Geschiedenis H1 Politieke onwtikkelingen in EU Flashcards

1
Q

toon aan dat napoleon terug greep naar het verleden

A

1799-1804: hij gebruikte ‘consul’ = verwijzing naar de KO; Romeinse Republiek
Na 1804: hij gebruikte ‘keizer’ = verwijzig naar KO; Romeins Keizerrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat ging er vooraf de slag bij Waterloo

A

hij was al een verslagen (veldtocht rusland) en werd verbannen naar Elba (hij geraakt terug)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar + wann Waterloo

A

Waterloo (Waals-Brabant) in 1815

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Was 1815 een breukmoment op militair vlak in EU

A

geen vollidig breukmoment (hij was al eens verslagen) -> maar wel een belangrijk moment, hij verliest definitief!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is antivolksoeverniteit

A

=tegen het volk met meer inspraak (verlichting) -> Adel aan de macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ALG: hoe verklaar je de ondergang v/ Napoleon

A

Al na 1805: verstoring machtsevenwicht tss ENG en FR
- slag bij trafalgar
- mislukking continentaal stelsen => fiasco Russische veldtocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe en waar stierf Napoleon

A

op Sint-Helena; mei 1821
door een maag ziekte
-> geruchten van vergiftiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kaart EU: Rusland

A

vergroot-> naar het Westen (= Finland) en aar het Zuiden (= DE KRIM!) (en ook naar het noorden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Basis idee condgress van Wenen

A

het Restauratieprincipe= terug streven naar het ancien régime

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Napoleon beïnvloed alle domeinen; politiek

A

verlicht despotisme= alleenheerser die geen inspraak toelaat maar wel verlichtingsideeën van boven af oplegde => tegenspreking verlichting + dictator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar werd Napoleon begraven

A

in de Dôme des Invalides in een sarcofaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat viel op aan de relatie tss Napoleon en de ‘soldaten’ bij Waterloo

A

Algemeen: napoleon dominant
Waterloo: ‘soldaten twijfelen aan hem en er werd niet geluisterd naar Napoleon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het herstel van Bourbons

A

Familie van Lodie terug aan de macht (= lodie XVII)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kaart EU: GB

A

lichtjes vergroot -> extra steun punten en haven d.m.v. Eilanden (=Malta)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is conservatieve bondgenootschappen met interventie recht

A

een bondgenootschap, tss landen, ⇾ wanneer er een revolutie start -> samenwerken om revolutie te stoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe was EU na Napoleon (de 1e klas)

A

de 1e klasse: adel was blij, want Napoleon weg -> terug standen voorrechten -> ze willen terug meer macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wie speelde een grote rol bij de slag van Trafalgar

A

Lord Nelson (= admiraal; hoofd v/h vloot ENG)
hij was de grote held maar overlijdt bij de zeeslag (-> werd in rum gestoken om lichaam te bewaren voor begrafenis in ENG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat zijn de gevolgen van het condress van Wenen (3)

A

1) conservatieve bondgenootschappen met interventie recht: HA en GA
2) het Metternich’ systeem
3) hertekening van de EU kaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat was het ultiem keerpunt van Napoleon

A

de Russische veldtocht -> hij had het onderschat en ging ten onder door de koude winter

20
Q

Resultaat en betekenis Waterloo

A

Napoleon verliest -> het was een stuiptrekking/ genadeslag

21
Q

wat is het Metternich’ systeem

A

het belang van de groot machten is belangrijker dan het zelfbeschikkingsrecht v/d volkeren

22
Q

verklaring mislukking continentaal stelsel

A

door de blokkade van ENG zien de russen, de fransen als vijanden => leidt tot Russische veldtocht => het ultiem keerpunt

23
Q

Kaart EU: Oostenrijk

A

vergroot -> naar het Zuiden (=Venetië) en Westen

24
Q

was er continuïteit of verandering op vlak van verlichting ‘na 1815’?

A

beide:
- verandering; verlichting: denk aan de Code Civil= een belangrijk wetboek waarin iedereen gelijk werd beantwoord
- continuïteit?: Napoleon kroonde zichzelf tot keizer en was een dictator =/= verlichting

25
Q

hoe had napoleon een impact op EU

A

door oorlogen zijn er veel EU landen veroverd, als vazalstaten of gedwongen tot bondgenootschap onder Napoleons bewind gekomen

26
Q

wie <=> wie Waterloo

A
  • FR (napoleon)
  • coalitie van:
    VK (wellington) + Pruisen + Rusland + Oostenrijk + Nederlanden
27
Q

VB: bufferstaten (2)

A
  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
  • Piëmont-Sardinië -> Italië
28
Q

Kaart EU: Pruisen + opm

A

vergroot -> Oosten en Westen
- Geen aaneen gesloten gebied!

29
Q

Napoleon beïnvloed alle domeinen; cultureel (2)

A
  • religieus beleid: sluit verdrag (concordaat) met vaticaan, maar behoudt toch scheiding kerk & staat
  • cultureel politiek: kunstenaars engageren => mooi beeld laten creëren over hemzelf
30
Q

formule verlichting

A

V=V+V
verlichting= verstand + vrijheid

31
Q

wanneer was de Juli-Revolutie

A

1830

32
Q

kijk inleidingsbundel

A
33
Q

betekenis stabiliteit en machtsevenwicht VS liberale en nationale ambities

A

rust en orde tegen revolutie, strijdt en verandering

34
Q

Kaart EU: FR

A

Ongewijzigd = goed want hebben verloren

35
Q

Vb restauratieprincipe (2)

A
  • anti-volsoeverniteit
  • Herstel bourbons
36
Q

wat is er speciaal aan de leeuw van Waterloo

A

het kijkt naar FR = als waarschuwing; kom hier niet terug!

37
Q

welke cons. bondgenootschappen zijn er (2)

A
  • HA: Heilige Alliantie= Oostenrijk, Rusland, Pruisen
  • GA: Grote Alliantie: HA + VK + FR
38
Q

oorzaken verstoring machtsevenwicht tss FR en ENG (2) + sinds wann

A

al vanaf 1805 door
- slag bij Trafalgar
- mislukking continentaal stelsel

39
Q

Napoleon beïnvloed alle domeinen; sociaal (2)

A
  • behoud v/ afschaffing standen
  • Code Civil= burgerlijk wet boek -> iedereen gelijk -> doorgevoerd in vele veroverde landen
40
Q

hoe had Napoleon een impact op de buiten-EU wereld

A

door de herroeping v/d afschaffing v/d slavernij

41
Q

wat was de slag van Trafalgar

A

een zzeslag tss ENG en SP (=vazalstaat van FR)

42
Q

Napoleon beïnvloed alle domeinen; economsich (2)

A
  • economische hervormingg ten voordelen v/d burgerij in fucntie van rust en orde
  • het continentaal stelsel= import verbod van Engelse goederen
43
Q

hoe zagen de Fransen napoleon

A

als een held?

44
Q

wat zijn bufferstaten

A

nieuw opgerichte staten aan de grens v/ FR om de nieuwe expansie v/ FR tegen te gaan

45
Q

wat was het machtsevenwicht tss ENG en FR

A

FR: mag EU ‘beheersen’
ENG: overheerst het maritiem gebied

46
Q
A