HC.5.6 - Metastaseringspatroon van de drie relevante ziektebeelden Flashcards
wat is (non-)Hodgkin lymfoom (NHL/HL)?
solide tumoren van de lymfeklieren
wat is het verschil tussen non- en Hodgkin?
Hodgkin bestaat een klein deel van het gezwel uit tumorcellen en bij non-Hodgkin een grootste deel uit tumorcellen.
waar presenteert (NHL) zich?
als eerst buiten de lymfeklier dus er wordt niet gesproken van uitzaaiing of TNM stadium. secundair is vaak het beenmerg aangedaan. het zit vooral in de milt en lever
waar kan HL aan herkent worden?
speciale tumor reuscel: reed sternberg cell, is een variant van de B-cel
waar rijpen B-cellen tot uit?
precursorcel in het beenmerg, waarna de verdere maturatie plaatsvindt in de lymfeklieren (bij voorkeur de kiemcentra)
waar rijpen T cellen tot uit?
precursolcel in de thymus, waarna verdere maturatie in de lymfeklieren (bij voorkeur in de parafolliculaire lymfevelden)
wat is het verschil tussen nodaal en extranodaal?
lymfoom in lymfeklier of milt is nodaal en dr buiten is het extranodaal
wat is een hamartoom?
goedaardige tumor in de long
waar kunnen de niet-kleincellige longcarcinomen in onderverdeeld worden?
adenocarcinoom, plaveiselcarcinoom en grootcellig carcinoom (carcinoïd)
waar metasteren longtumoren zich meestal naar?
hersenen, lever en het bot
waar bevindt plaveiselcarcinoom zich meestal?
vooral hoog in de luchtweg
wat zijn kenmerkende moleculaire afwijkingen bij plaveiselcarcinoom?
p16ink4 inactivatie (verhoogt replicatief vermogen) en vaak ook een p53 mutatie
waar bevindt het adenocarcinoom zich?
dieper in de long en meer verspreid
welke mutaties zijn er bij adenocarcinomen?
rokers: K-RAS
niet-rokers: EGF-R: hierbij heb je een gevoeligheid voor de tyrosine kinase remmer crizotinib
welke mutaties komen voor bij kleincellig carcinoom?
overexpressie van p16 of een mutatie van p53 of RB