VO's algemeen Flashcards
Wat is de DD voor een vergrote klier?
- Koorts -> Maligne lymfomen en infectie
- Rode klier -> Infectie
- Nachtzweten -> Maligniteit en infectie
- Verhoogde leukococyten -> Leukemie
Wat zijn de kenmerken van Chronische Lymfoïde Leukemie (CLL) (11)?
- Geen blasten
- Vaak auto-antistoffen tegen erytrocyten en/of trombocyten -> Hemolytische anemie -> Verhoogde LDH gehalte (Maat voor afgebroken cellen)
- Diagnose: Immunofenotypering en lymfocyten onderzoek PA
- Markers Cd23 en Cd5 (T-cel) positief
- Cd20 positief -> Behandeling met Rituximab (Lysis van B-cel maligniteiten)
- 90% CLL patiënten ontstaat uit B-lymfocyten, 10% uit T-lymfocyten
- CLL is onderdeel van NHL
- Gemuteerde Ig is gunstige prognostische factor
- CLL kan transformeren naar ernstige leukemie of DLBCL
- CLL alleen palliatief te behandelen door klier excisie
- Bij CLL heeft 90% cytogenetische afwijkingen
Wat is het verschil tussen een infectie en een maligniteit?
Infectie is een polyklonale immuunreactie
Maligniteit is een monoklonale immuunreactie (Populatie B-cellen allemaal hetzelfde)
Wat voor onderzoek wordt er gedaan bij verdenking op Hodgkin Lymfoom?
Biopt afname voor onderzoek naar Reed-sternberg cellen (Geen punctie nemen, want RS-cellen kunnen niet altijd gezien worden)
Wat voor onderzoek wordt er gedaan bij thoracale pijn?
- X-thorax: Pneumonie en pleuritis
- CT-scan: Longembolie
- D-dimeer: Meten van afbraakproducten trombus (Ook zwangerschap geeft verhoogde D-dimeer)
- Urinesediment: Leukocyten
- Bloed: Granulocyten
Wat zijn de kenmerken van Chronische Myeloïde Leukemie (CML) (4)?
- Voorlopercellen in het bloed aanwezig
- Onderzoek: Echo abdomen en beenmergonderzoek
- Behandeling Imatinib 2-3 jaar (Tyrosinekinase-remmer): Remt BCR-ABL fusie-eiwit
- Prognose patiënt meer dan 5 jaar
Hoe wordt er een onderscheid gemaakt tussen AML en ALL?
Immunofenotypering
ALL vaker bij kinderen, AML vaker bij ouderen
Wat zijn de kenmerken van AML (6)?
- Meer dan 20% blasten aanwezig
- Betrokken organen: Lymfeklieren, huid, milt
- Vaak een translocatie (9:21): Stukje van 9 gaat naar 21
- Heterogeen ziekte: Door cytogenetische en moleculaire onderzoek aantonen
- Achterhalen van gunstig/niet gunstig leukemie belangrijk voor de prognose en behandeling
- AML reageert bij patiënten boven de 60 veel slechter dan bij jongere patiënten
Wat is een belangrijk verschil tussen auto stamceltransplantatie (SCT) en allo stamceltransplantatie (SCT) ?
Bij auto stamceltransplantatie is er geen mortaliteitsrisk, maar bij allo stamceltransplantatie wel
Wat houdt mortaliteitsrisico in en welke 3 factoren bepalen de kans?
Mortaliteitsrisico houdt in dat iemand dood gaat aan de bijwerkingen van de behandeling
Factoren:
- Intensiteit voorbereiding (Chemotherapie of bestraling)
- Infecties
- Omgekeerde afstoting
Wanneer wordt er gekozen voor auto sct in plaats van 3e chemokuur?
- Auto sct intensiever dan 3de chemo, alleen mogelijk als patiënt stamcellen heeft gespaard
- Chemotherapie wordt gedaan bij patiënten die geen autogene transplantatie aankunnen
Wat is Minimale Residuale Ziekte (MRD)?
- Hoeveelheid leukemiecellen dat over is na behandeling bij patiënt in remissie
- Mate van MRD geassocieerd met kans op terugkeer van ziekte
- Bij intermediate patiënten wordt er gekeken naar MRD (Voor prognose en behandelingsplan)
Wat zijn de voor- en nadelen van navelstrengsbloed als alternatief voor allo sct?
Voordelen:
- Stamcellen zijn direct beschikbaar
- HLA matching minder belangrijk door naïve T-cellen
- T-cellen zijn nooit in aanraking gekomen met antigenen
- Minder kans op GVHD
- Geen risico voor donor
Nadelen:
- Weinig stamcellen
- Trage herstel
- Eenmalig beschikbaar
Wat zijn de complicaties van allo sct?
- Toxiciteit van de conditionering
- Host vs. Graft reacties (Afstoting)/Graft vs. Host ziekte (omgekeerde afstoting)
- Opportunistische infecties
- Transplantatie gerelateerde mortaliteit
Wat is het verschil tussen een HVG en GVHD?
GVHD:
- Omgekeerde afstoting na een allo sct
- Immuunreactie bij ontvanger door HLA eiwitten (Ook bij 100% matching)
- Acute GVHD in ongeveer 50% van transplantaties
HVG:
- Afstoting door residuale T-cellen in de ontvanger
Welke 3 soorten pijnschalen zijn er?
- Visuele Analoge Schaal (VAS): Op één lijn streepje zetten en opmeten
- Verbal Rating Scale (VRS): Geen pijn, licht, matig, ernstig
- Numeric Rating Scale (NRS): Schaal van 1-10 (0-4 mild, 5-7 matig, 8-10 ernstig)
Waar moet er op worden gelet bij een pleurapunctie?
- Transcutane aanprikking
- Patiënt zit rechtop
- 1ste intercostaalruimte
- Korte naald
- Bovenrand rib loodrecht op thoraxwand
- Dunne katheter indien nodig
Wat zijn de complicaties en contra-indicaties voor pleurapunctie?
Complicaties:
- Infectie
- Bloeding
- Pneumothorax
Contra-indicaties:
- Bloedverdunner gebruik
- Lage trombocyten