Hoofdstuk 14 Flashcards
iemand een zakenvoorstel doen
to put a business proposition to someone
een en al oor zijn
to be all ears
notulen
minutes
opvallen
to strike
uiteindelijk
in the end
een groot succes
rather a success
doodziek
sick and tired
in de lagere prijsklasse
in the lower bracket
chic, hogere prijsklasse
up-market
bijzonder
fancy
vertrouwelijk
confidential
bouwbedrijf
construction business
aandeelhouders
shareholders
uitbreiding
extension
priveonderneming
private enterprise
Raad van Bestuur
Board of Directors
bezwaar maken/ hebben
to object
belangenverstrengeling
conflict of interests
dat zien we dan wel weer
we’ll cross that bridge when we get to it
iets overwegen/ ergens over nadenken
to think something over
mondje dicht
mum’s the word
betaald werk doen (niet indienst)
freelance
in dienst
employed
zelfstandig
self- employed
deeltijd
part-time
voltijd
full-time
werknemer
employee
werkgever
employer
een bedrijf starten
to set up/ start a business
werkloos
unemployed
werkloosheidsuitkering
unemployment benefits
in de bijstand
on the dole
werkloosheidspercentage
unemployment rate
solliciteren
to apply
sollicitatiebrief
letter of application
sollicitatiegesprek
job interview
ontslagen worden
to be fired
afvloeien
to be made redundant
eruit gegooid worden
to be given the sack
eruit gegooid worden
to be given the boot
ontslag nemen
to hand in one’s resignation
ontslag nemen
to quit
nagaan, controleren
to check out
creatief
imaginative