Hoofdstuk 3 Flashcards
to stand
uitstaan
to mind
erg vinden, bezwaar hebben tegen..
never a moment’s peace
geen moment rust
attic
zolder
do come in
kom toch binnen
straightaway
direct
to stretch
rekken
turnoff
afslag
to signpost
van wegwijzers voorzien/ bewegwijzeren
staircase
trap
to redo
vernieuwen
to tile over
betegelen
mouldy
beschimmeld
main bedroom
grote slaapkamer
spare
reserve
he’s dying to
hij wil dolgraag
stairs (meervoud)
trap
lawn
gazon
cellar
kelder
bedsitter
woning bestaande uit een enkele kamer
to stay in lodgings
op kamers wonen
to move into digs
op kamers gaan
cottage
huisje meestal op platteland
stables
stallen
coach-house
koetshuis
the grounds
het land dat bij een huis hoort (groot land)
the garden faces south
de tuin ligt op het zuiden
the sitting room faces west
de zitkamer ligt op het westen
the main bedroom overlooks the driveway
de grote slaapkamer kijkt uit op de oprijlaan
our sitting room gives out onto the garden
onze zitkamer komt uit op de tuin
from the study you look out to the east
vanuit de studeerkamer kijk je uit op het oosten
from the roundabout you have to drive in a north-easterly direction
vanaf de rotonde moet je naar het noordoosten rijden
north-eastern, north easterly
noordoosterlijk
south-western, south-westerly
zuidwestelijk
to the east, west, north, south
naar het oosten, westen, noorden, zuiden
eastern, western, northern, southern
oosterlijk, westelijk, noordelijk, zuidelijk
It’s quite cold outside
het is behoorlijk koud buiten
It’s humid outside
het is vochtig weer
Its pouring with rain
het regent/ giet
there’s frost in the air
er zit vorst in de lucht
the sun is out
de zon schijnt
It’s overcast
het is dichtgetrokken
there’s a gale blowing
het stormt
the wind has reached gale force
de wind heeft stormkracht bereikt
Why don’t you come in?
kom toch binnen
come on in
kom binnen
let me take your coat
geef me je jas maar
Make yourself comfortable
maak het je gemakkelijk
make yourself at home
doe alsof je thuis bent
Have a seat
ga zitten
I think I’ll be going
ik moest maar eens opstappen
I really must go now
ik moet nu echt gaan
thank you for having me
bedankt voor de ontvangst
It’s been a lovely evening
het is een gezellige avond geweest
You must come again
kom nog eens langs
Council house
sociale huurwoning
fixed
vast
local council
gemeente
storey
verdieping
failed to meet the needs
voldeden niet aan de behoeften
tenant
huurders
they had been allowed to
het werd hun toegestaan/ zij mochten
hardship
ontberingen, moeilijkheden
to be forced
gedwongen worden
both…and
zowel…als
plentiful
overvloeding
cottage
huisje op het platteland
thatched roof
rieten dak
holiday home
vakantiehuisje
barn
grote schuur
to convert
verbouwen
to take pride in
trots zijn op
lawn
gazon grasveld
we moesten eens samen lunchen
we must have lunch some time
ik zou het leuk vinden als je eens langs kwam
I’d like you to come round and see us sometime
Wat vind je van aanstaande zondag
What about next Sunday
vanavond om 8 uur dan maar?
Shal we say tonight at eight?
komt maandag je uit?
Would Monday suit you?