H14.3: Nefrotisch syndroom en glomerulaire aandoeningen Flashcards
welke glomerulaire nierziekten zijn er?
- microscopische hematurie
- macroscopische hematurie
- nefrotisch syndroom
- nefritisch syndroom
- “rapidly progressive” glomerulonefritis
- chronische glomerulonefritis
welke ziekten/aandoeningen horen bij microscopische hematurie?
bv alport
wat is nefrotisch syndroom en waar wordt het door gekenmerkt?
aandoening van de glomeruli gekenmerkt door heel. veel. eiwit in de urine; proteinurie
wat is nefritisch syndroom?
actieve ontsteking met een snelle achteruitgang van de nierfunctie als gevolg; ook wel hetzelfde als “rapidly progressive” glomerulonefritis
wat zijn glomerulaire epitheelcellen?
podocyten
wat zit tussen podocyten?
filtratieslits
wat zit er in de filtratieslits?
eiwit nephrine
wat is nephrine?
een grootte-selectief filter
wat is de ladingsselectiviteit?
negatief geladen endotheliale proteoglycanen
fins nefrotisch syndroom
nephrine ontbreekt door erfelijke aandoening; de zeef is weg dus eiwitten kunnen de urine in; stoornis van de grootte selectiviteit
wat is oedeem?
toename van extracellulair volume, m.n. toename van interstitiële volume. heeft dus te maken met volumebalans = natriumbalans
wat is dus de oorzaak van oedeem?
natriumretentie
definitie nefrotisch syndroom
- proteinurie > 3,5 g per dag (bepalend!)
- hypoalbuminemie
- oedeem
- hyperlipaemie
wat bepaalt proteinurie?
of het glomerulair of tubulair probleem is: meer dan 3,5 = glomerulair, maar niet per definitie daaronder = tubulair, daaronder kan dus allebei zijn
hoeveel creatinine plast een persoon per dag uit?
10mmol