Prepositions of action Flashcards
1
Q
praten tegen
A
talk to
2
Q
langs lopen
A
walk by
3
Q
komen van
A
come from
4
Q
naar binnen lopen
A
walk into
5
Q
rijden op
A
drive in
6
Q
stappen op
A
step into
7
Q
uitschakelen
A
switch off
8
Q
uit iets stappen
A
step out of