H11.2: Pathogenese van longfibrose Flashcards
hoe is gekeken welke variaties in je DNA geassocieerd is met IPF?
genome-wide association studies
manhattan scale
hoe hoger op de y-as, hoe kleiner het getal, en het getal is de p-waarde
belangrijke cel in alveoli
type II pneumocyt
type II pneumocyt
- soort stamcel van je longen
- surfactant
- proliferatie
- epitheliale regeneratie: kan type I cel worden
type I pneumocyt
platte grote pannenkoek, dun zodat er diffusie plaats kan vinden (97% van alveoli oppervlak)
- gaat makkelijk kapot en kan niet regenereren; dat kan alleen type II
surfactant
zorgt voor verlaging van oppervlakte spanning waardoor de alveoli openblijven
welke surfactant mutaties kunnen fibrose veroorzaken?
Surfactant Proteïne C (SP-C) en SP-A2
wat gebeurt er bij (surfactant) mutatie?
eiwit verkeerd gevouwen => twee keuzes: óf productie ophogen (maar dat gaat uiteraard niet goed) óf cell-senescense
cell-scenescense
cel gaat niet dood; blijft zitten maar is ‘out’
telomerase
beschermt telomeer tegen progressieve verkorting van telomeer
tot wat kan telomeer problemen leiden?
longfibrose maar ook heel veel andere dingen
telomeren verkorten altijd, maar sneller bij blootstelling aan bv sigarettenrook of obesitas
wat gebeurt er bij longweefselbeschadiging?
fibroblasten (wondgenezers) komen en vormen een soort netwerk en dit kan myofibroblasten vormen waardoor het contraheert waardoor de long kleiner wordt
waar zit de fibrose bij IPF?
subpleuraal en basaal
als fibroblasten littekenweefsel maken…
maken ze collageen en ECM om het weefsel steun te geven en stijver te maken