ZO13.3 Flashcards
1
Q
Wat zijn de drie belangrijke afwijkingen bij een tetralogie van Fallot. (de door Fallot beschreven vierde component rechter kamerhypertrofie, is in feite een gevolg van de andere afwijkingen)
A
- ventrikelsseptumdefect
- pulmonalisstenose
- aorta overrijd het ventrikelseptum/deviatie van de aorta naar rechts
2
Q
Welke factor bepaalt vooral de grootte van de shunt bij zo’n geïsoleerd groot ventrikelseptum defect?
A
longvaatweerstand
3
Q
Vormt zo’n shunt een volume- of een drukbelasting voor het hart?
A
volume
4
Q
Welke factor bepaalt vooral de shuntrichting bij een tetralogie van Fallot?
A
De pulmonalisstenose
5
Q
Welk type shunt bestaat er bij een tetralogie van Fallot?
A
Rechts-links (of bidirectionele) shunt
6
Q
A