H9 werk- en organisatiegerichte interventies Flashcards

1
Q

doel interventies

A

1) arbeidsmotivatie
2) welbevinden
3) gezondheid te verhogen
4) werkstress te verminderen

Werkgerichte maatregelen met betrekking tot de inhoud en de organisatie van het werk. Dit is de psychosociale werkomgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Er zijn 4 deels overlappende disciplines

A

A&O-psychologie, en

A&G-psychologie,

ergonomie,

bedrijfskunde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De psychosociale werkomgeving is van grote invloed op welbevinden en gezondheid van de werknemer

A

Invloed kan zowel positief zijn (voldoening, bevlogenheid en persoonlijke ontwikkeling) als

negatief (moe, irritatie, fouten maken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hacker(1978) ontwikkelde vier ontwerpcriteria ter ‘certificering’ van arbeid:

A
  1. Uitvoerbaarheid: Gedurende langere tijd fysiek en cognitief vol te houden
  2. Onschadelijkheid: ook op langere termijn geen gezondheidsschade
  3. Verdraagbaarheid: werk moet zonder bovenmatige inspanning of vermoeidheid gedaan worden
  4. Persoonlijkheidsontwikkeling : door arbeid kennis op peil houden, arbeidsmotivatie en pers. ontwikkelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

15 niet-werkfactoren die de gezondheid kunnen beïnvloeden

A
  • Fysieke constitutie
  • Vrijetijdsbesteding
  • Geslacht
  • Eerdere zieken en ongelukken
  • Fysieke omgeving
  • Thuissituatie
  • Persoonlijkheidskenmerken
  • Sociaaleconomische status
  • Werksituatie
  • Gezondheidsgedrag
  • leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Werksituatie is wel een zeer dominante factor:

A
  • Werken in lawaai
  • Tillen zware lasten
  • Werken met schadelijke chemische agentia
  • Verrichten van kortcyclische handelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Organo-psychosyndroom

A

ook wel schilderszieke genoemd, oplosmiddelen tasten het centraal zenuwstelsel aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zeven theoretische benaderingen vergeleken:

Welke taakkenmerken(welke factoren in de psychosociale omgeving) zijn het belangrijkst bij het verklaren van verschillen in arbeidsmotivatie, welbevinden en gezondheid ?

A
  1. Job Characteristics Model (Hackman en Oldham, 1980)
  2. Michigan Model (Kahn, Wolfe, Quinn, Snoeck & Rosenthal, 1964)
  3. Demand Control Model ( Karasek, 1998)
  4. Moderne Sociotechniek (Kuipers & van Amelsvoort, 19900
  5. Handelingstheorie (Hacker, 1998)
  6. Effort-Reward Imbalance Model (Siegrist, 2001)
  7. Vitaminemodel (Warr, 1996)
    8.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Belangrijkste werkkenmerken van belangrijk naar minder belangrijk:

A
  • Taakvariatie (6)( skill variety) ; beroep doen op verschillende vaardigheden
  • taakeisen (6)(job demands) ; werkdruk, mate beroep doen op verwerkingsvermogen
  • autonomie (6)(control) ; mate waarin werknemer zelf beslissingen in en over werk kan nemen
  • sociale ondersteuning (4) (social support) mate van immateriële en materiële steun van anderen
  • feedback (3); mate van terugkoppeling en informatie over kwaliteit van werk of effect op handelen
  • taakidentiteit (3) (task identity) ; mate waarin taak een duidelijk en betekenisvol geheel van activiteiten is
  • taakbelang (3) (task significance) ; mate waarin taak van belang is voor anderen
  • arbeidszekerheid (3) (job security) – mate waarin arbeidsrelatie gegarandeerd is
  • beloning (2) (pay)- materiële beloning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op basis van de 7 onderzoeken is de conclusie dat goed, gezond en productief werk er als volgt uitziet:

A
  • gevarieerd zijn
  • hoge maar niet te hoge eisen stellen
  • de werknemer in staat stellen zelf beslissingen te nemen
  • goede functionele en sociale contacten mogelijk maken
  • de werknemer informeren en inzicht geven in behaalde resultaten
  • min of meer afgerond geheel van taken vormen
  • uitgevoerd worden in een arbeidszekere context
  • billijk gehonoreerd worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Interventies kunnen zich richten op:

A
  • werksituatie
  • werknemer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 typen preventie:

A
  • interventie gericht op oorzaken van stress te elimineren (primair preventief)
  • interventie die beoogt te voorkomen dat stressverschijnselen verergeren of dat werknemers met stressverschijnselen uitvallen (secundair)
  • behandelen van werknemers met ernstige stressverschijnselen (tertiair)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Figuur preventie en interventie: 4 kwadranten

A
  • Kwadrant 1: veranderingen in arbeidsinhoud (‘job redesign’)
    • ergonomische verbeteringen,
    • betere werk/rusttijden, beperken overwerk, ploegenroosters, pauzeregelingen
    • betere stijl van leidinggeven
  • Kwadrant 2: vergelijkbaar kwadrant 1 maar dan voor speciale vooraf gekozen groepen (vb ouderen)
  • Kwadrant 3: betreffen personeelsbeleid
    • selectie,
    • aanstellingskeuringen
    • gezondheidsbevorderende programma’s bv bedrijfsfitness
  • Kwadrant 4: betreffen individueel maatwerk
    • Re-integratie na ziekmelding
    • Ondersteuningsprogramma’s bij PTSS
    • Coaching en counseling

Maatregelen kunnen in meer dan één kwadrant gesitueerd zijn. Hou vooral de gezonde als de zieke werknemer in het oog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wettelijk kader: het primaat voor primaire preventie

A

De Europese Kaderrichtlijn(1993) met betrekking tot gezondheid en veiligheid op het werk stelt dat de werkgever verplicht is zorg te dragen voor veiligheid en gezondheid van medewerkers en de volgende preventieprincipes dient te volgen:

  • risico’s vermijden,
  • risico’s die niet vermeden kun worden evalueren,
  • risico’s bestrijden bij de bron,
  • werk aanpassen aan werknemer,
  • ontwikkelen van samenhangend algemeen preventiebeleid met betrekking op
    • technologie
    • de organisatie van werk
    • arbeidsvoorwaarden
    • sociale verhoudingen
    • invloed van factoren die met arbeidsomstandigheden samenhangen.

Nadruk ligt dus op primaire preventie. Ook in de Arbowet uit Nederland kiest men voor voorkomen is beter dan genezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom hebben bedrijven een voorkeur voor persoonsgerichte maatregelen?

A
  1. Individugerichte waarden en normen van management in bedrijven
  2. Traditionele focus van Psychologie en bedrijfsgezondheidszorg op individuele verschillen en behandeling
  3. Moeilijkheid om in bedrijfspraktijk volgens methodologische regels interventieonderzoek te doen
  4. Gebrek aan aandacht voor de potentiële bedrijfskundige baten van interventies.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

overzicht interventies

A

Taakkenmerkenmodel(Hackman en Oldham, 1980)

Moderne Sociotechniek

Handelingstheorie

17
Q

Taakkenmerkenmodel(Hackman en Oldham, 1980) onderscheidt vijf remedies bij gebrekkige taakkenmerken

A
  1. Taakverbreding: bij weinig afwisseling en geringe taakidentiteit
    • Toevoegen van op elkaar aansluitende uitvoerende taken
    • Door taakverbreding neemt cyclustijd toe
  2. Instellen van klantrelaties en klantgerichte structuur: bij geringe afwisseling, autonomie en feedback
    • Werknemers gaan zelf contacten onderhouden met klant, afnemer
  3. Creëren van natuurlijke werkeenheden: bij geringe taakidentiteit en geringe taakbelang
    • Werknemers met vergelijkbare of gerelateerde taken gaan deel uitmaken van team
    • Bv chauffeursteams OV met vaste leidinggevende en aantal eigen bevoegdheden
  4. Taakverrijking: bij geringe mate van autonomie
    • Het toeveogen van planning, organisatie en controletaken aan uitvoerende taken
    • Meer denk- en regelwerk toevoegen
    • Bv schoonmakers ook verantw. Voor controleren en aanvullen van voorraad schoonmaakmiddelen en bepalen zelf welke activiteiten nodig zijn
  5. Instellen van feedbackkanalen: bij geen/weinig feedback
    • De werknemer wordt tijdig en adequaat geïnformeerd over de kwaliteit en effecten van de eigen werkzaamheden
18
Q

Moderne Sociotechniek

A

is ontwerpleer, beogen van integrale reconstructie van het gehele productieproces. Twee leidende ontwerpprincipes zijn:

  • minimale arbeidsdeling
    • een taak of functie zo min mogelijk splitsen in subtaken.
  • autonome/zelfsturende teams
    • als bouwsteen van de arbeidsorganisatie.
19
Q

Scientific management van Taylor

A

Juist scheiding van taken dan is men beter uitwisselbaar voor een taak, makkelijker werk overnemen van elkaar.

20
Q

Definitie van autonome werkgroep

A

groep mensen, in vast werkverband en constante samenstelling die voor uitvoeren, evalueren, verbeteren (..) van een duidelijk afgeronde productietaak verantwoordelijk zijn (…).

21
Q

Handelingstheorie, heeft acht principes

A
  1. Eigen werkstrategie kunnen kiezen
  2. Werk moet bestaan uit ‘volledige’ taken
  3. Regelproblemen die niet tot de taak zelf behoren (verstoringen, interrupties), beperken.
  4. Actief kunnen handelen in het werk
  5. Autonomie moeten regelmogelijkheden (autonomie) hebben zodat adequaat gehandeld kan worden
  6. Goed getrainde werknemers
  7. Zekere complexiteit van het werk om competenties op peil te houden
  8. Feedback ontvangen
22
Q

Elkin en Rosch (1990) noemen maatregelen om de invloed van de werknemer op de arbeidstaak en -omgeving:

A
  1. reorganiseren van beslissingsstructuur, plattere organisatie
  2. herstructuren van organisatorische eenheden (bv samenvoegen afdelingen)
  3. besluitvorming veranderen (bevorderen participatie werknemers bij relevante beslissingen)
  4. taakherontwerp (meer autonomie geven over het werk en de werkroosters
  5. ergonomische herontwerp (bv betere software)
  6. veranderen van arbeidsrollen (bv duidelijke taakafbakening)
  7. meer ondersteunend klimaat met meer constructieve feedback op arbeidsprestaties
  8. rechtvaardiger beloningssysteem

Kernelement: bevorderen van een grotere individuele invloed op arbeidstaak en – omgeving

23
Q

Quick et al. (1997) preventief stressmanagement

A
  1. taakherontwerp (‘job redesign’)
  2. participatief leiderschap (‘participative management’
  3. ergonomisch ontwerp
  4. flexibele werkschema’s
  5. loopbaanontwikkeling
24
Q

Kompier en Marcelissen (1990) onderscheiden maatregelen in vier domeinen:

A
  1. arbeidsinhoud (bv taakroulatie, -verbreding en -verreiking, werkoverleg instellen, taakgroep vormen)
  2. arbeidsomstandigheden (bv ergonomische verbeteringen)
  3. arbeidsvoorwaarden (bv werk- en rusttijden, beloning, baanzekerheid, loopbaanmogelijkheden)
  4. arbeidsverhoudingen bv wijze van leiding geven en werkoverleg, verbeteren onderlinge verhoudingen
25
Q

Twee conclusies kunnen getrokken

A
  1. Sommige benaderingen richten zich op de taak zelf arbeidsinhoud (Taakkenmerkenmodel, Handelingstheorie) andere geven breder overzicht van interventies waarbij tevens gekeken wordt naar arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden , arbeidsverhoudingen (werkstressliteratuur en moderne sociotechniek)
  2. Er is een hoge mate van consensus ter verbetering van arbeidsmotivatie, welbevinden en gezondheid en ter vermindering van stress(maatregelen op gebied van arbeidsinhoud, -omstandigheden, -voorwaarden, -verhoudingen.
26
Q

Semmer (2011) maakt onderscheid tussen drie typen interventies die resp. betrekking hebben op:

A
  • arbeidsinhoud en ergonomie (ook arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden)
  • vergroten van rolduidelijkheid,
  • verbeteren van sociale relaties,
  • multipele veranderingen.

Bij het overzicht van empirisch onderzoek wordt deze indelingvan Senner gevolgd.

27
Q

Sheffield studies

A

Baanbrekend zijn de Sheffield studies.

Op grond hiervan kan geconcludeerd worden:

  • team based work leidt tot verrijkt werk (‘job enrichment’ vooral voor de teamleiders)
  • taakverrijking kan tot betere gezondheid en meer tevredenheid van werknemers leiden
  • ergonomische interventies (zowel ‘klassieke’ ergonomische verbeteringen als ook experimenten met werk/rusttijden, flexibele werkschema’s) veroorzaken meestal positieve effecten, echter deze kunnen niet gegarandeerd worden.
28
Q

Vergroten van de rolduidelijkheid en het verbeteren van sociale relaties

A

Vaak betreft het hier verbeteren van communicatie en feedback, verbeteren samenwerking, taakverduidelijking, reductie conflicten.

Ook deze kunnen positieve effecten veroorzaken maar dit is niet altijd het geval. Voorbeelden zijn invoeren of verbeteren werkoverleg, kwaliteitskringen, beter organiseren informatieoverdracht, communicatie en feedback.

29
Q

Project ‘Gezond werken aan gezondheid’ Stappen:

A

voorbereiding, analyse, keuze van maatregelen, implementatie, evaluatie.

In zijn algemeenheid kan men concluderen dit type meeromvattende projecten het werkplezier verhoogt en het ziekteverzuim vermindert.

30
Q

Onderzoek Zweeds postorderbedrijf

A

Autonomie was na één jaar toegenomen en ziekteverzuim afgenomen. Als belangrijkste stimulerende factor werd genoemd de samenwerking tussen management en vertegenwoordigers van het personeel. Knelpunten vastgesteld door gevalideerde vragenlijst.

Oplossingen als

  • betere informatievoorziening,
  • vorming kleine autonome productie-eenheden.
  • Werknemers actieve rol bij plannen en invoeren.
31
Q

Job-crafting

A

proactiefgedrag van werknemers waarbij zij proberen hun eigen taakeisen en werkgerelateerde hulpbronnen te optimaliseren.

Wegnemen belemmeringen.

  1. Interventie start met voormeting van JD-R componenten (werkbelegin, job-craftinggedrag, prestaties
  2. Training, leren hoe dmlv. Job-crafting hun werkomgeving kunnen aanpassen
  3. Oefenen hoe ze dit met collega’s kunnen afstemmen
  4. Maken persoonlijk craftingplan, en job-crafting doelen en hoe bereiken doelen
  5. Na 7-10 weken nameting
32
Q

Succes van interventies

A

Succes van interventies hangt niet alleen af van de getroffen maatregelen maar ook van de wijze waarop de interventies gekozen en geïmplementeerd zijn en van de methodologische kwaliteit van het interventieonderzoek.

Er kan weerstand ontstaan indien de maatregelen op een slechte manier worden geïntroduceerd (het ‘hoe’). Vijf belangrijke succesfactoren zijn:

  1. Stapsgewijze en systematische aanpak (voorbereiding, analyse, keuze, implementatie, evaluatie)
  2. Adequate diagnose, geen interventie doen als er geen klachten zijn
  3. Op diagnose gebaseerde theoretisch gefundeerde combinatie van werk- en werknemergerichte maatregelen
  4. Participatieve aanpak (actieve betrokkenheid van werknemers en middenkader, zij dienen als expert erkend te worden
  5. Steun van het (top)management (het moet deel uit gaan maken van de normalen taken in de lijn)