H18 Burn-out en bevlogenheid Flashcards

1
Q

Burn-out

A

Uitputting, distantie en verminderde competentie.

Burn-out bij medewerkers heeft te maken met de wijze waarop het werk is ingericht en de organisatie functioneert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bevlogenheid

A

Bevlogenheid is tegenhanger van burn-out.

Bevlogenheid heeft als soort van feedbackloop weer een positieve invloed op de eigen-effectiviteit als de aanwezigheid van energiebronnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

meten burn-out

A

Maslach Burn-out Inventory (MBI) is in Nederland de Utrechtse Burn-out Schaal (UBOS) opvolger van UBOOS is Burn-out Assessment Tool (BAT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zes conclusies naar onderzoek oorzaken en gevolgen burn-out

A
  1. Kwantitatieve taakeisen, zoals werkdruk en tijdsdruk zijn sterker gerelateerd aan burn-out dan kwalitatieve, emotionele taakeisen
  2. De relaties van burn-out met werkkenmerken zijn sterker dan die met persoonskenmerken. Ook de belasting die uit de interferentie van werk- en thuissituatie voortvloeit, is relatief sterk gerelateerd aan burn-out
  3. Over het algemeen zijn relaties met de uitputtingsdimensie van burn-out het sterkst, gevolgd door distantie en verminderde competentie.
  4. Burn-out is tamelijk stabiel in de tijd, zelfs over 10 jaar
  5. Relaties tussen sociobiografische kenmerken en burn-out zijn in de regel zwak en weinig consistent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een negatieve uitwisselingsrelatie

A
  • is een chronische discrepantie tussen de ‘baten’ en de ‘kosten’, iemand loopt zich het vuur uit de sloffen en krijgt daar niets voor terug.
  • heet ook wel gebrek aan wederkerigheid (reciprociteit).
  • Niet alleen op interpersoonlijk niveau maar ook op teamniveau.
  • Leidt tot burn-out
  • Leidt tot vormen van mentale en/of fysieke terugtrekking (weggaan, verminderde betrokkenheid, ziekteverzuim)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mogelijke oorzaken van burn-out

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mogelijke gevolgen van burn-out

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

burn-out en persoonlijkheid

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Individuele interventies burn-out

A
  1. moeten ingrijpen op spanningsklachten en ongezonde manieren van stresshantering.
  2. Moeten risicofactoren die met persoonlijkheid te maken hebben aangepakt worden
  3. Mobiliseren van sociale steun, zowel op werk als thuis
  4. Aanleren van vaardigheden zoals timemanagement en assertiviteit
  5. Voorkomen dat er nieuwe klachten optreden

Wat helpt bij milde burn-out

  1. Mindfulness
  2. Ontspanning
  3. Cognitief-gedragsmatige aanpak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Organisatiegerichte interventiestrategieën burn-out

A
  • Uitzoeken wat de specifieke taakeisen en energiebronnen zijn in de organisatie die verantwoordelijk zijn voor werkstress en arbeidsplezier
  • Taak-herontwerp
  • Ontwikkelen goed loopbaanbeleid
  • Aandacht voor communicatie
  • Besluitvorming en conflicthantering
  • Management development
  • Verbetering van het leiderschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

sociale uitwisseling en burn-out

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

mogelijke oorzaken (energiebronnen), gevolgen (werkattitudes en prestaties) en correlaten (persoonlijkheid) van bevlogenheid

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Conservation of Resources-theorie

A

voorspelt een cumulatie van persoonlijk en werk hulpbronnen, mensen streven ernaar hulpbronnen te verkrijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3 soorten individuele interventies om bevlogenheid te stimuleren

A

Bij bevlogenheid stimuleren gaat het om amplitie. Alle werknemers hebben baat bij de positieve op verbetering gerichte benadering. Er zijn 3 soorten individuele interventies:

  • gedragsmatige strategieën
  • dankbaarheid tonen jegens anderen op het werk
  • goed nieuws op het werk met elkaar delen
  • cognitieve strategieën
  • je zegeningen tellen
  • cultiveren van optimisme
  • motivationele strategieën
  • uitdagende en specifieke doelen stellen
  • je eigen weerbaarheid vergroten

Groepsgewijze interventies enigszins effectiever dan op het individu gerichte interventies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Organisatiegerichte interventies om bevlogenheid te vergroten

A
  • het vergroten van energiebronnen (via taak-herontwerp)
  • Training en opleiding
  • Bevorderen van coachend leiderschap
  • Actief loopbaanbeleid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Burn-out en bevlogenheid

A

Een bevlogen medewerker gaat op in het werk. Dat geldt ook voor een workaholic. Beiden hebben een hoog energieniveau (i.t.t. Iemand met burn-out). Een belangrijk verschil heeft te maken met moeten (dwangmatigheid) en kunnen. Een workaholic moet werken en wil controle houden, hij kan niet anders, anders voelt hij zich schuldig dat het werk niet af is. Een bevlogen iemand heeft plezier aan het werk en heeft ook plezier na het werk, ook als het niet af is.

Een workaholic is iemand die veel tijd aan het werk besteed, zodra hij de kans krijgt, denkt voortdurend aan het werk en werkt meer dan redelijkerwijs verwacht mag worden.

Interventies voor workaholics kunnen zijn: gevolgen bestrijden (zoals huwelijksproblemen en burn-out), disfunctionele gedragingen/cognities aanpakken, timemanagement of ‘voldoende is goed genoeg’, assertiviteitstraining, systeembenadering in gezin en zelfhulpgroepen. Effectiviteit is nog onduidelijk, evidence-based praktijk ontbreekt nog.