H25 baanonzekerheid Flashcards
1
Q
Wat is ‘baanonzekerheid’
A
- zich met werkloosheid bedreigt voelen
- subjectieve perceptie, over het algemeen komt de subjectieve inschatting overeen met objectieve
- discrepentie tussen wat men wenst (zekerheid over toekomst huidige baan) en wat men krijgt (perceptie dat baan op de tocht staat)
- subjectieve perceptie wordt mede gevormd door persoonlijkheid maar zit niet alleen tussen de oren
2
Q
gevolgen van baanonzekerheid
A
Gevolgen voor individu
Gevolgen voor organisatie
Ruimere gevolgen
3
Q
Gevolgen voor individu
van baanonzekerheid
A
- psychisch welbevinden en lichamelijke gezondheid
- stressreacties
- slaapproblemen
- verhoogde bloeddruk en cholesterol
- verhoogde vatbaarheid voor infecties
- verhoogd gebruik antidepressiva en roken
4
Q
Gevolgen voor organisatie
van baanonzekerheid
A
- gering vertrouwen in de bedrijfsleiding
- lagere bedrijfsbinding
- lagere organisatiebetrokkenheid
- wens om organisatie te verlaten
- lagere arbeidsmotivatie
- minder extra-rol gedrag (OCB)
- contraproductief gedrag (verzuim en verloop)
- concurrentiepositie verzwakt
- pestgedrag neemt toe
5
Q
Ruimere gevolgen
van baanonzekerheid
A
- ook rol op gezinsleven en werk-thuisbalans
* crossover naar de partner
6
Q
kwantitatieve baanonzekerheid
A
verlies van huidige baan, verlies van werk, inkomen, status, sociale contacten
7
Q
baanonzekerheid
A
- onvoorspelbaarheid, moeilijk om in de toekomst te kijken, machteloosheid
- psychologisch contract heeft breuk (tussen werkgever en werknemer), hun loyaliteit en inzet krijgen ze niets meer voor terug
- ZDT – frustreert de basisbehoeften.
8
Q
Moderatoren
baanonzekerheid
A
- Demografische variabelen; geslacht en leeftijd, geschooldheid
- Persoonlijke hulpbronnen: attituden van werknemer ‘locus of control’
9
Q
Interventies
baanonzekerheid
A
- Reduceren van onzekerheid – verbeteren van de communicatie, open en eerlijk en tijdig,
- Inspraak
- Versterken van relevantie vaardigheden van hun werknemers waardoor ze makkelijker ander werk vinden