3B2 week 12 VO Persoonlijkheidsstoornissen Flashcards
Waardoor wordt de persoonlijkheid bepaald?
Aanleg, vroegere ervaringen en huidige sociale omstandigheden
Wat is de persoonlijkheid?
Het constante, door patronen gevormde functioneren van een persoon
- Persoonlijkheidsdomeinen: denken, voelen, handelen
Welke hechtingsstijlen zijn er?
- Veilig: positieve verwachting anderen en positief zelfbeeld (door basic trust en wederkerigheid)
- Angstig-gepreoccupeerd: positieve verwachting anderen maar negatief zelfbeeld (door inconsistente zorg)
- Afwijzend-vermijdend: negatieve verwachting anderen maar positief zelfbeeld (door onbetrokken zorg)
- Angstig-vermijdend/ambivalent: negatieve verwachting anderen en negatief zelfbeeld (door afwijzende vijandige zorg)
Wat zijn kenmerken van persoonlijkheidsstoornissen?
- Afwijkingen binnen 2 of meer terreinen (cognities, affecten, interpersoonlijk functioneren of impulsbeheersing)
- Duidelijke afwijkingen op breed scala persoonlijke en sociale situaties
- Lijdensdruk of beperkingen
- Stabiel en begin voor adolescentie of vroege volwassenheid
Welke clusters persoonlijkheidsstoornissen zijn er?
- Cluster A: vreemd, excentriek (realiteits distorsie)
- Cluster B: dramatisch, impulsief (externaliserend)
- Cluster C: angstig, onzeker (internaliserend)
Welke cluster A persoonlijkheidsstoornissen zijn er?
- Paranoïde: achterdochtig
- Schizoïde: weinig interesse in sociaal contact
- Schizotypisch: cognitieve en perceptuele vervormingen
Welke cluster B persoonlijkheidsstoornissen zijn er?
- Antisociaal: schenden van rechten, geen empathie
- Borderline: stemmingswisselingen
- Theatraal/histrionsich: in middelpunt van belangstelling willen staan
- Narcistisch: zichzelf belangrijk maken, bewondering van andere nodig hebben
Welke cluster C persoonlijkheidsstoornissen zijn er?
- Ontwijkend/vermijdend
- Afhankelijk
- Obsessief-compulsief/dwangmatig
Wat zijn kenmerken van borderline?
- Stemmingswisselingen
- Instabiele intense interpersoonlijke relaties
- Impulsiviteit
- Suicidale gedragingen, automutilatie
- Chronisch gevoel van leegte, negatief zelfbeeld
- Woedeproblemen
- Vluchtgedrag
Waaruit bestaat het psychoanalytisch model?
- Es: driften en verlangens
- Ego: regulatie door afweer (onbewust) en coping (bewust)
- Superego: eisen van de buitenwereld
Welke vormen van afweer zijn er?
- Adaptief: anticiperen, beheersen, humor, sublimeren
- Neurotisch: isoleren affect, overdekken door tegendeel, rationaliseren, verdringen (minder goed voor jezelf)
- Primitief: ageren, devalueren, externaliseren, splitsen
Wat moet worden uitgesloten voor het stellen van de diagnose persoonlijkheidsstoornis?
- Somatische oorzaak: CVA, encefalitis, ziekte van Huntington, hyperthyreoïdie
- Cognitieve stoornis: delirium, dementie
- Emotionele stoornis: depressie, angststoornis
Wat is de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen?
- Psychotherapie (individueel of groep)
- Gedragstherapie
- MST
- Schematherapie
- Antipsychotica, anti-epileptica, SSRI