Geen lidwoord in engels Flashcards
1
Q
aan het werk
A
at work
2
Q
met de boot
A
by boat
3
Q
met de auto
A
by car
4
Q
met de trein
A
by train
5
Q
uit het hoofd
A
by heart
6
Q
in het zwart
A
in black
7
Q
in het vervolg, voortaan
A
in future
8
Q
in het bijzonder
A
in particular
9
Q
met het oog op
A
in view of
10
Q
ten behoeve van/ namens
A
on behalf of
11
Q
in de handel zijn/ zitten
A
to be in business
12
Q
in de stad zijn
A
to be in town
13
Q
de aandacht vestigen op
A
to draw attention to
14
Q
naar het buitenland gaan
A
to go abroad
15
Q
het geduld verliezen
A
to lose patience