Bio T2.1 &2.2: Actief en Passief Flashcards
def stofuitwisseling
proces waarbij cellen stoffen uitwisselen met de omgeving =/= stofwisseling!!!
def stofwisseling
het metabolisme =geheel van chemische reacties in organisme, stoffen worden omgezet in andere stoffen
wat is passief transport +beweging
het kost GEEN energie + transport gaat met de concentratiegradiënt mee ( H->L)
=> zeer belangrijk om de cellulair E-consumptie in toom te houden
welke deeltjes bij eenvoudig passief transport
kleine: gas molecule, appolaire molecule of vetoplosbare molecule
wat is actief transport + beweging
het verbruikt energie + transport is tegen de concentratiegradiënt in (L -> H)
hoe gaat de concentratiegradiënt
van HOOG naar LAAG (denk aan parfum)
Vb passief transport (2)
- diffusie
- osmose
wat is disffusie
wann oplossingen van verschillende concentratie met elkaar in contact komen en verplaatsen -> de moleculen van de hoogste concentratie gaan naar de plaats met de laagste concentratie tot er een nettoevenwicht is
wat en wanneer is een netto-
transport
er is geen merkbare verplaatsing meer want de concentratie blijft in evenwicht, MAAR er verpaasten wel nog deeltjes
wat is de eenvoudige diffusie
het verplaatsen van kleine apolaire (gassen en vetten) doorheen het membraan zonder hinder
VB eenvoudige diffusie
de gasuitwisseling in een longblaasje
hoe werkt de eenvoudige diffusie in een long blaasje
het zuurstofrijke gas verplaatst zich naar waar er een lagere concentratie is (het zuurstof arme bloed dat van de longslagader komt) en het koolstofrijke gas in het bloed verplaatst zich naar de lagre concent. (de lucht in het longblaasje van de longslagader)
wat is geleide diffusie +SYNO
het is bij een semi-permeabel membraan, wanneer moleculen door een membraan willen, maar niet zelf kunnen => transportproteïne nodig DUS gefaciliteerde diffusie
voor welke moleculen is er gefaciliteerde diffusie nodig
voor :
- grote polaire moleculen
- geladen moleculen
-> het membraan is apolair vanbinnen + neutraal geladen
EN bij water in grote hoeveelheden
wat betekent een semipermeabel membraan
het membraan laat niet alle moleculen door
wat zijn kanaalproteïnen
ze zijn meestal open + gaan met het conent. gradiënt mee
wat zijn poortkanalen +SYNO
het zijn kanaalproteïnen die een impuls nodig hebben -> gated channels
wat zijn carriers
ze zijn meestal gesloten + gaan mee en tegen het concent. gradiënt
wat zijn uniporters
kanaalproteïnen die enkel in een richting kunnen transporteren (eenrichtingsverkeer) enkel H -> L + ze kunnen maar 1 molecule tgl transporteren
VB kanaalproteïne/transportproteïne (3)
- aquaporines
- ionkanalen
- GLUT2-transportproteïne
wat zijn aquaporines +WRM
het zijn kanaalproteïnen die specifiek gebruikt worden voor de diffusie van water => WANT =veel sneller dan eenvoudige diffusie
welke cellen hebben aquaporines
zweet-, traan-, speekselkliercellen +slijm
waar zijn de aquaporines nog belangrijk
bij de osmose
wat zijn ionkanalen
specifieke kanaalproteïne voor ionen-> reageren op impuls
wat zijn GLUT2-transportproteïne
het staat in voor het glucose transport in het darmepitheel naar het bloed =>concent. darm= HOOG ⇒ concent. bloed = LAAG
DUS GLUT2 transporteert glucose van de darmen naar het bloed
factoren die de diffusie beïnvloeden (9)
=> VACUM GEST
- concentratiegradiënt
- temperatuur
- elektrochemische gradiënt
- viscositeit
- vorm en grootte v. deeltjes
- massa
- uitwisselingsoppervlak
- afstand/ruimte
- scheidingoppervlak
hoe wordt de diffusie beïnvloedt door de conenct. gradiënt
hoe groter het verschil in concentratie, hoe sneller de diffusie
hoe wordt de diffusie beïnvloedt door de temperatuur
hoe hoger de temp (hoe meer de deeltjes bewegen) hoe sneller de diffusie
hoe wordt de diffusie beïnvloedt door de elektrachemische gradiënt
als het netto-evenwicht is bereikt, maar langs 1 kant zijn er meer negatieve aldingen dan de andere kant, gaan er nog extra negatieve ladingen naar de positieve kant (negatief stoot negatief af)
hoe wordt de diffusie beïnvloedt door de viscositeit
hoe viskeuzer (stropiger) de deeltjes hoe trager de diffusie gebeurt
hoe wordt de diffusie beïnvloedt door de vorm en grootte
hoe groter en minder gestroomlijnd de deeltjes, hoe trager de diffusie gaat
hoe wordt de diffusie beïnvloedt door massa
hoe zwaarder je deeltjes hoe trager de diffusie
hoe wordt de diffusie beïnvloedt door de uitwisselingsoppervlakte
hoe groter je oppervlakte hoe sneller de diffusie
+
hoe dunner je membraan, hoe sneller je diffusie
hoe wordt de diffusie beïnvloedt door de aftsand/ruimte
hoe meer ruimte er is, hoe trager de diffusie
hoe wordt de diffusie beïnvloedt door het scheidingsoppervlak
hoe grotere poriën, hoe sneller de diffusie