Discushernia Flashcards
Definitie van discushernia?
Ontstaan van scheur van annulus fibrosus waardoor deel van de nucleus pulposus naar buiten gaat uitpuilen
- Pijn door druk
- Compressie van uittredende zenuwwortels, ruggenmerg, … –> paresthesiën en motorische uitval
Verloop van neurologische klachten bij discushernia?
- Initieel eerst sensorische klachten: paresthesiën –> hypoesthesie
- Later ook motorische klachten
Welke zijn de 2 vormen van discusdegeneratei?
- Discus bulging = discus wordt nog omgeven door anulus fibrosus (‘contained)
- Discus hernia = discus niet meer omgeven door anulus fibrosus, nucleus pulposus puilt volledig uit
Wat zien we hier?
Discus bulging
Wat zien we hier?
Discusherniatie
Kliniek van cervicale discushernia?
- Nekpijn en pijn uitstralend in één arm
* Sensibele en/of motorische uitval in innervatiegebied
Welke zenuwwortel is aangedaan bij discushernia tussen C6 - C7?
zenuwwortel C7
Welke zenuwwortels worden het vaakst aangetast?
C5 - C6 - C7 - C8
Benoem de dermatomen van de bovenste extremiteiten?
C4: schouder en bovenste thorax
C5: laterale zijde bovenarm
C6: achterzijde arm, duim en 1/2 wijsvinger
C7: achterzijde onderarm, 1/2 wijsvinger, middelvinger en 1/2 ringvinger
C8: achterzijde onderarm, 1/2 ringvinger en pink
T1: mediale zijde elleboog
T2: mediale zijde bovenarm , oksel en bovenste thorax
Benoem de motorische uitval per zenuwwortel van bovenste extremiteiten?
- C4: m. trapezius –> opheffen schouders
- C5: m. deltoideus en supraspinatus –> abductie schouder
- C6: m. biceps–> flexie elleboog
- C7: m. triceps –> extensie elleboog
- C8: flexoren vingers –> emmer dragen
- T1: intrinsieke handspieren –> vingers spreiden
Welke reflexen kunnen getest worden ter hoogte van de bovenste extremiteiten?
- Bicepseesreflex: C5 - C6
- Brachioradialispeesreflex: C5 - C6
- Tricepspeesreflex: C7
Definitie van teken van spurling?
- Kijken naar aangetaste kant en drukken op het hoofd (axiaal) –> verhogen druk in disci waardoor deze meer gaat uitpuilen en meer compressie geven
- positief indien typische pijn gevoeld.
Wat is een belangrijke aanwijzing voor de aanwezigheid van een discushernia in het dagelijkse leven van de patiënt?
Bij hoesten, persen (valsalva) –> er komt meer compressie op de discus te staan –> uitlokken van pijn
Bijkomend onderzoek bij vermoeden van discushernia?
- MRI
- Elektromyografie (EMG): zenuwuitval objectiveren
Rol van MRI in diagnose van discushernia?
- uitpuilende discus kan goed in beeld gebracht worden!
- Indien wat gezien wordt op MRI niet overeenkomt met de kliniek van de patiënt –> geen behandeling noodzakelijk
Behandeling van discushernia?
Geen motorische uitval –> conservatieve behandeling:
- Pijnstilling, ontstekingsremmers, corticoïden
- Spontane regressie mogelijk
- Kinésitherapie, geen manipulatie
Motorische uitval of blijvende klachten –> heelkundige behandeling:
- Via anterieure weg discus reseceren –> opvullen met cage EN 2 wervels aan elkaar fixeren
Kliniek van lumbaal discushernia?
- Lage rugpijn
- Unilaterale uitstralende pijn in één dermatoom (ischialgie)
- Sensibele en/of motorische uitval in één innervatiegebied
Welke zenuwwortel wordt gecomprimeerd bij discushernia tussen L4-L5?
Zenuwwortel L5
Meest frequente lokatie van lumbaal discushernia?
- L4-L5
- L5 - S1
==> meer dan 90 % is hiertussen gelegen
Definitie van ischialgie?
- Vorm van zenuwpijn (neuralgie) die vanuit de lage rug in de achterzijde van het been uitstraalt
- Veroorzaakt door compressie van zenuwwortels van n. ischiadicus
Noem de verschillende dermatomen van de onderste extremiteit?
- L4: binnenzijde onderbeen
- L5: buitenzijde onderbeen, voetrug en dikke teen
- S1: kleine teen, laterale zijde voet en voetzool
- S2: achterzijde been
- S3-5: billen en anale regio
Noem de motorische bezenuwing van de onderste extremiteiten?
o L4: verminderde kracht bij knie extensie (verminderd niet afweizg doordat de m. quadriceps nog door andere zenuwen voorzien wordt)
o L5: hielgang (laten stappen)
o S1: Teengang (laten stappen)
Welke peesreflexen kunnen in ondeste extremiteiten getest worden?
- Kniepeesreflex: L2 - L3
- Achillespeesreflex: S1
Welke bijkomende testen kunnen gedaan worden om zenuwwortel aantastinging van onderste ledematen te onderzoeken?
- Test van Lasègue en teken van Bragard: L5 - S1
- Omgekeerde Lasègue: L2 - L4
Principe van test van Lasègue en Bragard?
- Been van neerliggende patiënt wordt opgeheven –> test positief indien uitstraling onder de knie
- Teken van Bragard: na positieve test van lasègue laten we been beetje zakken en geven we dorsieflexie van de voet –> teken is positief indien er uitstralende of trekkende pijn tot onder de knie gevoeld wordt
Principe van omgekeerde test van lasègue?
o Hyperextensie van de heup veroorzaakt pijn of een trekkend gevoel vooraan het dijbeen in het innervatiegebied L2-L4