10.3 chirurgie en mammacarcinoom Flashcards

1
Q

wat is de chirurgische behandeling van de mamma bij mammacarcinoom?

A

operatie van de borst:
1. borstsparende chirurgie= mammasparende therapie (MST)
2. borst amputatie= ablatio=mastectomie

operatie van de oksel
1. schildwachtklier-/poortwachterklierprocedure/ sentinel node (SN)
2. okselkliertoilet (OKT)/ okselklierdissectie (OKD)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een gemodificeerd radicale mastectomie (GRM)?

A

borstamputatie+ okselkliertoilet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn kenmerken van de borstsparende chirurgische behandeling van mammacarcinoom?

A

ruimt 60% kiest voor borstsparende chirurgie (MST)

MST altijd gevolgd door bestraling om risico recidief te verkleinen

MST+ adjuvante RT vs ablatio mammae: gelijke overall survival

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wanneer is MST niet mogelijk?

A

grote tumor in kleine borst
PT in verleden bestraald
als in meerdere kwadranten in de borst tumor/DCIS aanwezig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het doel van de MST?

A

radicale resectie
cosmetisch acceptabel resultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat doe je bij een niet palpabele tumor preoperatief?

A
  • draad in tumor
  • radioactieve bron (I125) in tumor

op deze manier ‘markeer’ je de tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn kenmerken van het I125 bronnetje/

A

titanium zaadje 4,5 x 8mm
gelabeled met I125
gamma probe

voordelen:
- punt bron
- halfwaardetijd 60 dagen
- kan ook in kliermetastase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer doe je ablatio?

A

borstbesparende behandeling niet mogelijk
MST niet wenselijk
- evt BRCA1/2 genmutatie
- keuze PT

optie: directe of uitgestelde reconstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat doe je bij T4 mammacarcinoom?

A

niet starten met chirurgische behandeling: radicale resectie vaak niet haalbaar

eerst chemotherapie neoadjuvant

doel: kleiner maken van tumor om radicale resectie mogelijk te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe doe je stagering van de oksel?

A

sentinel node procedure
okselklierdissectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het doel van de sentinel node procedure?

A

stadiering van de oksel bij klinisch (LO+ beeldvorming) negatieve oksel (cN0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de methoden bij de sentinel node procedure?

A

30-40 MBq 99m-technetium in nanocolloid

patentblauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wanneer sentinel node procedure bij mammacarcinoom?

A

mammacarcinoom met klinisch negatieve oksel (cN0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wanneer okselklierdissectie?

A

van oudsher: bij mammacarcinoom met bewezen metastasen oksel (cN+)

huidig: steeds valer radiotherapie ipv okselklierdissectie bij N+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer geen okselkliertoilet (OKT)/ okselklierdissectie?

A

indien neo adjuvante systemische therapie met downstaging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke klachten kunnen mensen krijgen door OKT?

A

seroom
lymfoedeem van de arm
sensibiliteitsstoornissen
krachtsverlies
bewegingsbeperking schouder

17
Q

wat is de adjuvante behandeling?

A

preventieve behandeling van mogelijke aanwezige microscopische uitzaaiingen die men nog niet kan aantonen–> ter voorkoming lokaal recidief en/of uitzaaiingen

18
Q

keuze (neo-)adjuvante therapie is afhankelijk van welke tumor factoren?

A

T-stadium
N-stadium
gradering
wel/geen lymfangioinvasie
tumorreceptoren positief/negatief
- oestrogeen
- progesteron
- Her2Neu

19
Q

wat is de adjuvante behandeling na chirurgie?

A

radiotherapie
- mamma: bij MST
- thoraxwand: bij grote tumor met slechte kenmerken
- locoregionaal: bij >3 lymfkliermetastasen

systemische therapie: afhankelijk van tumorstadium/ tumorkenmerken
- chemotherapie
- anti-hormonale therapie: bij hormoonreceptor +
- immunotherapie: bij Her2Neu+

nb: indien preoperatief al indicatie voor systemische therapie kan dit ook neoadjuvant worden gegeven

20
Q

wat zijn verschillende mammareconstructies?

A

tissue expander prothese
DIEP lap (buik)
SGAP lap (bil)

21
Q

wat zijn opties van mammareconstructie?

A

oncoplastische chirurgie
protheses
autoloog weefsel en prothese
uitsluitend autoloog weefsel (rug, buik, billen, benen)

22
Q

wat is de timing van totale borstreconstructie?

A

primaire (of directe) reconstructie
- bij preventieve huid (+- tepel)sparende amputatie
- bij (huidsparende) amputatie ivm borstkanker/DCIS

uitgestelde (of secundaire reconstructie)
- enige tijd na amputatie

tertiaire reconstructie
- verandering van een (mislukt) reconstructie in een ander type reconstructie

23
Q

wat is oncoplastische chirurgie?

A

toepassing van plastisch chirurgische technieken bij borstsparende chirurgie (bv met borstverkleiningstechnieken)

24
Q

wat geeft een estetisch acceptabel resultaat bij MST?

A

tot 10% volume excisie

vanaf 20% volume-excisie bij MST kan een deformiteit geven die correctie vereist

25
Q

wat is reden oncoplastische chirurgie?

A

om borstsparende chirurgie praktisch mogelijk te maken bij PT die anders een mastectomie moeten ondergaan

om de kans op een slecht esthetisch resultaat te minimaliseren

26
Q

wat zijn contra indicaties oncolastische chirurgie?

A

bij hoge kans op irradicale resectie
T4 tumoren
multicentrisch mammacarcinoom
microcalcificaties door de hele mama
inflammatoir carcinoom

27
Q

wat zijn typen oncoplastisch chirurgie?

A

volume displacement= zonder toevoeging van weefsel (mammareductietechnieken)

volume replacement= met toeveoging van weefsel (doorgaans aangrenzend aan de borst, bv latissimus dorsi)

28
Q

wat zijn voordelen van prothesereconstructie (+/- Tissue expander)?

A

Eenvoudig
korte OK duur
geen extra littekens
geen desastreuze complicaties

29
Q

wat zijn nadelen prothesereconstructie (+/-TE)?

A

twee ingrepen nodig
minder natuurlijk
lans kapselcontractuur
kans malpositie
niet na RT
vaak revisie nodig

30
Q

wat zijn voordelen van prothese met autoloog weefsel (latissimus dorsi )? (+/- TE)

A

gemiddelde moeilijkheidsgraad
goed doorbloed weefsel
introductie huid
natuurlijker
ook na RT mogelijk
geen desastreuze complicaties

31
Q

wat zijn nadelen van prothese met autoloog weefsel (latissimus dorsi )? (+/- TE)

A

opoffering LD
draaien patient tijdens operatie
extra litteken
seroom rug
vaak 2 ingrepen
kans op kaselcontractuur
prothesemalpositie

32
Q

wat zijn voordelen van een volledige autologe reconstructie (DIEP)

A

volledig lichaamsiegen
introductie huid en volume
natuurlijk aspect
ook na RT mogelijk
1 ingreep
buikwandcorrectie
kan tertiar

33
Q

wat zijn nadelen DIEP?

A

technisch compex
lange ok duur
kans op grotere complicaties
verscheidene contra indicaties
extra littekens