Person-Environment Fit Model (P-E-Fit-Model) Flashcards
Werkstress wordt in het PE Fit model gedefinieerd als
Werkstress wordt gezien als en ‘misfit’ tussen de persoonlijke behoeften en de hulpbronnen in de (werk) omgeving. Of een ‘misfit’ tussen de persoonlijke mogelijkheden en de eisen vanuit de (werk)omgeving.
Werkstress =is een ‘misfit’ tussen de persoonlijke mogelijkheden (hoe snel kan werknemer werken) en de eisen vanuit de (werk)omgeving (productienorm). Daarnaast wordt in het model onderscheidt gemaakt tussen objectieve en subjectieve ‘misfit’.
Zowel een positieve (te veel persoonlijke mogelijkheden) als negatieve (te weinig persoonlijke mogelijkheden) ‘misfit’ leidt tot een stressreactie.
Een belangrijke assumptie binnen dit model is dat er zowel sprake kan zijn van een positieve ‘misfit’ als een negatieve ‘misfit’.
Hoe groter de fit hoe gezonder.
Gezondheid zien als een functie van de ‘fit’ tussen kenmerken van de persoon en van de omgeving.
Definitie werkstress volgens het P-E-Fit-Model:
- De objectieve ‘misfit’ betreft een discrepantie tussen de feitelijke toestand waarin de werknemer zich bevindt en de objectieve kenmerken van die werkomgeving.
- De subjectieve ‘misfit’ heeft betrekking op een discrepantie tussen de kijk van een werknemer op zichzelf en zijn kijk op de (werk)omgeving.
- Zowel een positieve (te veel persoonlijke mogelijkheden) als negatieve (te weinig persoonlijke mogelijkheden) ‘misfit’ leidt tot een stressreactie.
Hoe is PE-Fit model ontstaan?
Aan het Amerikaanse Institute for Social Research (ISR) werd in de jaren zestig een onderzoeksprogramma ten aanzien van de sociale (werk)omgeving en mentale gezondheid opgezet. Vanuit daaruit ontstond de Person-Environment Fit Model (P-E-Fit-Model), dat ervan uitgaat dat stress niet afzonderlijk door de persoon of de omgeving veroorzaakt wordt, maar door de zogeheten passing (fit), of beter gezegd geen passing (misfit), tussen beide.
Person-Environment Fit model uitgelegd
In het model kunnen drie mechanismen worden onderscheiden, die enerzijds betrekking hebben op het hanteren van stressvolle situaties (copinggedrag) en anderzijds op het waarnemen van sociale ondersteuning. Deze mechanismen worden geacht de ‘misfit’ tussen persoon en (werk)omgeving te verminderen.
- Het eerste, actieve copingmechanisme: heeft tot doel de ‘misfit’ tussen de objectieve persoon en de omgeving te verminderen. (Copinggedrag)
- Het tweede, passieve copingmechanisme: heeft als doel de ‘misfit’ tussen de subjectieve persoon en de omgeving te reduceren. (Defensiemechanisme)
- Subjectieve sociale ondersteuning: is de waargenomen hoeveelheid steun van de leidinggevende, collega’s, familie of vrienden. Deze steun wordt verondersteld de subjectieve omgeving rechtstreeks te beïnvloeden.
Empirische evidentie Person-Environment Fit Model
Studies naar het model en de beoordeling hiervan heeft geleidt tot de volgende conclusie:
- De meeste empirische studies hebben zich gericht op de ‘misfit’ tussen behoeften en hulpbronnen (i.p.v. mogelijkheden en vereisten).
- Het merendeel van de onder ‘1’ genoemde studies vond significante relaties tussen ‘misfit’ en stressreacties. (vb vermoeidheid, lichamelijke klachten)
- In enkele studies is gekeken naar de ‘misfit’ tussen persoonlijke mogelijkheden en omgevingsvereisten, en werd het bestaan van kromlijnige relaties met stressreacties bevestigd.
Kanttekeningen Person-Environment Fit Model
- Het model is vrij breed opgezet; er is niet gespecificeerd welke stressoren onderzocht kunnen worden.
- Het model is daardoor meer een samenvoeging van een aantal conceptuele categorieën, dan een weerspiegeling van een bepaalde theorie.
- In de meeste studies is enkel gekeken naar de ‘misfit’ tussen de subjectieve persoon en de omgeving. Een ‘echte’ objectieve ‘misfit’ tussen persoon en omgeving blijkt moeilijk te bepalen.
- Er is geen adequate theorie (en hypothese) met betrekking tot de vraag in welke gevallen de P-E Fit bepaald moet worden aan de hand van ‘behoefte en voorziening’ en in welke gevallen aan de hand van ‘mogelijkheden en vereisten’.
Lucid pagina 1 PE-Fit
Copinggedrag heeft effect op objectieve fit
Defensiemechanisme heeft effect op subjectieve misfit
Sociale ondersteuning heeft direct effect op subjectieve omgeving (niet de persoon).
Objectieve omgeving heeft effect op subjectieve omgeving
Objectieve persoon heeft effect op subjectieve persoon
Lucid pagina 2 PE-Fit
Wat is een objectieve misfit?
betreft een discrepantie tussen de feitelijke toestand waarin de werknemer zich bevindt en de objectieve kenmerken van die werkomgeving.
Wat is een subjectieve ‘misfit’?
De subjectieve ‘misfit’heeft betrekking op een discrepantie tussen de kijk van een werknemer op zichzelf en zijn kijk op de (werk)omgeving.
Subjectieve sociale ondersteuning
is de waargenomen hoeveelheid steun van de leidinggevende, collega’s, familie of vrienden. Deze steun wordt verondersteld de subjectieve omgeving rechtstreeks te beïnvloeden
Copinggedrag
Het eerste, actieve copingmechanisme: heeft tot doel de ‘misfit’ tussen de objectieve persoon en de omgeving te verminderen. ()
Defensiemechanisme
Het tweede,passieve copingmechanisme: heeft als doel de ‘misfit’ tussen de subjectieve persoon en de omgeving te reduceren.()
Q-Sort-Techniek
Q-Sort-Techniek waarmee individuen hun persoonlijke waarden konden weergeven en organisatieleden de waarden van de organisatie.
Bij overeenstemming tussen de 2 waarden waren werknemers meer tevreden en betrokken en minder geneigd organisatie te verlaten.
Welke drie mechanismen worden geacht de misfit tussen persoon en werkomgeving te verminderen? Geef bij elk mechanisme een voorbeeld uit de case.
Sociale ondersteuning: door wie en hoe wordt de werkgever of werknemer ondersteund? Door wie continu en door wie als het nodig is? Denk aan werk en privé. Het gaat om hoe deze steun wordt ervaren. In de case ervaart de heer Pieterse geen steun van zijn leidinggevende. De collega’s bij wie hij vroeger steun vond, zijn overgeplaatst. Door contact op te nemen met zijn collega’s wordt de misfit verminderd.
Copinggedrag: dit is het actieve oplossingsgerichte, bewuste gedrag dat wordt toegepast. Bijvoorbeeld de vraag van de heer Pieterse of hij een cursus kan volgen.
Defensiemechanismen: dit is een passieve manier van omgaan met de misfit (de omgeving en de subjectieve persoon sluiten niet goed op elkaar aan). Dit kan bijvoorbeeld door verdringing het geval zijn. De heer Pieterse besluit om er niet meer over na te denken. (De psychologie van arbeid en gezondheid, hoofdstuk 2, pagina 29)