Hoofdstuk 22 Flashcards
1
Q
bezienswaardigheid
A
feature
2
Q
van iemand informatie loskrijgen, uithoren
A
to pick someone’s brain
3
Q
beslag leggen op
A
to impose on/ upon
4
Q
afgesproken
A
it’s a deal
5
Q
noemen/ vermelden
A
to mention
6
Q
dierentuin
A
zoo
7
Q
ceremoniele optocht van soldaten achter hun vlag
A
Trooping the Colour
8
Q
middeleeuws
A
medieval
9
Q
bron
A
spring
10
Q
Romeins
A
Roman
11
Q
uit tweede tijd van Stenen Tijdperk (3.000-10.000 jr geleden)
A
neolithic
12
Q
raaf
A
raven
13
Q
veelvoorkomend
A
common
14
Q
gemeenschappelijk belang
A
common interest
15
Q
aaseter
A
scavenger