H11.7: Falende longen Flashcards
wat is respiratoire insufficiëntie?
tekort schieten van de gaswisselingsfunctie van het lichaam
welke twee typen respiratoire insufficiëntie bestaan er?
- type I of partieel: longfalem (lagere O2)
- type II of compleet: pompfalen (lagere O2 en hogere CO2)
type I respiratoire insufficiëntie
pathologische veranderingen in het longweefsel:
- hypoventilatie
- ventilatie-perfusiestoornis
- diffusiestoornis
- shunt
- te lage ingeademde zuurstofspanning
type II respiratoire insufficiëntie
hypoxemie met hypercapnie door inadequate alveolaire ventilatie
- verhoogde luchtwegweerstand
- afname ademarbeid
- neuromusculair
- borstkasdeformiteit
non-invasieve beademing
- patient coöperatief en wakker
- positieve drukbeademing
- ontlasten ademhalingsspieren
- alveoli worden opengehouden waardoor verbeterde gaswisseling
invasieve beademing
- intubatie of tracheostoma
- positieve drukbeademing
- eerste keuze bij mensen met verlaagd bewustzijn
- invloed op hemodynamica
ventilatie vs oxygenatie
los van elkaar: ventilatie CO2 afblazen, oxygenatie O2 aanvoeren
PEEP
positive end expiratory pressure = FRC
wat doet PEEP
- alveoli openhouden
- geeft reservevolume zuurstof
- verlaagt ademarbeid
als beademing faalt
ECMO:
-VV voor solitair longfalen
-VA voor ook hartproblemen
ECMO
- overwegen bij potentieel reversibel
- bij hypoxisch of hypercapnisch respiratoir falen
- overbrugging naar longtransplantatie
- bij massale longembolie
doelen longtransplantatie
- primair: overlevingswinst
- secundair: kwaliteit van leven
indicaties longtransplantatie
- geïsoleerd longfalen
- > 50% kans op sterfte binnen de komende twee jaar
- > 80% kans op overleven transplantatie > 90 dagen
- geen andere resterende reeële behandelingsopties
contra-indicaties longtransplantatie
- maligniteit
- dysfunctie andere organen
- roken
- te licht of te zwaar
- gebrek spiermassa
extra op lettenm bij longtransplantaties
- ICU >60 jaar oud
- coronairlijden
- neurologisch lijden
- stapeling co-morbiditeit