tentamen vragen Flashcards

1
Q

wat is de functie van IgH Enhancer?

A

zorgt voor meer expressie van het gen wat er van onder controle komt te staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat voor soort genen zijn bAX en BCL2?

A

BAX = tumorsupressorgen
BCL2 = oncogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat doet cytochroom C, BAX en BCL2, p53 en MDM2?

A

p53: celcyclus remmende eiwitten
cytochroom C zorgt voor apoptose
BAX = apoptose
BCL2 = remmen apoptose
MDM2 breekt p53 af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werkt het Wnt pathway?

A
  • Wnt bindt aan de Wnt receptor
  • hierdoor wordt het APC gen gestimuleerd deze zorgt ervoor dat het destructiecomplex in tact blijft.
  • het destructiecomplex houdt de bèta-catenine concentratie laag
  • indien APC inactief is werkt het destructiecomplex niet en neemt de catenine concentratie toe. hierdoor krijg je fusie naar de kern en wordt TCF4 geactiveerd. dit zorgt ervoor dat cycline S en CDK4 actief worden en dus proliferatie van de cel
  • bèta catenine is ook nodig voor E-cadherine die zorgt voor epitheliale cel-cel adhesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waardoor is het SH2-domein specifiek?

A

SH2-domein zoekt het gefosforyleerde tyrosine en hieronder zitten dan 3 specifieke aminozuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar wordt in situ hibydrisatie voor gebruikt?

A

nucleïnezuur sequenties aan te tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar wordt immunofluorescentie voor gebruikt?

A

eiwitten aan te tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar wordt immunohistochemie voor gebruikt?

A

epitheliale cellen aan kleuren. en dus ook micrometastasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar wordt FACS voor gebruikt?

A

om in een stromende vloeistof kleine deeltjes te detecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat doet cathepsine?

A

bevordert de afbraak van ECM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Naar welke twee lymfekliergroepen kan een mammatumor metastaseren?

A

Axillair en inframammair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem drie organen die behoren tot de belangrijkste doelwitten bij haematogene verspreiding van een mammacarcinoom?

A

hersenen, lever en skelet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe noemen we het laatste lymfeklierstation voordat tumorcellen van de mamma toegang krijgen tot de bloedbaan?

A

supraclaviculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt de effectiviteit van adjuvante behandeling bepaald?

A

ziektevrije overleving (1pt) en totale overleving (1pt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat weet je over het MLL?

A

in gezonde toestand ligt het MLL gen bij elkaar. als er een mutatie komt dan is er een translocatie waarvan MLL gen het breekpunt is. dus met fluorescentie liggen deze dan uit elkaar. bij de breuk gaat het SET domein verloren wat H3K4 zal methyleren. de fusie-eiwitten binden daardoor dot1L deze methyleert H3K79. omdat dit sterk actief wordt krijg je ongecontroleerde celgroei en dus leukemie. ook omdat het remmende domein verloren gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ontstaat een Replication Error (RER) fenotype?

A

Replicatie slippage (1 punt) op dinucleotide repeats in microsatellites (1 punt) worden niet door Mismatch Repair (1 punt) gerepareerd. Leidt tot
heterogeniteit in microsatelliet lengte (1 punt)

17
Q

waardoor ontstaat RDS fenotype?

A

AT en NBS

18
Q

hoe werkt de JAK route?

A

JAK valt onder non-TRK (EPO-r, GCSF-R): er is eerst dimeer vorming van de receptor ketens; activering van JAK eiwitten; fosforylering van de receptor ketens; binding signaal eiwit met SH2 domein. SHP-1 bindt aan tyrosine van de receptor en remt JAK door fosfatase

19
Q

wat doet Decitabine en 5-azacytidine?

A

zorgen voor demythelering en daardoor het aanzetten van genen die eerst uit stonden

20
Q

hoe werkt SKY?

A

Je gebruikt voor elk chromosoom specifieke probes (1p) met verschillende kleuren fluorescente markers (1p). Hiermee kleur je
een karyogram, zodat elk chromosoom een andere kleur krijgt, die je met een fluorescentie microscoop kunt waarnemen (1p).

21
Q

Geef drie mogelijke veranderingen in de circadiane klok in tumorcellen die dit asynchrone delingsgedrag van de tumorcellen
kunnen verklaren.

A

de tumor cellen hebben hun circadiane klok verloren (1 pt)
- de circadiane klok van de tumorcellen is intact en gekoppeld aan de celcyclus, maar reageert niet meer op klok-synchroniserende prikkels
(1 pt)
- de circadiane klok van de tumorcellen is intact, maar ontkoppeld van de celcyclus (1 pt)

22
Q

Welke criteria zijn vereist voor het microscopisch bewijs van plaveiselcelcarcinomen?

A

desmosomen en verhoorning

23
Q

waardoor kan een dicentrisch chromosoom ontstaan?

A

mutatie in Trf1 gen

24
Q

Beschrijf wat het biologisch effect van fractioneren is

A

In tegenstelling tot een eenmalige dosis kan bij fractioneren een groter deel van de cellen overleven en zich herstellen.

24
Q

Wat is het werkingsmechanisme van anthracyclines?

A

ze remmen topoisomerase

25
Q

Welke grenzen 5 waren dat?

A
  1. De grens tussen wat nog wel en wat niet meer gezondheidszorg kan worden genoemd.
  2. De grens tussen wat ethisch nog wel en wat niet meer toelaatbaar moet worden geacht.
  3. De grens tussen effectieve en niet (meer) effectieve / doelmatige en niet-doelmatige zorg.
  4. De grens tussen financierbare en niet meer financierbare zorg
  5. De grens van de grondwettelijke plicht van de overheid tot bevordering van de volksgezondheid
26
Q

wat doet welk checkpoint?

A
  • restrictiepoint: wel of niet delen? (RB)
  • G1/S: cel klaar voor deling? DNA schade? (p53)
  • intra S: DNA schade controle (ATM)
  • G2/M: replicatie volledig? chromosomen netjes gedupliceerd?
  • anafase: chromosomen rangschikking juist?
27
Q

Hoe heet een metastase die zich manifesteert in een onverwachte klier?

A

skipmetastase

28
Q

Een metastase kan ook tussen twee lymfklierstations of lymfklieren in gaan uitgroeien in een lymfbaan. Hoe heet dat
fenomeen?

A

in transit metastase

29
Q

Lymfebanen komen ook uit in lichaamsholtes. Hoe heet een dergelijke uitzaaiïngspatroon?

A

transcoelomische metastasering

30
Q

Bij tumoren van het lymfoide- of myeloide type gebruiken we meestal niet de term metastasering maar een andere term.
Welke term is dat?

A

disseminatie

31
Q

wat voor soort poliepen komen in FAP voor?

A

neoplastische poliepen

32
Q

wat is lead time?

A

het is de periode tussen het preklinisch detecteerbaar worden en de eerste klinische symptomen