HC.3.3 - Cytogenetische afwijkingen Flashcards

1
Q

waarom wil je de chromosomale afwijking weten?

A
  • voor de prognose
  • staat ivm de reactie op chemotherapie
  • geeft inzicht in nieuwe behandelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke chromosomale afwijkingen heeft AML?

A
  • t(8;21)(q22;q22)
    inv(16)/t(16;16)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke chromosomale afwijkingen heeft MDS?

A

complex karyotype
5q-, 7q-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

met welke methodes kijken we naar chromosomale afwijkingen?

A
  • klassieke cytogenetica (bandering)
  • moleculaire cytogenetica (FISH, SNP array)
  • moleculaire diagnostiek (sequencing, Q-PCR, RQ-PCR)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe wordt het materiaal verkregen?

A

beenmerg of bloed met kweekmedium en groeifactoren blijven 1-2 dagen staan. mitose blok (colcemid) voor 30 minuten. tot slot hypotoon en fixatief zodat celmembraan breekt. op een glas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welk typen chromosomale afwijkingen zijn er?

A
  • numerieke afwijkingen (winst en verlies van chromosoom)
  • structurele afwijkingen (gebalanceerd of niet-gebalanceerd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat valt onder gebalanceerd?

A

translocatie, inversie en insertie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat valt onder niet-gebalanceerd?

A

deletie, amplificatie, niet-gebalanceerde translocatie, gen mutatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke vormen van deletie zijn er?

A

terminaal: aan het einde
interstitiaal: binnen de arm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke vormen van inversie zijn er?

A

gedeelte draait 180 graden
- paracentrisch: binnen een arm, inv(3)
- pericentrisch: rond de centromeer, inv(16)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe omschrijf je een missend chromosoom 7 uit een karyotype?

A

45, XY, -7(10)

45 van aantal chromosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is een zeer slechte risico groep voor AML?

A

monosomaal karyotype
- 2 monosomieën: 2 missen
- 1 monosomie en een structurele afwijkingen als een inversie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de nadelen van FISH?

A

gelimiteerde sensitiviteit, alleen antwoord op gestelde vraag en beperkte target locations

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is fusie-probes?

A

om translocaties aan te tonen dus dan zou je 2x rood en 2 groen moeten zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn fusie-signalen?

A

rood en groen naast elkaar maakt geel en is dus een translocatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn break-apart probes?

A

geen translocatie geeft 2 geel en dus geen breuk
wel translocatie is er 1 geel en 1 rood en groen signaal en dus een breuk

17
Q

wat gebeurt er bij multiple myeloom

A

afwijkende cellen komen niet in deling. dit levert een normaal karyotype op met afwijkende FISH op interfase kernen maar de vraag is is dit fout positief of is dit een afwijking

18
Q

wat is de oplossing om MM te detecteren?

A

zuivering plasmacellen:
- rode bloedcellen verwijderd door rode bloedcel lysis
- buitenkant plasmacellen zit CD-138 marker
- anti-CD138 wordt aan beads (magneten) gekoppeld
- CD138 bindt en met een magneet blijven de plasmacellen hangen. wat niet plakt gooi je weg

19
Q

wat kan je met SNP-array (single nucelotide polymorphism)?

A

hiermee kan je deleties of duplicaties heel makkelijk opsporen
- 1 allel is deletie
- 3 is duplicatie

zie plaatjes

20
Q

wat is er speciaal aan FISH (alleen targetted)?

A

translocaties opsporen

21
Q

wat is er speciaal aan SNP array (alleen ongebalanceerd)?

A

verlies van heterzygotie (LOH)

22
Q

waarom wil je het LOH weten?

A

dit kan leiden tot een verandering van genexpressie omdat je de genetische variatie van een gen kwijt bent. het kan ook leiden tot veranderingen in eiwitstructuur en functie at de cellulaire processen kan verstoren