11.6b Huidtumoren: Van Premaligne naar Maligne deel 2 Flashcards

1
Q

Hoe worden huidafwijkingen beoordeeld?

A
  • Volgens provoke
  • Plaats
  • Rangschikking
  • Omvang (Grootte en aantal)
  • Vorm
  • Omtrek (Begrenzing scherp/vaag)
  • Kleur
  • Efflorescentie (Erytheem, Macula, Papel, Tumor, Plaque, Ulcus, Squamae, Keratose, Erosie, Teleangiectasie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de anamnese bij BCC?

A
  • Beloop
  • Klachten
  • UV straling: Cumulatief + Intermitterend
  • Immunosuppressiva
  • Dermato-oncologische voorgeschiedenis
  • Andere risicofactoren: Genetisch, radiotherapie, lokaal trauma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het Basaalcel Naevus Syndroom?

A
  • Gorlin-Goltz syndroom
  • Mutaties in het PTCH gen
  • BCCs vanaf jonge leeftijd

Preventie:
- Beschermen tegen UV
- Niet verbranden
- Beperkte röntgenstraling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan de diagnose Naevus syndroom worden gesteld?

A

De diagnose kan gesteld worden op het klinisch beeld en is aannemelijk bij aanwezigheid van 2 major criteria of 1 major en 2 minor criteria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is kenmerkend voor BCC?

A

Glazige, wasachtige, doorschijnende papel, plaque of nodus met parelmoerachtige glans

Vaak:
- Centrale ulceratie
- Verheven blekere rand
- Teleangiëctastieën
- Snel bloedend
- Niet genezend

Soms:
- Atrofie
- Onscherpe begrenzing
- Gepigmenteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar wordt er op gelet bij LO van BCC?

A
  • Omvang tumor
  • Onderliggende structuren
  • Indien gelaat: H-zonde
  • Totale huidinspectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt er diagnostiek gedaan bij BCC?

A

Histopathologisch onderzoek (Biopt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke soorten BCC zijn er en hoe worden ze pathologisch herkend?

A

Niet agressief BCC:
- Superficieel
- Nodulair

Agressief:
- Andere subtypes onder andere sprietelig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt er onderscheid gemaakt bij histologie van hoog en laag risico BCC?

A

Laag risico:
- Superficieel
- Nodulair (Niet agressief)

Hoog risico:
- Sprietelig
- Micronodulair (Agressief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt er onderscheid gemaakt bij locatie van hoog en laag risico BCC?

A

Laag risico:
- Buiten H-zone gelaat
- Romp
- Extremiteiten

Hoog risico:
- H-zone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt er onderscheid gemaakt bij grootte van hoog en laag risico BCC?

A

Laag risico: < 2 cm
Hoog risico: > 2 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt er onderscheid gemaakt bij eerdere behandeling tussen hoog en laag risico BCC?

A

Laag risico: Primair
Hoog risico: Recidief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wordt er als behandeling gedaan bij laag risico?

A

Excisie met 3 mm marge

Topicale therapie (crème) voor superficieel BCC:
- 5-fluorouracil crème
- Imiqiumod crème
- Fotodynamisch therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt er als behandeling gedaan bij hoog risico?

A

Excisie met minimaal 5 mm marge

Moh’s micrografische chirurgie (Bij H-zone in gelaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is Moh’s micrografisch chirurgie?

A
  • 100% snijvlak controle
  • Tweede ronde tumor vrij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van Moh’s therapie?

A

Voordelen:
- Weefselsparend
- Hogere kans radicaliteit
- Lagere kans recidief

Nadelen:
- Arbeidsintensief
- Kostbaarder dan excisie

17
Q

Wat is het risico op een recidief van BCC na moh’s?

A

Recidiefkans na conventionele excisie: 12-14%
Recidiefkans na Moh’s: 4%

18
Q

Wanneer wordt er geen Moh’s gedaan?

A
  • Melanoom/Melanoom In-situ (Wel geschikt voor bijvoorbeeld PCC, merkelcelcarcinomen, DFSP, Talgkliercarcinomen)
  • Voldoende ruimte voor excisie inclusief passende marge
  • Inoperabel
19
Q

Wat zijn orale Hedgehog Inhibitors?

A

Dure behandeling

Wordt aan patiënten gegeven die gemetastaseerd zijn met BCC of wanneer het een lokaal uitgebreid BCC is dat ongeschikt is voor operatief ingrijpen of radiotherapie

20
Q

Wat is kenmerkend voor PCC?

A

Huidkleurige tot erythemateuze plaque/nodus/tumor en pijn

Vaak:
- Schilfering (Keratose)
- Centrale ulceratie
- Omliggende Actinische Keratosen
- Snel bloedend
- Niet genezend

80% in hoofd-hals gebied

21
Q

Wat zijn de risicofactoren voor PCC?

A
  • UV straling (Cumulatief)
  • Arseen
  • Roken
  • Mannen > Vrouwen
  • Huidtype I/II
  • Immuungecompromiteerd (HPV)
  • Chronische huidontstekingen (Ulcera, lichen sclerosus)
22
Q

Wat is Genodermatosen?

A

Xeroderma Pigmentosum:
- DNA repair stoornis
- Autosomaal recessief

Albinisme:
- Geen/weinig melanine
- Meestal oculocutaan (Autosomaal recessief)

23
Q

Wat is de incidentie van PCC?

A
  • 12.000 per jaar (Stijgt 2-3% per jaar)
  • Kans op metastasen: 2-3%
24
Q

Wat is de anamnese bij PCC?

A
  • UV straling: Cumulatief + intermitterend
  • Immunosuppressiva
  • Klachten -> Pijn
  • Dermato-oncologische voorgeschiedenis
  • Andere risicofactoren: Na lokaal trauma, chronische wonden
25
Q

Waar wordt er gekeken tijdens LO bij PCC?

A
  • Omvang van de tumor
  • Aanwijzingen voor peri-neurale uitbreiding
  • Onderliggende structuren (Ingroei spier/kraakbeen, bot)
  • Palpatie drainerende lymfeklierstation
  • Totale huid inspectie
26
Q

Wat is het AO bij PCC?

A

Biopt

Vanaf stadium III: Echo van drainerende lymfeklieren in hoofd-hals gebied

27
Q

Wat is het PCC beleid?

A

Vanaf stadium III en op de lip bespreken in MDO huidkanker

Behandelopties:
- Stadium I: 5 mm marge
- Stadium II: 10 mm marge

Moh’s chirurgie/micrografisch gecontroleerde chirurgie
Radiotherapie

28
Q

Wat is Cemiplimab?

A
  • Anti-PD1 antilichaam
  • Blokkeert de rem op de T-cel immuunrespons tegen de tumor
  • Respons: 46% in locallyadvanced/gemetastaseerd PCC
  • Na 2 jaar 69% ongoing respons
  • 49% van de patiënt ervoor minstens een grade > 3 TEAE
  • In NL: Beschikbaar in DRUG Access Programma