8.6 Non-Hodgkin Lymfoom Flashcards

1
Q

Wat is de klinische presentatie van diffuus grootcellig B-cel lymfoom (DLBCL)?

A
  • Pijnloze lymfeklierzwelling
  • NHL kan overal in het lichaam voorkomen
  • Agressief NHL: Snelle groei
  • Klachten door lokalisatie
  • Algemene klachten: B-symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke NHL komt het meest voor?

A

Diffuus grootcellig B-cel lymfoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn B-symptomen?

A
  • Koorts
  • Nachtzweten
  • Gewichtsverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe gaat de diagnose van NHL?

A

Altijd histologie vereist

Diffuus grootcellig B-cel lymfoom:
+ Geen specifieke genetische marker (Zeer complexe chromosomale afwijking) -> Morfologie
+ Immunohistochemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de morfologie van DLBCL?

A
  • Diffuse infiltratie lymfklier
  • Grote cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe gaat stagneringsonderzoek DLBCL/NHL?

A
  • Anamnese en lichamelijk onderzoek
  • FDG-PET scan in combinatie met CT-scan hals, borst en buikholte, bekken t/m liezen
  • Beenmergonderzoek als PET scan negatief is voor beenmerglokalisatie en het therapie gevolgen heeft
  • Op indicatie: Verder onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verspreid NHL zich meestal?

A

Via de bloedbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de Ann Arbor stadium indeling van NHL?

A

I: Aandoening van slechts 1 lymfklierstation of 1 extralymfatisch orgaan
II: Aandoening van 2 of meer lymfklierstations aan dezelfde zijde van het middenrif of 2 of meer lymfklierstations en een begrensde aandoening van een extralymfatisch orgaan of gebied aan dezelfde zijde van het middenrif

III: Aandoening van lymfklierstations aan beide zijden van het middenrif, eventueel vergezeld van een begrensde aandoening van een extralymfatisch orgaan of aandoening van de milt of beide
IV: Gedessemineerde aandoening van 1 of meer extralymfatische organen of gebieden met of zonder aandoening van lymfklierstations

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de therapie van DLBCL?

A

1970: CHOP combinatie met chemotherapie
2000: + Rituximab: Minder recidieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het gevolg van Rituximab?

A

13% meer genezing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is Rituximab?

A

Anti CD20 monoclonale antistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de IPI score?

A

Risicofactoren:
- Leeftijd >65 jaar
- LDH > 1x normaal
- Prestatiestatus >2
- Stadium III of IV
- >1 extranodale laesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de therapie van DLBCL stadium I-II zonder risicofactoren, geen bulk (10%)?

A
  • 3 kuren Rituximab-CHOP
  • ‘Involved Node’ radiotherapie
  • Curatie mogelijk bij 95%
  • Alternatief 4x Rituximab-CHOP + 2 Rituximab (Als radiotherapie niet gewenst is wegens lokalisatie lymfoom)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de therapie van DLBCL stadium I-II zonder risicofactoren, geen bulk (10%)?

A
  • 6 kuren Rituximab-CHOP
  • Curatie mogelijk bij 90%
  • Alternatief 3x Rituximab-CHOP + Involved Node Radiotherapie (Als 6 kuren R-CHOP niet gewenst is)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de therapie van DLBCL stadium III-IV (75%)?

A
  • 6 kuren R-CHOP
  • 50-65% genezingskans
  • Indien niet fit: R-mini-CHOP of R-CEOP
    (Etoposide in plaats van Doxorubicine)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de complicaties van R-CHOP?

A

Rituximab:
- Infusie reactie

Doxorubicine:
- Haaruitval
- Mucositis -> Morfine bijvoegen
- Cardiomyopathie -> Etoposide

Vincristine:
- PNP -> Halveren dosis of stop

Cyclofosfamide:
- Mucositis -> Morfine bijvoegen

Chemotherapie:
- Anemie -> Transfusies
- Neutropenie en infecties -> G-CSF (>65 jaar), antibiotica (Profylaxe)

17
Q

Waarom is 2e lijn behandeling DLBCL?

A

Ongeveer 2/3 geneest na 1e lijn behandeling

1/3 recidief of refractair:
- Ongeveer de helft responsief op salvage therapie

18
Q

Wat is de 2e lijn behandeling bij DLBCL?

A

Re-inductie chemotherapie gevolg door autologe stamceltransplantatie

R-DHAP/R-GDP/R-ICE:
- Identiek in effectiviteit

2 Kuren gevolg door CT:
- Indien PR of meer

3e kuur gevolg door stamcelverzameling

19
Q

Hoe gaat stamceltransplantatie?

A

Myeloablatieve chemotherapie:
- 6 dagen BEAM (BCNU, Etopisode, AraC en Melphalen)
- Een dag rust

Stamcelinfusie

20
Q

Wat zijn de kenmerken/nadelen van stamceltransplantatie?

A
  • Opname van 4 weken
  • Langdurige aplasie met kans op infectie
  • Mucositis
  • Medicatie overgevoeligheid
  • Mortaliteit 1%
21
Q

Wat is CHOP?

A
  • Cyclofosfamide
  • Doxorubicine
  • Vincristine
  • Prednison
22
Q

Wat zijn CAR-T cellen?

A

CAR werkt als een antenne en herkent het antigeen CD19 dat zich bevindt op de kankercellen. Deze cellen heten nu CAR-T cellen en worden teruggebracht in het lichaam via een infuus.

De CAR-T cellen gaan een verbinding aan met de kankercellen waardoor bepaalde stoffen vrijkomen die de kankercelen uitschakelen