H11 Onderzoek Flashcards
Cross-sectioneel onderzoek
- Meeste A&G onderzoek is cross-sectioneel.
- Op één moment in tijd worden metingen verricht bij een groep werknemers.
- Zulke gegevens kunnen vervolgens met elkaar in verband worden gebracht.
- Voorts kan men vaststellen wat de prevalentie is van bepaalde aspecten van arbeid en gezondheid.
- Nadeel is dat oorzaak en gevolg moeilijk te scheiden zijn.
Cross-sectioneel of dwarsdoornsnede onderzoek: dit komt vaak voor, het is als het ware een momentopname. Verbanden tussen gegevens kunnen in kaart worden gebracht (correlaties: bijvoorbeeld: als de taakeisen toenemen dan valt op dat de vermoeidheid hoger is). Causale verbanden kunnen niet/ moeilijk aangetoond worden (hoge taakeisen zijn de oorzaak van vermoeidheid bijvoorbeeld).
Longitudinaal onderzoek
- Meer dan één meting
- Dezelfde werknemers in tijd gevolgd.
Longitudinaal onderzoek maakt als het ware een film van een situatie.
Op meerdere momenten worden dezelfde variabelen gemeten. Belangrijke criteria van dit onderzoek zijn:
- het onderzoeksmodel (theorie over oorzaken en samenhang van criteria),
- tijdsinterval (niet te kort, niet te lang) en
- de steekproef.
Longitudinaal onderzoek
De belangrijkste criteria waaraan voldaan moet worden betreffen
- onderzoeksmodel
- het tijdsinterval en
- de steekproef.
Longitudinaal onderzoek - onderzoeksmodel
Compleet paneldesign:
Dezelfde groep deelnemers wordt herhaald ondervraagd waarbij gebruik wordt gemaakt van dezelfde variabelen(i.e onafhankelijke en afhankelijke variabelen op meer tijdstippen gemeten met dezelfde meetinstrumenten).
Longitudinaal onderzoek - het tijdsinterval
Het tijdsinterval tussen de metingen die worden uitgevoerd zijn van groot belang.
Men is erover eens dat de tijdsintervallen zo opgesteld moeten worden dat variabele X in ieder geval tijd heeft om variabel Y te beïnvloeden.
Tijdsintervallen dienen rekening te houden met tussentijdse veranderingen of storende factoren die de te onderzoeken relatie kunnen beïnvloeden.
Keuze voor een bepaalde tijdsinterval is vaak pragmatisch.
Longitudinaal onderzoek - de steekproef.
Steekproefomvang en homogeniteit moet goed beschreven worden. Minimale aantal deelnemers is een paar honderd. Niet iedereen zal willen meewerken aan het onderzoek. Men dient verder rekening te houden met factoren als:
• non-respons,
• healthy-worker effect (selectiebias dat vooral de gezonde meedoen)
• restriction-of-range. (vooral gezonde en vitale werknemers doen mee aan 2de onderzoek)
Storende factoren in longitudinaal onderzoek, t.w.
- tussentijdse voorval
- rijping of groei
- testeffect
- instrumentatie (zelfde meetinstrument)
- selectie en statistische regressie (zelfde doelgroep)
- uitval
- niet-representatieve steekproeven
Er zijn verschillende soorten relaties te onderscheiden in onderzoeksmodel
- Synchrone relaties: tussen variabelen die op hetzelfde tijdstip gemeten zijn.
- Autocorrelaties: verwijzen naar verbanden tussen een bepaalde variabele gemeten op T1 en dezelfde variabele op T2. Dit verband geeft de stabiliteit van een construct over tijd weer en is vaak vrij sterk.
- Cross lagged relatie: over de relatie tussen een bepaalde variabele zoals gemeten op T1 en een andere variabele zoals gemeten op T2
Om in een compleet paneldesign een samenhang in causale termen te kunnen duiden moet voldaan worden aan de volgende eisen:
- Statistisch verband tussen variabele X en variabele Y
- Oorzakelijke variabele X gaat altijd vooraf aan uitkomstvariabele Y
- Invloed van ‘derde variabelen’ op de relatie tussen X en Y kan worden uitgesloten.
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen drie soorten causale relaties:
- Gewone causale relaties: X heeft effect op Y
- Omgekeerde causaliteit: Y beïnvloedt X
- Reciproke causaliteit: X en Y beïnvloeden elkaar
Omgekeerde causaliteit
door vermoeidheid maakt men bv. meer fouten wat de werkdruk doet toenemen(herstel van fouten).
Reciproke causaliteit:
werkomstandigheden worden beïnvloed door de perceptie van stressoren. Zo zouden vermoeide werknemers meer werkstressoren kunnen waarnemen.
(zie ook Sociale-informatieverwerkingsbenadering, Salancik & Pfeffer , p 222)
Het is weliswaar aannemelijk dat stressoren de initiator van het stressproces zijn maar het is ook denkbaar dat werknemers met vermoeidheid het proces zelf in gang zetten
Soorten onderzoek
Cross-sectioneel onderzoek
Longitudinaal onderzoek
Dagboekonderzoek
Experimenteel onderzoek
Meta-analyse
Multiniveau onderzoek
Dagboekonderzoek
Fluctuaties in stemmingen, emoties, gedachten en gedragingen van werknemers fluctureren vaak over korte perioden. Met dagboekonderzoek kunnen deze fluctuaties in kaart worden gebracht. Men wordt gevraagd meerdere keren per dag korte vragenlijsten in te vullen.
Dagelijkse fluctuaties in stemming, vermoeidheid en werkbevlogenheid hebben belangrijke gevolgen voor arbeidssatisfactie, extra-rolgedrag en arbeidsprestaties. Met dagboekonderzoek zijn deze fluctuaties in kaart te brengen en aan elkaar te koppelen. Er worden dan bv. een of meerdere vragenlijsten op een dag afgenomen. Voordelen zijn dat retrospectieve vertekening verminderd, de data in de natuurlijke omgeving worden verzameld en de mogelijkheid tot het onderzoeken van fluctuaties in gevoelens, gedachten en gedragingen.
Drie categorieën dagboekonderzoek:
- signal-contingent-methoden (= experience-sampling), via email of sms etc vraag om in te vullen lijst
- event-contingent-methode (steeds invullen na een bepaalde lastige situatie)
- interval-contingent-methode (dagelijks op meerdere tijdstippen)