Job Demands-Resources Model (JD-R) Flashcards

1
Q

J-D-R bevlogenheid

A

J-D-R bevlogenheid is essentiele, mediërende schakel in motivatieproces, energiebronen via bevlogenheid naar werkprestatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Oorsprong Job Demands-Resources Model

A

Het Job Demands-Resources Model (JD-R model) of in het Nederlands het Werkstressoren Energiebronnen Burn-out Model (WEB model) is eind jaren 90 ontwikkeld. Meest gebruikte model.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het JD-R model gaat uit van drie veronderstellingen:

A
  1. Elke beroepsgroep heeft zijn eigen specifieke risicofactoren voor stress en motivatie, maar deze zijn onder te verdelen in twee brede categorieën:
    1. Taakeisen: te leveren inspanningen. (vb werkdruk, rolproblemen, taakinterrupties)
      1. Wanneer hoge taakeisen zich bij voortduring voordoen terwijl er onvoldoende mogelijkheid voor herstel is, zullen deze de gedaante van werkstressoren aannemen.
    2. Energiebronnen: beschikbare mogelijkheden in het werk of in de werksituatie. (vb loopbaanmogelijkheden, steun van collega’s, feedback)
  2. Het JD-R model veronderstelt twee parallelle processen
    1. In het eerste, energetische, stressproces leiden veeleisende aspecten van het werk tot een voortdurende aantasting van de energiereserves en daarmee op de lange duur tot mentale uitputting (burn-out), wat kan resulteren in negatieve uitkomsten zoals arbeidsverzuim, gezondheidsklachten.
    2. Het tweede proces is motivationeel van aard en veronderstelt dat de aanwezigheid van energiebronnen, vanwege hun intrinsiek motivationele kwaliteiten, zal leiden tot bevlogenheid: een positieve psychologische toestand die wordt gekenmerkt door vitaliteit, toewijding en absorptie.
      1. I. Dit kan weer resulteren in positieve uitkomsten, zoals organisatiebetrokkenheid en een goede arbeidsprestatie.
    3. Dwarsverbanden in het model:
      1. afwezigheid van energiebronnen zal stressreacties bevorderen, welke zal leiden tot minder positieve uitkomsten.
      2. De aanwezigheid van bepaalde taakeisen kunnen motivationele processen bevorderen.
      3. Taakeisen en energiebronnen zijn negatief gerelateerd (als taakeisen hoog zijn, zijn er vaak weinig energiebronnen en vice versa).
      4. Stressreacties en bevlogenheid zijn negatief gerelateerd.
  3. De derde veronderstelling is tweedelig en kan samengevat worden als het interactie-effect van taakeisen en energiebronnen op zowel stressreacties als bevlogenheid (stippellijnen).
    1. Enerzijds wordt verwacht dat energiebronnen de ongewenste invloed van taakeisen op stressreacties (bv burn-out) en daarmee op negatieve uitkomsten kunnen compenseren. = energiebronnen hebben bufferend effect.
    2. Anderzijds zullen energiebronnen vooral een positief effect op motivationele aspecten als bevlogenheid hebben als het er echt om gaat, dus als de taakeisen hoog zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 processen in JD-R model

A

1 stressproces

  1. In het eerste, energetische, stressproces leiden veeleisende aspecten van het werk tot een voortdurende aantasting van de energiereserves en daarmee op de lange duur tot mentale uitputting (burn-out), wat kan resulteren in negatieve uitkomsten zoals arbeidsverzuim, gezondheidsklachten.

2 motivationeel

  1. Het tweede proces is motivationeel van aard en veronderstelt dat de aanwezigheid van energiebronnen, vanwege hun intrinsiek motivationele kwaliteiten, zal leiden tot bevlogenheid: een positieve psychologische toestand die wordt gekenmerkt door vitaliteit, toewijding en absorptie.
    1. I. Dit kan weer resulteren in positieve uitkomsten, zoals organisatiebetrokkenheid en een goede arbeidsprestatie.

3 interactie-effect:

  • energiebronnen hebben stressbufferend effect en een positief effect op motivationele aspecten als taakeisen hoog zijn
  • het interactie-effect van taakeisen en energiebronnen op zowel stressreacties als bevlogenheid (stippellijnen).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Recentelijke toevoeging aan JD-R model

A

Recentelijk wordt ook de rol van persoonlijke hulpbronnen (persoonlijke effectiviteit, optimisme, gevoel mee te tellen in de organisatie) benadrukt, dit zijn ontwikkelbare aspecten van een persoon, die helpen met stressvolle of onzekere situaties om te gaan.

Energiebronnen lijken de ontwikkeling van persoonlijke hulpbronnen te stimuleren, die op hun beurt weer bijdragen aan werkbevlogenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Opwaartse en neerwaartse spiraal

A

Job-crafting = wanneer werknemers zich bevlogen voelen gaan ze actief aan de slag om hun werk zodanig aan te passen dat dit het beste past bij wat ze kunnen en willen. Opwaartse spiraal, nog bevlogener, nog actiever…

Neerwaartse spiraal = waarbij gestresste werknemers via zelfondermijnen hun taakeisen vergroten waardoor ze zich nog meer gestrest voelen etc. ()

Opwaartse spiraal = bevlogener

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Empirische evidentie JD-R model

A

De assumptie van het model blijkt in het algemeen bevestigd. Zo laten nagenoeg alle studies zien dat taakeisen en energiebronnen van elkaar kunnen worden gescheiden en -zoals verondersteld- negatief met elkaar samenhangen. De positieve relaties tussen taakeisen en stressreacties wordt in nagenoeg alle studies gevonden, net als voor de positieve relatie tussen energiebronnen en bevlogenheid. Burn-out en negatieve uitkomsten zijn, evenals bevlogenheid en positieve uitkomsten, in alle gevallen significant en positief aan elkaar gerelateerd. Uit het overzicht van onderzoek met het JD-R model kan worden geconcludeerd dat persoonlijke hulpbronnen:

  1. Een directe invloed op stressreacties en bevlogenheid kunnen hebben.
  2. Het effect van taakeisen en energiebronnen op respectievelijk stressreacties en bevlogenheid kunnen versterken of verzwakken.
  3. Een schakel kunnen vormen tussen taakeisen en stressreacties, respectievelijk energiebronnen en bevlogenheid.
  4. De perceptie van taakeisen en energiebronnen kunnen beïnvloeden.
  5. Zowel de perceptie van taakeisen en energiebronnen, als de werkbeleving, kunnen beïnvloeden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kanttekeningen JD-R model

A
  1. Het model is vrij breed opgezet. Welke taakeisen en hulpbronnen precies van belang zijn wordt bepaald door de werksituatie die bestudeerd wordt. In feite is het een heuristisch model dat er steeds weer anders uit kan zien. Hierdoor is maatwerk mogelijk.
  2. De aard van de taakeisen en de energiebronnen. De relatie tussen taakeisen en bevlogenheid hangt af van de aard van de taakeisen = Demand-Induced Strain Compensation Model (DISC-model)
    • Mentale taakeisen - correspondeert meest met mentale energiebronnen
    • Emotionele taakeisen - correspondeert meest met emotionele energiebronnen
    • Fysieke taakeisen - correspondeert meest met fysiek energiebronnen
  3. Het model heeft een statistisch karakter. In de oorspronkelijke versie was er uitsluitend sprake van eenrichtingsverkeer. Echter, recent onderzoek toont aan dat deze relaties ook omgekeerd kunnen lopen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lucid overzicht JD-R pagina 1

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Lucid overzicht JD-R pagina 2

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Energiebronnen (job resources)

A
  • Organisatie - loopbaanmogelijkheden
  • interpersoonlijke relaties - steun collega’s
  • organisatie van werk - participatie besluitvorming
  • arbeidstaak - feedback
  • persoonlijke hulpbronnen (ontwikkelbare aspecten)
    • persoonlijke effectiviteit
    • optimisme
    • eigenwaarde
    • zingeving

afwezigheid energiebronnen bevorderd stressreactie negatief (stippellijn omhoog)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

taakeisen

(Job Demands-Resources Model)

A
  • werkdruk
  • taakinterrupties
  • rolproblemen
  • emotioneel veeleidsende klanten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is JD-R model

A

JD-R model is zowel stressmodel als model voor arbeidsmotivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Energetisch stressproces
A

hoge taakeisen zonder voldoende mogelijkheid voor herstel

–> Stressreactie –> burn-out

stressreactie en bevlogenheid zijn negatief aan elkaar gerelateerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Motivationeel proeces
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Effecten Energiebronnen (job resources)

A

stress bufferend

positief effect op motivationele aspecten zoals bevlogenheid indien taakeisen hoog

17
Q

gezonde werkomgeving

A

gezonde werkomgeving = goede balans tussen hulpbronnen en uitdagende taakeisen en zo min mogelijk belemmerende taakeisen

mentale en en fysieke gezondheid van medewerkers voor groot deel bepaalde door werkomgeving

18
Q

werkgerelateerde hulpbronnen zijn factoren:

A
  • die medewerkers motiveren
  • helpen om te gaan met eisen van het werk
  • die bevorderlijk zijn voor persoonlijk groei en ontwikkeling
19
Q

invloed leidinggevende op optimaliseren werkomgeving

A

leidinggevende heeft een indirecte invloed op bevlogenheid en burn-out via de energiebronnen, taakeisen en psychologisch kapitaal van de werknemers.

De invloed van de leidinggevende op de energiebronnen is daarbij groter dan de invloed op de taakeisen.

20
Q

Mentale inspanning JD-R

https://nti.anewspring.nl/do?action=player&type=Lesson&id=150171&courseId=13773

A

Bij mentale inspanning maakt iemand gebruik van operaties in het werkgeheugen en die bewuste sturing en aandacht vragen. Dit kunnen nieuwe taken zijn en complexe taken, maar ook gemakkelijke taken die onder bijzondere omstandigheden worden uitgevoerd (bijvoorbeeld ‘s nachts).

Een aantal factoren spelen een rol:

  1. de taaklast (zwaarte en complexiteit)
  2. toestand taakuitvoerder (psychofysiologisch, dus uitgerust/moe, gemotiveerd, vrolijke bui)
  3. situatie, met name regelmogelijkheden van de uitvoerder.

Regelmogelijkheden zorgen ervoor dat iemand zo de taak kan verdelen dat hij niet (erg) vermoeid raakt en toch het resultaat bereikt. Dit is een belangrijk element ter preventie van stress. Regelmogelijkheden worden ook genoemd in het Demand Support Control model van Karasek uit paragraaf 2.3 en bepaalt of een inspannende taak uitdagend is of belastend.

Bij compensatoire inspanning gaat iemand meer doen dan hij kan. Hij reguleert zichzelf niet, werkt als het ware tegen zichzelf in, gaat over grenzen heen, kan zich uitputten. Dat kan leiden tot weerstand, angst en stress.

21
Q

JD-R Uitleg model (rode en groene bollen)

https://nti.anewspring.nl/do?action=player&type=Lesson&id=150171&courseId=13773

A

De pijlen tussen de bollen geven oorzaak- gevolg relaties aan.

Aan de + en – is te zien of de verbanden positief zijn (meer stressoren leiden tot meer stressreacties) of negatief (meer energiebronnen hangen samen met minder stressoren en andersom).

Het rode deel leidt tot stress, het groene deel is bevorderend voor bevlogenheid.

Nieuw (niet in het boek te vinden) is de rol van persoonlijke hulpbronnen. Ze hebben een negatieve relatie met stressreacties (meer hulpbronnen leidt tot minder stressreacties, ondanks de werkstressoren) en een positieve relatie met bevlogenheid (ondanks energiebronnen kan bevlogenheid nog toenemen door de persoonlijke hulpbronnen).

Belangrijk is van voorkomen van stress en bevorderen van bevlogenheid bij werknemers. Zie https://www.youtube.com/watch?v=xIWiKdGFfIMvoor meer uitleg over werkstress en onbalans.

In de volgende lezing vertelt arts en onderzoeker Willem van Renen over bevlogenheid en de bijdrage aan positieve organisatie uitkomsten (zoals minder verzuim en verloop). Hij vergelijkt het model van bevlogenheid met het belasting/belastbaarheidsmodel. Bevlogenheid is maatwerk en interventies op individueel niveau zijn van belang. http://www.youtube.com/watch?v=o_fPxqPblWI#t=1132. Bekijk de lezing: Engagement en de postmoderne coach: Willem Van Renen.