AA HFDST: 1 (& 2) Flashcards
def open ruimte
= de ruimte waar de openheid primeert en waar de niet bebouwde overweegt. Natuur (bv: bos) en landbouw vormen de structuurbepalende functies in deze open ruimte
def ruimtebeslag
is de ruimte die ingenomen wordt voor menselijke activiteiten. (= de ruimte die we gebruiken voor: huisvestigingen, industrie, handel, transportinfrastructuur, recreatie en ook parken en tuinen)
def verharding
het bodem opp is door de mens gewijzigd met ondoorlaatbare materialen vb: wegen
def versnippering +syno
= betekend dat de ruimtelijke gehelen zoals natuurgebieden, landbouwzones,… in de loop van tijd verbrokkeld geraken. Voor verspreide woonzones = de term urban sprawl
def lintbebouwing
de huizen zijn niet gegroepeerd in een kern maar liggen op een lint
hvl open ruimte in VL
70%
hvl ruimte beslag in VL
30%
hvl verharding
15%
3 neg. gevolgen van het volbouwen
1) overstromingsgebieden worden volgebouwd -> straks niet meer kunnen beheersen
2) landbouw -> onmogelijk -> afhankelijk v/h buitenland
3) bevolking is verspreid -> onmogelijk om goed openbaar vervoer te voorzien
5 oorzaken voor moderne lintbebouwing
- de opkomst v/d auto (je kan verder van werk wonen
- door de econ. groei (mensen konden auto’s betalen,..)
- meer in de rust gaan wonen
- de betaalbaarheid
- geen bouw voorschriften
wann startte de lintbebouwing
na WOII (met opkomst auto)
waarom in Ne geen lintbebouwing?
een meer geplande architectuur/ georganiseerder/ gestructureerdera
nadelen lintbebouwing (5)
- binnengronden zijn moeilijk te ontsluiten
- verkeerslawaai blijft tss de huizen
- versnippering landbouwgronden
- gevaarlijk: drukke wegen moeten gedwarst
- grote kosten voor de gemeente (lange afstanden voor: elektriciteit, riolering,..)
grote afstanden tss woningen en werk, winkel, school;… - weggebruiker ziet enkel huizen
verschillende soorten bebouwingsvormen (3)
- kernbebouwing
- Gespreide bebouwing
- lintbebouwing
waarom beseffen we niet hvl extra geld verspreid bouwen kost
omdat die kosten gedragen worden door de overheid en niet door de burger zelf
waarom ligt de maatschappelijke kost voor de infrastructuur veel hoger buiten de stedelijke gebieden?
omdat een gebouw buiten de stadskern aanzienlijk meer infrastructuur nodig heeft bv: riolering, verlichting, fietspaden, wegen => meer infrastructuur = duurder
wrm ligt de maatschappelijke kost voor mobiliteit veel hoger buiten de stedelijke gebieden (3)
- gezinnen die buiten de stad wonen hebben meestal meer dan 1 auto
-> wordt meer gebruikt -> meer verkeer -> meer files en ongevallen
-het openbaar vervper is veel moeilijker te regelen bij verspreide woningen en dus kostelijker
wrm ligt de maatschp. kost van verharding veel hoger buiten de stad
buiten de stad is per gebouw aanzienlijk meer verharding van open ruimte. in de stad= iedereen woont compacter = goedkoper
industrialisatie gevolg + wann
- eerste helft van de 20ste E
- een massa arbeidsgezinnen naar de steden -> platteland ontvolkt
=> door gebrek van vervoersmiddelen
def urbanisatie
het massa verhuizen naar de steden (en het ontvolken van het platteland)
def suburbanisatie
= het verhuizen naar de huizen aan de rand van de stad
oorzaak + gevolg -> suburbanisatie
de stad kraag een slechte reputatie: vuil, broeihaard van ziektes, sociale onrust + er was een tekort aan woningen
de fabrieksarbeiders mogen een eigen woning bezitten
suburbanisatie werd mogelijk door (3)
- het anti stedelijkbeldeid
- de toenemende koopkracht v/d mensen: eigen wagen =/= luxe meer => je kon werken in de stad en leven buiten de stad
- toenemend openbaar vervoer: => je kon verder v/d stad gaan wonen
wat is het anti-stedelijk beleid + naam wet
er werden goedkope leningen en premies gepromoot -> mensen verhuizen naar het platt.
=> De wet van Taeye
wat is desubarbanisatie
het uitwijken naar de banlieues
verklaring verschil BE en NE
België: grond bezit is snel geprivatiseerd
NE: de gronden vooral in het bezit v/d gemeentses en overheid
wie heeft er nadeel ervaren bij de versnippering
De gemeenschap: kostprijs stijgt voor: riolering, verlichting, postbedeling,…
individu heeft voordelen: grote tuin en percelen
gevolg suburbanisatie
de desuburbanisatie
wat is een groot nadeel van de desuburbanisatie (1 woord)
files
wat is het voordeel van gronden te kopen aan de rand van de stad voor econ. doeleinde
- goedkopere grond -> dus meer parking, grotere winkels
- goede bereikbaarheid door vele invalswegen
def re-urbanisatie
een omkeer van de stadsvlucht -> mensen gaan terug meer in de stad wonen
vanaf wann zie je de re-urbanisatie
vanaf 2000
redenen wrm mensen in de stad blijven wonen (4)
- door flexibeler werk xil men zich nog niet definitief ergens vestigen
- Door minder vaste relaties gaat men minder snel definitief vestigen
- dichter bij de activiteiten
- vernieuwingsprojecten trkken mensen aan
def gentrification
het vernieuwen en renoveren van oude, vervallen gebouwen in een stad.
wrm hebben de vernieuwingsprojecten ook nadelen
door de renovatiewerken stijgen de prijzen v/d huizen (dus ook de huur prijzen) en zo wordt de armere bevolking verdrongen door de nieuwe middenklassen (=yuppies)
hoe verloopt de interne migratie naar steden (voor banlieu = omgekeerd)
- 18-30 j = komen in de stad studeren en blijven in afwachting van job/gezin in de stad => piek in de grafiek
- 30-35 j = jonge gezinnen met kinderen verlaten de stad om groter en groener te kunnen gaan wonen => daling in de grafiek
geef de samenvatting van de ruimtelijk ordening van de Belg (5)
1) vanaf industriële revol. = urbanisatie (= plattelandsvlucht naar kernstad)
2) vanaf jaren 60= suburbanisatie (= verplaatsen naar stadsrand)
3) vanaf jaren 70 = desuburbanisatie (= verplaatsen naar banlieu)
4) vanaf 2000 = re-urbanisatie (= terug nr de stadskern)
5) rurbanisatie= verstedelijking v/h platteland
def rurbanisatie
het verstedelijken van het platteland
def duurzame ontwikkeling
een ontwikkeling die de behoefte voorziet van de huidige generatie zonder daardoor de volgende generatie in gevaar te brengen
wat was er in 1962
de eerste wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw
wann is de eerste wet over ruimtelijk ordenning goedgekeurd
in 1962
wat zijn de belangrijkste plannen van de 1e wet (+ syno)
- de gewestplannen
- de bodembestemmingsplannen
wat deden de gewest plannen
ze gaven elk perceel in VL een bepaalde bestemming
geef de kleuren voor de bestemming (6)??
paars: industrie
geel: landbouw
rood: bouwgrond
wit met rode ruitjes: woon uitbreidingsgebied
groen: natuurgebied
oranje: recreatie
wat is het grootste voordeel v/h gewestplan
het maakte een einde aan de versnippering
wat zijn de tekortkomingen v/h gewestplan (3)
- sommige hebben een bestemming gekregen die eerder de meeraarde van de eigenaars op het oog had
- de gemeenten haalden hun belastingsgeld uit bewoonde en industriële gronden -> elke gemeente wou zoveel mogelijk gronden voor wonen en industrie
- de plannen zijn te statisch/stroef -> ze kunnen niet zomaar wijzigen terwijl de behoeften v/d samenleving voortdurend wijzigen
def zonevreemd
het is wanneer sommige huizen, bedrijven enz. in een gebiedliggen dat volgens het plan een andere bestemming kreeg
=> komt omdat het plan niet altijd rekening hield met de bestaande toestand
wanneer is er een ander plan opgericht
in 1997
hoe heet het beleidsdocument van 1997
‘Structuur Plan Vlaanderen’ (RSV)
wat bepaald het RSV wel en niet
niet: welke zone welke bestemming krijgtt
wel: een beeld van hoe de ruimte kan geordend worden
welke eig heeft het RSV dat het gewestplan ook van plan was, maar er nooit van gekomen is
om 3 verschillende niveaus te maken
welke 3 niveaus heeft het RSV
VL, provincies en gemeentes
welke 4 doelstellingen formuleert het RSV
- selectieve uibouw v/d stedelijke gebieden + het gericht verwerven en bundelen van functies en voorzieningen
- het concentreren v/d econ. activiteiten
- het optimaliseren v/ bestaande verkeers- en vervoersinfrastructuren
- behoud en waar mogelijk het versterken ven het buiten gebied (=openruimte)
def geconcentreerde bundeling
het belangrijkste principe; binnen de bestaande verspreiding v/d bebouwing moet zoveel mogelijk naar de verdichting gestreefd worden