9.3 Behandeling van het Longcarcinoom Flashcards

1
Q

Waar staat TNM voor?

A

T: Tumor grootte/locatie
N: Lymfeklier uitzaaiingen
M: Uitzaaiingen naar andere organen (Bot, lever, hersenen, etc.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar zijn vooral uitzaaiingen bij longkanker?

A
  • Lever
  • Bot
  • Hersenen
  • Bijnieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom wordt kanker gestadieerd?

A
  • Geeft een indicatie van de prognose
  • Kan helpen met de behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke stadia zijn er?

A

I: Lokaal (Kleine lokale tumoren)
II: Lokaal (Er zijn wat klieren betrokken of de tumor is uitgegroeid)
III: Lokaal gevorderd (Tumor gegroeid in mediastinum of er zijn lokale klieren betrokken)
IV: Uitgezaaid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de behandeling per stadium?

A

I: Operatie
II: Operatie adjuvante chemotherapie + Immunotherapie
III: Chemo-radiotherapie + immunotherapie
IV: Chemotherapie en/of immunotherapie of gerichte behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is de ziekte curabel, is de patiënt operabel en is de tumor resectabel?

A
  • Is de ziekte curabel -> Stadiering
  • Is de patiënt operabel -> Functieonderzoek
  • Is de tumor resectabel -> Beeldvorming/OK
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is operabiliteit?

A

Is een patiënt in staat een operatie te ondergaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan de operabiliteit worden bepaald bij longcarcinoom?

A

Longfunctie onderzoek:
- Spirometrie, diffusiecapaciteit
- Inspanningstest

Cardiologisch onderzoek
Voedingstoestand
Performance status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de principes van een oncologische longresectie?

A
  • Anatomische resectie (Kwab of long)
  • Vrije sneevlakken (R0)
  • Lymfeklierdissectie (N1 en N2 stations)

Een irradicale resectie is niet zinvol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Slechts 25% van de patiënten komt bij de chirurg. Wat hebben de overige patiënten?

A
  • Metastasen
  • Irresectabel
  • Inoperabel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de operatieve mortaliteit bij een pneumonectomie (Re)?

A

5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de postoperatieve zorg?

A

Begint preoperatief:
- Uitgebreide voorlichting
- Preassessment anaesthesioloog
- Voeding
- Spirometrie instructie
- Stoppen met roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Chest physiotherapy hoort ook bij postoperatieve zorg. Wat zijn de kenmerken hiervan?

A

Begint al preoperatief:
- Vermindert het aantal pulmonale complicaties significant met name bij hoog risico patiënten
- Opgeven van sputum
- Mobiliseren 3-4x daags
-> Redistributie met vermindering van de V/C mismatch
-> Rehabilitation
-> Tromboseprofylaxe
- Voorkomen van aspiratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de behandeling van stadium I, II NSCLC (Niet-kleincellig longcarcinoom)?

A

Standaard is chirurgie

Alternatief bij medisch inoperabel of weigering van chirurgie: Hoge dosis bestraling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de kans op recidief na operatie van NSCLC?

A

30-40%
Meestal micrometastasen die niet op te sporen zijn door middel van huidige stageringsmethoden

Dit is te verbeteren met adjuvante chemotherapie: Overlevingsvoordeel na 5-jaar is 5-15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt een locoregionaal gemetastaseerd NSCLC (Stadium III) behandeld?

A
  • Chemo- radiotherapie + Immunotherapie

Chemo + Radiotherapie is de standaard, gevolgd door immunotherapie

17
Q

Wat zijn de kenmerken van chemo-radiotherapie?

A
  • Is beter dan sequentieel
  • Meer toxiciteit (Slokdarm, longen)
18
Q

Wat zijn de uitkomsten van chemotherapie in gevorderd NSCLC?

A
  • One size fits all
  • Objectieve response rate 35%
  • Median survival 9-11 maanden
  • 1-jaars survival 40%
19
Q

Wat voorspelt een response op EGFR-TKI’s?

A

Mutaties in EGFR

20
Q

Hoe gaat de anti-tumor immuunrespons?

A

1) Tumor Ag-release
2) Ag opgenomen door DC
3) T-cel priming
4) T-cel trafficking
5) T-cel infiltratie
6) Ag herkenning
7) Tumor wordt gedood

De tumor remt de anti-tumor immuunrespons

21
Q

Wat is de behandeling van kleincellig longcarcinoom?

A

In principe zoals bij niet-celling longcarcinoom:
- Stadium I, II -> Operatie gevolg door chemotherapie
- Stadium III -> Chemotherapie + Radiotherapie
- Stadium IV -> Chemotherapie

Laatste jaren geen echte nieuwe behandelingen beschikbaar, maar beperkt effect van immunotherapie