ZO week 7 Flashcards

1
Q

wat is gezamenlijke besluitvorming?

A

het nemen van een medische beslissing op basis van de inbreng van een medisch team en op basis van de voorkeuren van een goed voorbereide patiënt. hierbij komen veel verantwoordelijkheden en mogelijkheden kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer is er sprake van effective decision?

A

wanneer er één optimale behandeling is. Dit is het geval als er voldoende bewijs is over de verhouding tussen voor- en nadelen van behandelingen en wanneer de nadelen klein zijn ten opzichte van de voordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer is er sprake van preference-sensitive decision?

A

wanneer er geen optimale behandeling is. Dit kan komen doordat er onvoldoende bewijs is over de voor- en nadelen van behandelingen of wanneer de weging van de voor- en nadelen sterk afhankelijk is van de waardes (van patiënten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke inbreng is specifiek voor de arts bij gezamenlijke besluitvorming?

A

Bij gedeelde besluitvorming bestaat de specifieke inbreng van de arts uit kennis over behandelmogelijkheden en hun voor- en nadelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke inbreng is specifiek voor de patiënt bij gezamenlijke besluitvorming?

A

Specifiek voor gedeelde besluitvorming is dat de patiënt zijn of haar waarden en voorkeuren voor een behandeling naar voren brengt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg uit waarom ‘practice variation’ er op wijst dat beslissingen ‘preference-sensitive’ zijn.

A

dat behandelbeslissingen niet zijn gebaseerd op kenmerken van de patiënten populatie, maar afhankelijk zijn van de voorkeuren van behandelaars.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doe je bij active surveillance?

A

de patiënt wordt nog niet behandeld voor zijn ziekte maar wel regelmatig gecontroleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de 4 stappen van gezamenlijke besluitvorming?

A
  1. arts/professional informeert patiënt dat beslissing wordt genomen, en dat de mening van de patiënt van belang is
  2. arts legt de behandelopties uit en de voor- en nadelen van de relevante opties
  3. arts en patiënt bespreken de voorkeuren van de patiënt, arts ondersteunt bij de overwegingen van de patiënt
  4. arts en patiënt bespreken in hoeverre patiënt wil worden betrokken bij besluitvorming. het besluit wordt genomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is doelmatigheid?

A

geeft de relatie aan tussen de inzet van middelen en de behaalde resultaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de toegevoegde waarde van doelmatigheidsonderzoek t.o.v. klinisch-medisch effectiviteitsonderzoek?

A

klinisch-medisch effectiviteitsonderzoek zich richt op de werkzaamheid en veiligheid van behandelingen, legt doelmatigheidsonderzoek de nadruk op de economische aspecten en kosten-batenanalyse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

noem de criteria waarop het wettelijk kader voor bevolkingsonderzoeken van toepassing is

A
  • Onderzoek met ioniserende straling.
  • Bevolkingsonderzoeken naar kanker.
  • Bevolkingsonderzoeken naar ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling mogelijk is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het doel van secundaire preventie?

A

een ziekte vroegtijdig opsporen zodat de behandeling minder invasief is en de ziekte misschien voorkomen kan worden voordat de symptomen beginnen. hierdoor is de prognose beter en bespaar je kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is zijn de belangrijkste principes van screening?

A

sensitiviteit, specificiteit, positief voorspellende waarde en negatief voorspellende waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is sensitiviteit?

A

De sensitiviteit van de test is de kans dat personen met de ziekte een positieve test zullen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is specificiteit?

A

De specificiteit van de test is de kans dat personen zonder de ziekte een negatieve test zullen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is overdiagnostisering?

A

diagnose van een bepaalde ziekte die zonder screening niet tot symptomen of tot sterfte had geleid

17
Q

wat zijn normwaarde?

A

waarde waarmee wordt aangegeven of een test positief is

18
Q

hoe kunnen de voor- en nadelen van screening tegen elkaar afgewogen worden?

A

voor: ziekte eerder vinden dus minder invasieve behandeling
na: overdiagnose en overbehandeling maar ook psychisch is het langer