ZO week 1 Flashcards
wat zijn de verschillen tussen DNA en RNA?
DNA - RNA
- dubbel vs enkel strengs
- thymine vs uracil
- langlevend vs kortlevend
- desoxyribose vs ribose
wat is startcodon?
AUG = methionine
wat zijn de stopcodons?
TAG, TAA en TGA (in DNA) en UAG, UAA en UGA (in RNA)
zijn de introns of exons coderend?
exons
wat is de 5’en 3’-cap en wat doet het?
5’-cap: methylgroep voor herkenning
3’-cap: poly-A-staart voor bescherming
hoe werkt mitochondriaal overerven?
een zieke moeder krijgt dan altijd een ziek kind
hoe werkt de overerving van bloedgroepen?
dominant: A, B en AB en recessief is O (AO en BO ook mogelijk)
rhesus positief is dominant en negatief is recessief
welke cel bevat het spijsverteringsgen?
alle cellen die een celkern hebben dus niet de ery’s
wat doet de transcriptiefactor II?
zorgen voor herkenning van de TATA box en vervolgens voor het recruteren van het RNA polymerase complex op de promoter sequentie
Waaruit bestaat een enhancer element?
DNA sequentie
wat is het proces van genexpressie achter elkaar?
start van transcriptie, vervolgens RNA synthese, RNA rijping tot mRNA, transport van het mRNA naar de cytosol, translatie en einde van translatie.
waar zijn ribosomen verantwoordelijk voor?
translatie (eiwitsynthese) en liggen in nucleolus
in welke richting vindt de DNA synthese plaats?
van 5’ naar 3’. Om een complementaire streng te synthetiseren aan een template streng (niet-coderend), moet het DNA polymerase dus langs deze template streng bewegen van 3’ naar 5’.
welke 2 soorten epitheel zijn er?
bedekkend en klierepitheel
wat betekent pleiomorf?
alle cellen zijn verschillend van vorm
wat betekent hyperchromasie?
sterke aankleuring van de kern
wat is anaplasie?
differentiatie in de cellen neemt af doordat celdeling en groei veranderen
waar bestaat stroma uit en wat is stromavorming?
uit bindweefsel, bloedvaten en immuuncellen. vorming en ontwikkeling van fibreus weefsel (ook wel desmoplasie)
wat is seminoom, fibroom en papilloom?
seminoom = tumor testes
fibroom = neoplasma uitgaande van fibroblasten
papilloom = gesteeld neoplasme
wat wordt bedoelt met infiltratie?
de neoplasie breidt zich uit naar andere weefsels dit hoeft niet maligne te zijn
wat is dysplasie?
cellen zijn afwijkend van vorm maar nog niet neoplastisch
hoe kun je de cellen uit elkaar halen?
lymfoïd en ery’s hebben ronde kernen. ‘
monocyt is erg helder en band vorming ingedeukt.
neutrofiele zijn helder, eosinefiele zijn paars met lichter paars gevlek en basofiele zijn donker paars met donker paars gevlekt.
van intermidiate granulocyten -> mature begint het met lip vorm naar gesegmenteerd.
grote cellen met vlekken in de kern geeft begin stadia van die lijn aan.
zie plaatje
wat zijn cilien en wat is hun doel?
trilharen voor transport
uit hoeveel lagen bestaat het trilhaar epitheel?
1 laag ook al lijkt dit niet zo
door welke cellen wordt het alveoli bekleed?
pneumocyten type 1 en 2. type 1 bedekt voor 97% het oppervlak maar er zijn 2x zoveel type 2 cellen
wat is antracose?
zwarte pigment in de longen
Welke vier histologische hoofdvormen van kwaadaardige longtumoren worden onderscheiden?
- Plaveiselcelcarcinoom
- Adenocarcinoom
- Grootcellig carcinoom
- Kleincellig carcinoom
welke 2 hoofdgroepen bestaan er in de kliniek voor bronchuscarcinomen?
kleincellig carcinoom en niet-kleincellig carcinoom. de laatste kunnen vak chirurgisch en hebben een betere prognose. de eerste zaait sneller uit maar gevoeliger voor chemo
Welke klachten verwacht je die als gevolg van een longtumor kunnen optreden?
hoesten (evt. slijm/bloed), pijn, infectie door afsluiting van luchtweg
Waar in de long bevinden zich mesotheelcellen?
Op het oppervlak van alle “sereuze vliezen” zoals onder andere de longvliezen (pleura parietalis en visceralis en het buikvlies (peritoneum). mesothioloom ontstaat vaak door asbest
wat is paraneoplasie?
Tekenen en symptomen die indirect worden veroorzaakt door stoffen die door een tumor worden geproduceerd of als onderdeel van een immuunrespons erop. Dit veroorzaakt nachtelijk zweten, koorts en verlies van eetlust.
is mammaklierweefsel een exocriene of endocriene klier?
exocriene klier, net zoals de speekselklieren, zweetklieren, prostaat en de exocriene pancreas en de bronchiale klieren
uit hoeveel lagen bestaat de epitheel laag die deel uitmaken van mammaklierweefsel?
2
waar is de ontwikkeling van de mamma afhankelijk van?
van oestrogeen dat geproduceerd wordt door de eierstokken (ovaria)`. hierdoor nemen vet, klier en bindweefsel toe in de borst
hoe heet een mamma met heel veel bindweefsel?
fibroadenoom dit is goedaardig
hoe herken je een mammacarcinoom?
er is een verlies van differentiatie (bijv. geen acini meer). infiltratief groeipatroon waarbij de structuren zijn verstoord. ook zijn er kwaadaardige kenmerken als:
- kernvergroting, anisokaryose (onregelmatige vorm kernen) en hyperchromasie (kern is grof en donkerder)
Wat zijn de rijpste stadia in resp. de erytrocytaire, granulocytaire en lymfocytaire ontwikkeling die nog kunnen prolifereren?
Erytrocytaire reeks: polychromatofiele erytroblast
Granulocytaire reeks: myelocyt
Lymfatische reeks: alle ontwikkelingsstadia t/m de uitgerijpte functionele cellen