Hoofdstuk 15 Flashcards
bekend met
familair with
beroep, bezigheid
occupation
scherpzinnig
astute
makelaar
estate agent
kwalificatie, opleiding die iemand geschikt maakt voor bepaalde baan
qualification
opleiding door de werkgever (praktijkervaring)
on-the-job training
kapot gaan
to break down
ter vervanging
replacement
eerste hulp, EHBO
First Aid
verbandtrommel
First Aid kit
uw tijd is voorbij
your time is up
voorlopig
preliminary
oordeel
verdict
waarschijnlijk
likely
onwaarschijnlijk
unlikely
nog geen uitspraak
to reserve judgment
ik begin voor het eerst aan een nieuwe baan
I’m new to this job
wat voor boeken lees je graag?
What books do you like reading? (or… enjoy reading?)
beurt
turn
een poging wagen
to have a go at
op een bepaald terrein
in a particular field
behandelen, afhandelen
to handle
Arbeiderspartij
Labour
achtergrond
background
dientengevolge
consequently
inkomen
income
uitdaging
challenge
arbeidersklasse
working class
toegewijd
dedicated
massapsychologie
psychology of the masses
ideeen over
views on
onder ogen zien
to face
werkelijkheid
reality
in aanmerking genomen
considering
de eerste ronde
round one
ben is algemeen van mening dat u…..bent
you’ve been voted
stemmen
to vote
overtuigen
to convince
wetenschappelijk medewerker aan universiteit
tutor
werkgroep
tutorial
de huidige maatschappij
today’s society
raken aan
to touch upon
vak
discipline
wijzigen
to modify
lauw
luke warm
wat betreft het feit of…
as to whether
te idealistisch
over idealistic
beoordelingscijfer
mark
zich houden bij
to stick to
onthullen
to reveal
voor de gek houden
to fool
kijker
viewer
besparen
to spare
vreemd, eng
weird
dan ben je de pineut
that would finish you
aflevering
instalment
vragend voornaamwoord
interrogative pronoun (who, what, which)
vragend voornaamwoord voor personen
who (who won the match)
vragend voornaamwoord voor bezit
whose ( whose business is this?)
vragend voornaamwoord voor whom als voorwerpsvorm: lijdend vw, meewerkend vw, of na voorzetsel
Whom (whom have you seen?
whom formeel gebruikt
To whom should I apply? voorzetsel vooraan in zin
whom informeel gebruikt
Whom should I apply to? voorzetsel achteraan in zin
vragende bijwoorden
interrrogative adverb: when, where, how, why
verplicht
compulsory
ongeveer
approx./ approximately
naar de school gaan
to attend school
basisschool groep; kleuterschool
nursery school
basisschool groep; lagereschool
primary school
voortgezet onderwijs
secondary school
met uitsluitend jongens of meisjes
single-sex
scholengemeenschap
comprehensive school
onafhankelijk
independent
(les) geld vragen
to charge a fee
toelatingsexamens
entrance examinations
met intern wonende leerlingen
boarding
toelaten
to admit
examen doen
to sit for an exam
vak
subject
van een cijfer voorzien
to grade
een schaal van 7
a 7-point scale
slagen
to pass
zakken
to fail
gevorderd
advanced
gewild, populair
sought- after
technische hogeschool
polytechnic
in aanmerking komen voor
to be eligible for
beurs
grant
lesgeld
tuition fees
(levens) onderhoud
maintainance