Tentamens Flashcards
affiniteitsrijping gebeurt in de:
- lymfeklier
- milt
VDJ-recombinatie gebeurt in de:
- thymus
- beenmerg
Klonale deletie (eliminatie van immuuncellen die een potentieel risico vormen voor auto-immuniteit) gebeurt in de:
- thymus
- beenmerg
isotype switching gebeurt in de:
- lymfeklier
- milt
welke twee processen worden door een AID deficiëntie beïnvloed?
- somatische hypermutatie
- class-switch recombinatie/isotype switching
noem een effect van de verstoring van de processen die door een AID deificiëntie worden beïnvloed (somatische hypermutatie en isotype switching) voor het adaptieve immuunsysteem?
- geen affiniteitsmaturatie (geen hogere affiniteit van de antistoffen)
- afwezigheid van isotypen als IgG en IgA met hun specifieke effectorfuncties
een arts-microbioloog zegt: het inzetten van faeces op een bloedagar om E. coli te kweken is niet zinvol. waarom is dit niet zinvol?
- een bloedagar maakt geen onderscheid tussen de vele soorten E.coli, waar de darmen vol mee zitten
- je weet dus niet of je de verwekker van de infectie kweekt, of een kolonisant
Als er sprake is van een HIV infectie, dan kan je als eerste het genoom van het virus opsporen.
daarna zal het p24 antigeen te detecteren zijn. het p24 antigeen komt voor op de kerncapside van het virus.
later komt pas de immuunreactie op gang en worden antistoffen tegen het virus gevormd en dus detecteerbaar.
NK-cellen hebben op hun oppervlak zowel activerende als remmende receptoren. beide typen receptoren hebben elk hun eigen type liganden.
- binding van MHC-klasse-1 aan inhibierende receptoren voorkomt apoptose van doelwitcellen
- binding van activerende liganden aan activerende receptoren zorgt voor apoptose van doelwitcellen
noem de twee routes van de complement activatie waarbij activatie plaatsvindt zonder betrokkenheid van antilichamen:
- lectineroute
- alternatieve route
(bij de klassieke route zijn antistoffen/antilichamen juist heel erg van belang)
kenmerken van prokaryoten:
- bevatten geen kern
- hebben een eenvoudige structuur
- hebben geen mitochondriën, ER of Golgi-apparaat
- hebben ribosomen, wel kleiner dan die van eukaryoten
- zijn over het algemeen kleiner dan eukaryoten
kenmerken van eukaryoten:
- bevatten een celkern
- hebben een complexere structuur in vergelijking met prokaryoten
- hebben mitochondriën, ER en een Golgi-apparaat
- zijn over het algemeen groter dan prokaryoten
Eukaryotische cellen bevatten meerdere chromosomen per cel.
Eukaryotische cellen bevatten een Golgi apparaat.
3 typen cellulaire receptoren:
- Opsonine receptoren
- (microbe) ligand receptoren
- Supplementaire receptoren
opsonine receptoren:
- Fc-receptoren
- complement receptoren
(microbe) ligand receptoren:
- scavenger receptoren
- C-type lectine receptoren
supplementaire receptoren:
- Toll-like receptoren
- NOD-like receptoren
- RIG-1-like receptoren
- DNA-sensing receptoren
leg aan de hand van de genetische evolutie van het influenzavirus uit waarom het jaarlijks aanpassen van het influenzavaccin nodig is:
- influenzavirus is gesegmenteerd RNA virus
- bij de replicatie geen proof reading van RNA afhankelijke RNA polymerase, waardoor mutaties in het virale genoom kunnen ontstaan
- deze zogenoemde antigenen drift maakt dat elk jaar het vaccin iets moet worden aangepast om voldoende bescherming te bieden
dendritische cellen in de paracortex van de lymfeklier worden ook wel INTERDIGITERENDE CELLEN genoemd.
deze dendritische cel heeft allemaal uitlopers, die op vinger lijken. deze vingers vergroten het oppervlak van de cel, waardoor er veel antigenen op de celmembraan kunnen binden en het contactoppervlak met de T- en B-cellen vergroot wordt.
ze spelen een belangrijke rol in de activatie van lymfocyten in de lymfeklier en maken hierdoor deel uit van de adaptieve immuunrespons.
ze stimuleren vooral T-cellen.
signaleringscascade in Toll-like recpetoren (TLR):
- het ligand bindt aan de TLR
- dan is er rekrutering van de adaptereiwitten
- daarna recrutering en activatie van de proteïnekinases
- gevolgd door activatie van de transcriptiefactoren
- en daarna gentranscriptie
- en uiteindelijk ontstaan er pro-inflammatoire moleculen
in het darmkanaal is secretoir IgA aanwezig. de vorming van secretoir IgA verloopt in verschillende stappen. door welk celtype wordt iedere stap uitgevoerd?
- productie van secretoire component: epitheelcel
- productie van J-keten: plasmacel
- vorming van IgA monomeren: plasmacel
- uitscheiding van secretoir IgA: epitheelcel
VDJ recombinatie volgorde:
- recombinatie
- transcriptie
- splicing
- translatie
kruispresentatie is een fenomeen dat optreedt in DENDRITISCHE CELLEN. tijdens dit proces worden EXTRACELLULAIRE antigenen in HLA KLASSE 1 moleculen gepresenteerd aan CD8+ T-lymfocyten.
tijdens de cellulaire fase van de ontstekingsreactie, veroorzaakt door een bacteriële infectie, vindt onder andere fagocytose en afbraak van het micro-organisme plaats. welk enzym speelt daarbij een rol, en hoe?
- NADPH-oxidase, doordat dit zuurstof omzet in superoxie (O2 radicaal)