3B2 week 10 HC 2 Limbische systeem Flashcards
Wat zijn kenmerken van het limbische systeem?
- Emotionele zenuwstelsel: blij, verdriet, angst, boos, verbazing en walging
- Battle met prefrontale cortex (zelfcontrole)
Hoe ontwikkelt het limbische systeem?
- Toename synapsen tot 25 jaar, daarna afname en stabilisatie vanaf 70 jaar
- Piek cortex rond 9-12 maanden i.t.t prefontrale cortex (8-10 jaar)
Wat is de anatomie van het limbische systeem?
Ringvormig geheel mediaal op de overgang van telencephalon naar diencephalon
- amygdala
- hippocampus
- gyrus cinguli
- orbitale en mediale prefrontale schors
- dorso-mediale thalamus
- ventrale basale ganglia (nucleus accumbens)
- insulaire schors
- hypothalamus
Wat zijn de functies van de hypothalamus?
- Endocrien (hypofyse)
- Autonoom
- Algemene functies: slaap/waak, dag/nacht, stress
Waaruit bestaat de input van het limbische systeem?
- Direct vanuit ruggenmerg en hersenstam, deels zonder tussenkomst thalamus (geur) of schors (vnl viscerale input)
- Indirect na processing in de schors (complexe informatie)
Waaruit bestaat de output van het limbische systeem?
- Direct via hypothalamus en (autonome) centra in ruggenmerg en hersenstam
- Indirect via beïnvloeding van (sub) corticale systemen
Hoe verloopt de directe limbische route?
- Subcorticaal: via thalamus naar hypothalamus
- Stream of feeling
- Evolutionaire, automatische reacties
Hoe verloopt de indirecte limbische route?
- Corticaal: via thalamus naar sensorische neocortex naar gyrus cingulate naar hippocampus naar hypothalamus
- Stream of thoughts
- Sociale, bewuste reacties
Wat zijn kenmerken van de amgydala?
- Observatie met fMRI: licht op bij angst
- Manipulatie met fear conditioning (selectieve neuronen reageren op bepaalde omstandigheden)
Wat zegt de cognitieve theorie van Hengeveld en van Balkom?
Een emotie is het gevolg van de betekenis die de persoon aan de situatie geeft (gedachten)
- Gebeurtenis + gedachte -> gevoel + gedrag
Wat zegt het stress coping model?
Er is sprake van stress wanneer er een verschil is tussen eisen die de situatie stelt en de capaciteiten die de persoon heeft (cognitive appraisal)
Welke irrationele denkpatronen zijn er?
- Toekomst voorspellen
- Personaliseren / personificeren
- Uitvergroten / minimaliseren
- Overgeneraliseren
- Diskwalificeren van positieve dingen
- Emoties tot feiten maken
- Alles of niets denken
- Gedachten lezen
- Negatief filteren
- Zou moeten en zou niet moeten
- Met twee maten meten
- Etiketten plakken
Wat zegt de psychodynamische theorie?
Emoties zijn het resultaat van een conflict tussen wensen/verlangens en normen/idealen
Welke afweermechanismen zijn er?
- Vroege/onrijpe: vervormen waarneming van realiteit en ontkennen gevoel (bv splitsen, dissociëren, devalueren)
- Rijpe: geen vervorming realiteit en erkenning gevoel (bv humor, anticiperen, onderdrukken)
Welke afweermechanismen zijn er?
- Affectisolatie: scheiden gedachten en gevoelens
- Ageren: handelingen ipv reflecties/gevoelens
- Altruïsme: voorzien in behoeften van anderen
- Anticiperen
- Autistische fantasie: overmatig dagdromen
- Devalueren: overdreven negatieve eigenschappen toeschrijven
- Dissociëren
- Humor
- Idealiseren: overdreven positieve eigenschappen toeschrijven
- Loochening: weigeren te erkennen
- Onderdrukken
- Ongedaan maken
- Passieve agressie
- Projectie
- Rationalisatie: uitvoerige verklaring die geruststellend zijn
- Reactieformatie: vervangen gedachten/gevoelens
- Somatiseren
- Splijting: scheiden van tegengestelde affectieve toestanden
- Sublimeren: oerdriften omzetten in sociaal aanvaardbare gedragingen
- Verdringing
- Verschuiven
Welke typen conditionering zijn er?
- Operant: kans op herhaling verandert door consequenties bij spontaan gedrag (positieve of negatieve bekrachtiging)
- Klassiek: UCS -> UCR / UCS + CS -> UCR / CS -> CR
Wat heeft conditionering te maken met angststoornissen?
Ontstaat door klassieke conditionering (verkeerde koppeling), blijft in stand door operante conditionering (vermijding)
Wat is de behandeling van een paniekstoornis?
- Ontspanningoefeningen
- Interoceptieve exposure (klassieke conditionering uitdoven)
- Cognitieve therapie
- Exposure in vivo
Wat is het belangrijkste begin bij cognitieve gedragtherapie?
Opstellen van G-schema:
- Gebeurtenis -> gedachte -> gevoel -> gedrag -> gevolg
Wat is cognitieve gedragstherapie?
Onderzoeken en veranderen van negatieve gedachten om het gevoel en gedrag positief te kunnen beïnvloeden
- Opsporen, herkennen en veranderen
Wat zijn basale assumpties?
Kerngedachten over jezelf, anderen, de wereld en de toekomst
Welke cognitief-gedragstherapeutische interventies (uitdaagtechnieken) zijn er?
- Informatie verzamelen
- Meerdimensionaal evalueren
- Kansberekening
- Taartdiagram
- Kosten/baten analyse
- Het ergste-van-het-ergste
- Rollenspel
- Imaginatie
Aan welke voorwaarden moet een gedragsexperiment voldoen?
- Haalbaar voor patiënt
- Mogelijke uitkomsten en de betekenis hiervan voor de gedachte moeten duidelijk zijn (bespreken)