H15.6: Cardiomyopathie en (peri)myocarditis Flashcards

1
Q

definitie cardiomyopathie

A

hartspier structureel en functioneel abnormaal in afwezigheid van oorzakelijke ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke vijf normen van cardiomyopathie?

A
  • HCM: hypertrofische
  • DCM: gedilateerd
  • ARVC: Aritmogene RV
  • restrictief
  • NCCM: non-compaction
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waardoor komen CM?

A

autosomaal dominante overerving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hypertrofische CM

A

verdikte hartspier die niet door bv hoge afterload of AOS te verklaren is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke vormen HCM?

A
  • sigmoïdaal: alleen basale deel septum verdikt
  • normale/asymmetrische: hele septum heel dik maar achterwand normaal
  • apex heel dik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mitralisklep naar septum gedrukt waardoor outflow obstructie bij HCM

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

DCM etiologie

A
  • genetisch
  • viraal
  • toxisch
  • vitamine B1 en 6 deficientie
  • peripartum
  • idiopathisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ARVC

A

RV myocard wordt vervangen door vet en fibreus weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

restrictieve CM

A
  • primaire vorm; veroorzaakt door endomyocardale fibrose
  • secundaire vorm: amyloid of ijzer of glycogeen stapeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

systolische functie bij restrictief CM

A

normaal; gestoorde vulling

ENORME boezems, kleine ventrikels

slechte progn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kliniek NCCM

A

embolie tussen de sponsachtige trabecels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

pericarditis

A
  • meestal infectieus
  • krassend geluid trifasisch
  • erger bij voorover buigen en vast aan ademhaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ECG pericarditis

A

PQ-depressie
ST-elevatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

behandeling pericarditis

A

NSAID’s en colchicine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

complicaties pericarditis

A
  • constrictieve pericarditis: fibrose
  • tamponade
  • recidiverend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

myocarditis diagnose

A

koorts , onttsteking, afwijkende enzymen

17
Q

reuscelmyocarditis

A

behandeling: prednison werkt altijd dus kan goede oplossing zijn voor een specifieke vorm myocarditis

18
Q

endocarditis criteria

A

DUKES

19
Q

DUKES criteria gebruik

A

2 major criteria óf
1 major criterium en 3 minor óf
5 minor

20
Q

DUKES major criteria

A
  1. positieve bloedkweken voor typische bacteriën in 2 kweken
  2. bewijs voor endocardiale betrokkenheid (echo, PET, CT);
21
Q

DUKES minor criteria

A
  1. predisposities; drugsgebruik, hartaandoening vooral kleppen
  2. koorts
  3. vasculaire fenomenen
  4. immunologische fenomenen: bv glomerulonefritis of reuma
  5. microbiologisch bewijs van positieve kweken maar niet van bekende factoren die bij endocarditis past
22
Q
A