Hoofdstuk 31 Flashcards
punten tellen, behalen
to score
de wonderen zijn de wereld nog niet uit
wonders will never cease
ophouden
to cease
teleurstellen
to disappoint
terechtkomen
to hit home
team van de tegenstander
opposing team
logisch zijn
to make sense
sport, spel
game
een fout maken
to foul
opschrijven, optellen
to chalk up
met zich meebrengen
to involve
ik kan je niet meer volgen
You’ve lost me
toernooi
tournament
schaatsen
skating
hoogspringen
high jump
beurt
go
gemiddelde
average
ongeacht
irrespective of
opstellen
to compile
stom
silly
tegenstander
opponent
het ging om het jagen
it involved hunting
het doel
the aim
geweer
rifle
tijd voor een raadsel
time for a riddle
wedstrijdsport
competitive sport
van afstammen, vandaan komen
to originate
publieksport
spectator sport
uitgebreid
extensive
jaarlijks
annual
vertegenwoordigen
to represent
rondreizen in
to tour
blijven
to remain
vervangen
to replace
leegmaken
to clear
toenemen, groeien
to crease
verslaggeving
coverage
vroeger, eens
at one time
tijdverdrijf
pastime
bejaarden
the elderly
in vakken verdeeld
segmented
winnen
to gain
ten gevolge van
as a result of
wedstrijd
contest
meute jachthonden
pack of hounds