11.6.2 van preligne naar maligne deel 2 Flashcards
hoe beoordelen we huidafwijkingen?
volgens provoke
plaats
rangschikking
omvang (aantal en grootte)
vorm
omtrek (begrenzing scherp/ vaag)
kleur
efflorescentie (erytheem, macula, papel, tumor, plaque, ulcus, squamae, keratose, tumor, erosie, teleangiectasie)
anamnese BCC?
beloop
klachten
UV straling: cumulatief + intermitterend
immunosuppressie
fermato-oncologische voorgeschiedenis
andere risicofactoren: genetisch, radiotherapie, lokaal trauma
wat is het basaalcel neavus syndroom?
Gorlin- Goltz syndroom
mutaties in het PTCH gen
BCCs van af jonge leeftijd
preventie:
beschermen tegen UV
niet verbranden
beperkte rontgenstraling
hoe kan je de diagnose neavus syndroom stellen?
de diagnose kan gesteld worden op het klinisch beeld en is aannemelijk bij aanwezigheid van 2 major criteria of 1 major en 2 minor criteria
wat is kenmerkend voor BCC?
glazige, wasachtige, doorschijnende papel, plaque of nodus met parelmoerachtige glans
vaak: centrale ulceratie, verheven blekere rand, teleangiëctasieën, snel bloedend, niet genezend
soms: atrofie, onscherpe begrenzing, gepigmenteerd
waar let je op bij LO bij BCC?
omvang tumor
onderliggende structuren
indien gelaat: H zonde
totale huidinspectie
hoe doe je diagnostiek BCC?
histopathologisch onderzoek (biopt)
welke soorten BCC heb je en hoe herken je ze pathologisch?
niet agressief BCC
- superficieel
- nodulair
agressief
- andere subtypes oa sprieterig
hoe maak je onderscheid op histologie van hoog en laag risico BCC?
laag risico:
superficieel, nodulair (niet agressief)
hoog risico:
sprieterig, micronodulair (agressief)
hoe maak je onderscheid op locatie van hoog en laag risico BCC?
laag risico:
buiten H zone gelaat, romp, extremiteiten
hoog risico:
h zone
hoe maak je onderscheid op grootte van hoog en laag risico BCC?
laag risico
< 2cm
hoog risico
> 2 cm
hoe maak je onderscheid op eerdere behandeling van hoog en laag risico BCC?
laag risico:
primair
hoog risico
recidief
wat doe je als behandeling bij laag risico?
excisie met 3 mm marge
topicale therapie (crème) voor superficieel BCC
- 5-fluorouracil creme
- imiqiumod creme
- fotodynamisch therapie
wat doe je als behandeling bij hoog risico?
exisie met minimaal 5 mm marge
mohs’ micrografische chirurgie (bij H zone in gelaat)
wat is mohs’ mirografische chirurgie?
100% snijvlakcontrole
tweede ronde tumor vrij
voordeel mohs therapie en nadeel?
voordeel:
weefselsparend
hogere kans radicaliteit, lagere kans recidief
nadeel:
arbeidsintensief
kostbaarder dan excisie
wat is risico recidief BCC na mohs
recidiefkans na conventionele excisie; 12-14%
recidief kans na mohs: 4%
wanneer geen mohs?
melanoom/ melanoom in situ (wel geschikt voor bijv PCC, merkelcelcarcinomen, DFSP, talgkliercarcinomen)
voldoende ruimte voor excisie inclusief passende marge
inoperabel
wat zijn orale hedgehog inhibitors?
dure behandeling
geef je aan mensen die gemetastaseerd zijn met BCC of wanneer lokaal uitgebreid BCC dat ongeschikt is voor operatief ingrijpen of radiotherapie
wat is kenmerkend voor PCC?
huidkleurige tot erythemateuze plaque/nodus/tumor, pijn
vaak: schilfering (keratose) en centrale ulceratie, omliggende actinische keratosen, snel bloedend, niet genezend
80% in hoofd hals gebied
risicofactoren voor PCC?
UV straling (cumulatief)
arseen
roken
mannen> vrouwen
huidtype I/II
immuungecompromiteerd (HPV)
chronische huidontstekingen (ulcera, lichen sclerosus)
wat is genodermatosen?
xeroderma pigmentosum:
DNA repair stoornis
autosomaal recessief
albinisme:
geen/ weinig melanine
meestal oculocutaan (autosomaal recessief)
incidentie PCC?
12000 per jaar (stijgt 2-3% per jaar)
kans op metastasen: 2-3%
wat is anamnese bij PCC?
Uv straling: cumulatief + intermitterend
immunosuppressie
klachten: pijn
dermato- oncologische voorgeschiedenis
andere risicofactoren: na lokaal trauma, chronische wonden