziekte-inzicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke bevindingen ondersteunen de diagnose frontotemporale dementie?

A
  • Gedrag: obsessief-compulsief, hyperoraliteit, verhoogd afleidbaar
  • Spraak: echolalie, parafasieën, stereotiep, perseveraties
  • Neurologisch: extrapyramidale stoornis, incontinentie
  • NPO: executieve – en taalstoornis, normale geheugen/visueel-ruimtelijke vaardigheden
  • MRI: frontale en/of anterieur temporale atrofie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de verschillen in kwaliteit tussen PET-scan en MRI?

A
  • PET-scan heeft hogere sensitiviteit: hypometabolisme eerder zichtbaar dan atrofie
  • Vergelijkbare specificiteit (70-80%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van primair progressieve afasie?

A
  • Semantische dementie
  • Progressieve niet-vloeiende afasie
  • Logopene progressieve afasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn kenmerken van semantische dementie?

A
  • Benoemstoornissen
  • Gestoord woord- en objectbegrip
  • Vloeiende spraak
  • MRI: anterieur temporale atrofie
17
Q

Wat zijn kenmerken van progressieve niet-vloeiende afasie?

A
  • Hakkelende spraak (spraakapraxie)
  • Agrammatisme
  • Gespaard begrip
  • MRI: posterieur fronto-insulaire atrofie
18
Q

Wat zijn kenmerken van logopene progressieve afasie?

A
  • Nazeggen gestoord (samengestelde woorden, zinnen)
  • Woordvindstoornissen
  • Fonologische parafasieën
19
Q

Wat zijn kenmerken van de erfelijkheid van fronto-temporale dementie?

A
  • 40% positieve familie anamnese
  • 5-25% AD overerving (MAPT, progranuline, FTD)
  • Ziekte van Pick
20
Q

Wanneer is er waarschijnlijk sprake van vasculaire dementie?

A
  1. Dementie
  2. Focale uitvalsverschijnselen + vasculaire afwijkingen op CT/MRI
  3. Tijdsrelatie tussen 1 en 2 (direct of < 3mnd)
21
Q

Wat zijn kenmerken van erfelijke vasculaire dementie?

A
  • Arteriopathie, lacunaire infarcten en witte stof laesies
  • Beginleeftijd: 30 - 60 jaar.
  • Mutaties in het Notch3 gen op chromosoom 19 (CADASIL)
22
Q

Wat zijn klachten van erfelijke vasculaire dementie?

A
  • Migraine, TIA’s of recidiverende beroertes
  • Subcorticale dementie, loopstoornissen en incontinentie
  • Epilepsie, psychiatrische symptomen
23
Q

Wat zijn aanwijzingen voor Lewy body dementie?

A
  • Fluctuaties cognitie, aandacht en alertheid
  • Recidiverende visuele hallucinaties
  • Spontaan parkinsonisme
  • Lewy lichaampjes in de schors en substantia nigra (post-mortem)
24
Q

Wat zijn ondersteunende symptomen voor Lewy body dementie?

A
  • Frequent vallen, syncope, tijdelijk bewustzijnsverlies
  • Hallucinaties (niet visueel), REM slaap gedragsstoornis
  • Verminderde perfusie occipitaal beiderzijds
  • Lage dopamine-uptake op DaT scan
25
Q

Wat is de behandeling van Lewy body dementie?

A
  • Cognitief: choline-esteraseremmers, memantine
    +Vermijdt klassieke antipsychotica en m.n. haloperidol, vermijdt antidepressiva en anticholinergica
  • REM-slaap gedragsstoornissen: rivotril, melatonine
  • Parkinsonisme: Levodopa, geen dopamine-agonisten
26
Q

Wat zijn kenmerken van vasculaire dementie?

A
  • Vaak plotseling
  • Apathie, vertraging, relatief gespaard geheugen
  • Vallen, wanen, angst
27
Q

Wat zijn kenmerken van erfelijke Alzheimer?

A
  • Extreem vroeg begin (< 40 jaar)
  • Snel progressief
  • Myocloniën, epilepsie en taalproblemen
  • 20-50% PS-1 gen
28
Q

Wat zijn kenmerken van witte stof afwijkingen?

A
  • Demyelinisatie, gliose, verminderde axonen
  • 68% tot 85% personen tussen 60-70 jaar
  • Hypertensie 2-3x verhoogd risico