Chemie H3 Flashcards
welke 3 soorten bindingen heb je
- covalente binding
- ion binding
- metaalbinding
wanneer heb je een ionbinding
wann er ionen gevormd worden die elkaar sterk aan trekken => ΔEN-waarde= 1,6< ΔEN <3,3
wann heb je convalentebinding
wanneer een gemeenschappelijk e- paar zorgt voor de bining tussen de atomen ΔEN-waarde= <1,6
wat is de binding E
de E die nodig is om de binding te breken = maat om sterkte v. binding weer te geven
waarom vormen atomen bindingen
om een zo laag mogelijke E-inhoud te hebben (edelgas..)
van wat is de bindigslengte afhankelijk
- de grootte v.d bindingspartners
- sterkte v. atoombinding
wat is mesomerie
atomen met meerdere lewisstructuren
geheugen steuntje hybrisatie
sp3 = in 3D
sp2 = in 2D
sp = 1D?
hoe bereken je het sterisch getal
SG= aantal bindingspartners + aantal vrije e-
hoe komt het dat de bidningsjoek soms kleiner is den 120° en 109°
een vrij e- paar neemt meer plaats in de da andere atomen, dus worden die weg geduwd en wordt de bindinghoek kleineer
bidningshoek H₂O
104,5°
wat is een sigma binding
een sterke binding, die door de kernen gaat van de atomen (radiale symmetrie) + rotatie mogelijk
wat is een pi-bidning
minder sterk (= bij meervoudige binding)