Werveltrauma Flashcards

1
Q

Oorzaken van werveltrauma volgens leeftijd?

A
  • Jongeren: hoogenergetisch trauma

- Ouderen: laag energetisch –> insufficiëntiefracturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is belangrijk bij hoogenergetisch trauma?

A
  • Wervelfractuur tot tegendeel bewezen is –> patiënt stabiliseren in matras + halskraag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is belangrijk bij een wervelfractuur?

A

Neurologisch letsel tot het tegendeel bewezen is:

  • Afnemen GCS
  • Grondig neurlogisch onderzoek: sensibiliteit, motoriek, reflexen, anale sfinctertonus, …
  • Bulbocaverneuze reflex testen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Definitie van bulbocaverneuze reflex?

A

Sfincter reflex van anus (contractie) wanneer je op eikel of clitoris duwt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geef de kliniek volgens de locatie van het ruggenmergletsel?

A

Cervicaal
• Proximaal van C4: respiratoire paralyse = overlijden van de patiënt
• Distaal van C4: risico op tetraplegie

Thoracaal
• Risico op complete paraplegie

Lumbaal
• Complete paraplegie
• Complex neurologisch beeld door aantasting van cauda equina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Definitie van spinale shock?

A

Acute verlies of vermindering van ruggenmergfunctie en reflexen na ruggenmergletsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kliniek van spinale shock?

A
  • Slappe areflexie, paralyse –> paraplegie of tetraplegie
  • Anesthesie onder niveau van letsel
  • Autonome disfunctie: urinair en fecaal
  • Afwezige bulbocaverneuze reflex
  • Hypotensie met normocardie of bradycardie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gemiddelde duur van spinale shock?

A

24-48 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kunnen we het einde van een spinale shock beoordelen?

A

indien de bulbocaverneuze reflex zich hersteld heeft –> teken van einde van spinale shock

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behandeling van spinale shock?

A
  • Corticosteroïden: methylprednisone
  • -> bolus: 30 mg/kg IV
  • -> onderhoud: 5,4 mg/kg IV per 24 uur
  • Blaassondage en maagsondage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is synoniem voor C1?

A

Atlas wervel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Synoniem voor fractuur van C1?

A

Jefferson fractuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Trauma mechanisme van jefferson fractuur?

A
  • overdreven axiale druk op het hoofd –> atlas wervel spat uit elkaar
    bv. duik in ondiep zwembad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bijkomend onderzoek jefferson fractuur?

A
  • RX (open mond opname) of CT: dens niet meer centraal aanwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk ligament is hier in het groen aangeduid?

A

Ligamentum transversum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Behandeling van Jefferson fractuur?

A

Stabiel fractuur + intact ligamentum transversum:
- Halskraag of halo vest

Onstabiele fractuur en/of ruptuur van ligamentum transversum:

  • Halo tractie
  • halo vest voor 3 maanden
  • Heelkundige fusie tussen C2 en schedel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar moet je op letten bij aanleg van halo tractie?

A
  • Vragen aan patiënt om ogen te sluiten bij plaatsen van pinnen –> anders krijgt deze zijn ogen niet meer dicht achteraf.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Gevolg van heelkundige fixatie van C2 aan schedel?

A

Patiënt kan hoofd niet meer draaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hoe wordt het uitsteekseltje op wervel C2 genoemd?

A

DENS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Traumamechanisme van densfractuur?

A

Typisch bij snelle deceleratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Bijkomend onderzoek van densfractuur?

A

RX (open mond opname) en/of CT

zoek ook naar Jefferson fractuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zien we hier?

A

Densfractuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Behandeling van densfractuur?

A

Stabiele fracturen en goede reductie
o Halo vest

Onstabiele fracturen of slechte reductie
o Heelkundige fixatie van de dens
o = voornamelijk type II fracturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Geef de verschillende types van densfractuur?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is het synoniem voor een C2 wervel fractuur?

A

Hangman fractuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Traumamechanisme van hangmanfractuur?

A

Vaak hyperextensie van de nek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is het gevaar van C2 wervelfracturen?

A

risico op mergcompressie –> boven niveau C4 = risico op ademhalingsstilstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Bijkomend onderzoek voor hangmanfractuur?

A

RX of CT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Behandeling van hangman fractuur?

A

Stabiel
o Minerva of Halo vest 3 maanden

Onstabiel
o Halo vest voor 3 maanden
o HK fixatie –> verwijderen van discus en fusie tussen C2 en C3, discus vervangen door kunststoffen plaat

30
Q

Hoe worden wervelfracturen van C3 - C7 ingedeel?

A
  • Anterieure kolom
  • Middelste kolom
  • Posterieure kolom
31
Q

Waaruit bestaat de anterieure kolom?

A
  • LIgamentum longitudinalis anterior
  • Annulus anterior
  • voorste 2/3 van corpus vertebra
32
Q

Waaruit bestaat de middelste kolom?

A
  • Ligamentum longitudinalis posterior
  • Posterieure gedeelte anulus
  • Achterste 1/3 van corpus vertebra
33
Q

Waaruit bestaat de posterieure kolom?

A
  • Pedikels, facetgewrichten
  • Lamina
  • Processus spinosus
  • Posterieure ligamenten
34
Q

Bijkomend onderzoek van fractuur cervicale wervel?

A

• RX en CT

35
Q

Behandeling van cervicale wervel fracturen?

A
Stabiel letsel (1 kolom aangetast , compressie, discus oke), zonder uitval 
o	Conservatieve behandeling: Minerva brace 
Onstabiele letsels (fractuur + lig. Letsel, discus letsel, 2 kolommen aangetast) en/of uitval 
o	Heelkundige behandeling: Fixatie
36
Q

Waartoe leidt de aantasting van de ligamenten die het atlas met het occiput verbindt?

A

Atlanto-occipitale luxatie

37
Q

Gevolgen van atlanto-occipitale luxatie?

A

Afstand tussen atlas en occipit wordt te groot –> ruggenmerg wordt uitgerokken boven C4 met het overlijden van de patiënt tot gevolg.

38
Q

Verschillende vormen van facetluxatie?

A

Unilateraal
o Rotatoir trauma
o Relatief stabiel
o Verplaatsing: 25% van het wervellichaam

Bilateraal 
o	Rotatoir trauma 
o	Onstabiel 
o	Verplaatsing: 50% van wervellichaam 
o	Vaak aantasting van ruggenmerg --> quadriplegie
39
Q

Behandeling van facetluxatie?

A
  • Gesloten reductie + halo tractie/vest

- Open reductie + fusie (indien conservatief geen reductie bekomen kan worden)

40
Q

Wat zien we hier?

A

Bilaterale facetluxatie

41
Q

Wat zien we hier?

A

Unilaterale facetluxatie

42
Q

Definitie van whiplash?

A

Distorsie van de cerviale wervelkolom

43
Q

Pathofysiologie/traumamechanisme van Whiplash?

A

Hyperflexie- hyperextensietrauma van de cervicale wervelzuil:

  • Mineur ligamentair letsel
  • Geen fractuur of discus letsel

! Structureel zijn er geen problemen zichtbaar

44
Q

Kliniek van Whiplash?

A

Functionele stoornis
o Nek- en hoofdpijn soms uitstralend naar de schouders
o Paresthesieën en zwakte in de bovenste ledematen
o Duizeligheid, visuele stoornissen

–> oorzaak van klachten is nog onduidelijk

45
Q

Bijkomend onderzoek bij whiplash?

A
  • RX en/of CT –> meestal niet conclusief of negatief (eerder medicolegaal)
46
Q

Behandeling van whiplash?

A

= conservatieve behandeling:
• Mobilisatie en oefentherapie
• Pijnstillers en NSAID’s
• Massage en manipulaties in vroegtijdig stadium
• GEEN LANGDURIGE IMMOBILISATIE zonder botletsels of ligamentaire instabiliteit

47
Q

Wanneer is een thoracale wervelfractuur stabiel?

A
  • Meestal: door stabilisatie door ribben/sternum –> ALTIJD bedacht zijn op geassocieerd rib en/of sternum fracturen
  • Geisoleerde posterieure kolom fractuur
  • Compressie fractuur of anterieure kolom fractuur met:
    • Ribben en sternum intact
    • < 50% ingezakt en symmetrisch in face = aanvaardbaar
48
Q

Wanneer is een thoracale wervelfractuur instabiel?

A
  • Flexie distractie fractuur
  • Beschadiging anterieur/posterieure structuren en/of sternum/ribben
    • > 50% ingezakt of asymmetrisch in face
    • Neurologische uitval
49
Q

Behandeling van thoracale wervelfracturen?

A

Stabiele fractuur:
o Observatie of Korset/rust
o Nadien Kiné

Instabiele fractuur:
o Osteosynthese

50
Q

Welke zijn de meest frequente wervelfracturen?

A

Thoracolumbale wervelfracturen

51
Q

Behandeling van thoracolumbale wervelfracturen?

A

1 kolom fractuur + stabiel en weinig verplaatst (< 50% ingezakt):
- Jewett Korset: 3-puntsfixatie voor 6-12 weken

1 of 2 kolom fractuur + (on)stabiel en/of belangrijke verplaatsing (> 50%):
- OS met pedikel schroeven -> interne fixatie om kyfose tegen te gaan

3 kolom fractuur = onstabiel:
- Posterieure fusie en anterieure cage met botent

52
Q

Wat zien we hier?

A

Jewett Korset

53
Q

Wat zien we hier?

A

Halo tractie/vest

54
Q

Wat zien we hier?

A

Minerva brace

55
Q

Welke 2 vormen van sacrum fracturen bestaan er?

A
  • Verticale fractuur = onderdeel van bekkenringfracturen

- Horizontale/dwarse fractuur = eerder wervelzuilfractuur

56
Q

Risico van sacrumfracturen?

A

Aantasting van de sacrale zenuwwortels –> altijd fecale en urinaire incontinentie nagaan

57
Q

Behandeling van Sacrumfracturen?

A
  • Niet (te veel) verplaatst: conservatieve behandeling

- Verplaatsing en/of neurologisch deficit: osteosynthese

58
Q

Medische term staartbeentje?

A

Coccyx

59
Q

Trauma mechanisme van coccyxfractuur?

A

Val achterover op billen

60
Q

Kliniek van coccyxfractuur?

A

o Pijn thv de bilregio en bij palpatie sacrum en/of coccyx

o Soms pijnlijke mobiliteit van coccyx te voelen bij rectaal toucher

61
Q

Bijkomend onderzoek coccyxfractuur?

A

CT scanner

zo nodig: MRI of botscanner met SPECT-CT

62
Q

Behandeling van coccyxfractuur?

A

Meestal conservatief
o Zitten op band
o Analgetica: PCT
o Indien verplaatst –> via rectaal touche terugplaatsen

Anterieure luxatie van het coccyx kan een indicatie zijn voor resectie indien blijvend pijnlijk na 8 tot 10 maanden conservatieve behandeling

63
Q

Complicatie van coccyxfractuur?

A

Blijvende pijn aan staartbeen = coccygodinie

64
Q

Etiologie van wervelfracturen bij ouderen?

A

= zeer frequent probleem = soort natuurlijke evolutie
• We zien ook een geleidelijke inzakking van anterieure kolom van het wervellichaam –> ontstaan van een kyfose van de rug.

65
Q

Oorzaken van wervelfracturen bij ouderen?

A
  • Osteoporose: vrouwen > mannen
  • Soms progressief, soms acuut
  • Pathologische fracturen –> bv. multiple myeloom
66
Q

Kliniek van wervelfractuur bij ouderen?

A

o Verandering van de statiek
o Lokale palpatie- en percussiepijn indien breuk recent
o Neurologisch onderzoek
o Degeneratieve kyfose en scoliose –> er is een scheefstand van het bekken en wervelzuil + rotatoire component

67
Q

Bijkomend onderzoek bij wervelfracturen bij ouderen?

A
  • CT scan (goede diagnostische waarde)
  • Botscanner + SPECT CT: onderscheid tussen recente of oude fractuur
  • MRI: beoordelen van neurologische compressie
68
Q

Behandeling van wervelfractuur bij ouderen?

A
  • Meestal conservatief: korset en pijnstilling
  • Nazicht en behandeling osteoporose
  • Zelden heelkunde: vertebroplastiek, kyfoplastiek
69
Q

Principe van vertebroplastiek?

A

 Percutane techniek onder scopie controle via de pedikels

 Injectie botcement om wervel te verstevigen

70
Q

Principe van kyfoplastiek?

A

 Percutane techniek onder scopie controle via de pedikels
 Reductie van de inzakkingsfractuur door ballonnetje
 Injectie botcement in het wervellichaam
 Doel: correcte van de hoogte en de vorm van het wervellichaam