HC 1.1: Inleiding microbiologie en infectieziekten Flashcards
behandeling en preventie van infectieziekten:
- huisarts
- GGD (SOA’s, tuberculose, uitbraakmanagement)
- 2e/3e lijn: afhankelijk van ziektebeeld (medisch specialist ‘eigen’ vakgebied) (internist-/kinderarts-infectioloog)
- altijd in overleg met arts-microbioloog
infectieziekten worden veroorzaakt door 4 categorieën van micro-organismen. veroorzakers van infectieziekten:
- bacteriën
- virussen
- schimmels/gisten
- parasieten
veroorzakers van infectieziekten - bacteriën:
- prokaryoten
- eencelligen
- dubbelstrengs, cellulair DNA
- vaak ook plasmidaal DNA
je kan bacteriën bekijken onder de microscopie en dan op basis van hoe de bacteriën er uit zien al een vermoeden hebben over welke bacterie het gaat.
je kan bacteriën ook laten groeien. als je een bacterie op een juiste voedingsbodem aanbrengt, heb je binnen 24 uur miljoenen bacteriën op die plaat zitten. het zijn dan zoveel bacteriën, dat het uiteindelijk zichtbaar wordt. je kan dan kijken naar de kolonie morfologie en op basis daarvan zeggen om welke soort bacterie het gaat.
voorbeelden van bacteriële infecties:
- streptokokken faryngitis (keelontsteking)
- pneumokokken pneumonie (longontsteking)
- Lues
- urineweginfectie (E. coli)
veroorzakers van infectieziekten - virussen:
- is een micro-organisme, maar kan niet op zichzelf leven
- is eigenlijk een stukje DNA omgeven door een eiwitkapsel/mantel
- voor vermeerdering afhankelijk van gastheercellen
- alleen DNA of alleen RNA
- enkelstrengs of dubbelstrengs
- omgeven door eiwitmantel
voorbeelden van virale infecties:
- bovenste luchtweginfecties
- rubella (rode hond)
- COVID-19
- Hepatitis
veroorzakers van infectieziekten - fungi:
- fungi is een verzamelnaam voor gisten en schimmels
- gisten en schimmels behoren tot dezelfde groep, maar gisten zijn eencellig en schimmels zijn meercellig
- schimmels planten zich voort door sporen
veroorzaker van infectieziekten - parasieten:
- zijn eukaryoten
- (een hoofdluis is ook een parasiet)
- ze kenmerken zich door een parasitaire levenswijze
- voor ontwikkeling zijn ze geheel of ten dele afhankelijk van een gastheer
virussen zijn zo klein dat je ze niet met een licht microscoop kan zien. er moeten andere technieken worden gebruikt om die zichtbaar te maken.
bacteriën zijn wel met de licht microscoop zichtbaar.
niet alle parasieten zijn met het blote oog zichtbaar, die moeten ook onder de microscoop worden bekeken.
veel andere parasieten en schimmels (wanneer ze eenmaal gegroeid zijn) kan je wel met het blote oog zien.
- infectieziekten zijn overal en enorm divers
- in vrijwel alle medische beroepen kom je in aanraking met infectieziekten
- er zijn 4 categorieën van micro-organismen die infectieziekten kunnen veroorzaken
we hebben super veel micro-organismen in en op ons lichaam. de meeste daarvan zijn nooit ziekteverwekkend. een deel van de micro-organismen die aanwezig zijn kunnen in sommige gevallen pathogeen zijn. En er zijn micro-organismen die altijd pathogeen zijn.
op de huid bevinden zich micro-organismen. tot diep in de huid, tot diep in de haarzakjes bevinden zich bacteriën en virussen. als dus de huidbarrière wordt doorbroken, gaan er meteen heel veel bacteriën en virussen het lichaam in.
alle plekken van en in het lichaam die in contact staan met de buitenwereld, zijn gekoloniseerd met micro-organismen. maar niet op iedere plek bevinden zich dezelfde micro-organismen.
de flora in de mond heeft een andere samenstelling dan de huid. en dat verschilt dan ook weer van de flora in de darm.
in de mond zitten veel micro-organismen die niet zo veel doen en dus ook niet vaak ziekten veroorzaken.
in de darm zitten heel veel gram-negatieve bacteriën.
en op de huid zitten veel gram-positieve bacteriën.
welke plekken in of op het lichaam zou je geen micro-organismen verwachten, welke zijn dus steriel?
- bloed
- hersenen (+ liquor)
- gewrichtsvocht
- buikholte is steriel (met uitzondering van de inhoud van de darmen)
- in principe is alles in de thoraxholte ook steriel (m.u.v. de longen e luchtwegen)
1 van de bacteriën die op de huid voorkomt en die we nog vaak gaan tegenkomen:
staphylococcus aureus
staphylococcus aureus is gram-positief coc, dus een ronde bacterie.
heel veel mensen zijn gekoloniseerd met deze bacterie. heel veel mensen dragen die bacterie dus bij zich.
- bij 1/4 van alle mensen zit deze bacterie in de neus
- hij zit ook bij veel mensen op de handen
–> er zijn heel veel infecties die veroorzaakt worden door deze bacterie. die infecties kunnen door het hele lichaam voorkomen, op heel veel verschillende plekken
wanneer spreek je van een infectie?
- een veranderende fysiologie of schade door de interactie tussen micro-organisme en mens
- als een micro-organisme ergens zit en het doet niks/er gebeurt niks, dan spreken we van kolonisatie/normale flora
- maar als er iets verandert in het lichaam, er is een immuunreactie, dan spreken we van een infectie
die immuunrespons bij een infectie hoeft geen symptomen te geven, dan is het subklinisch.
de keten van gebeurtenissen bij een infectie noemen we de pathogenese van een infectieziekten
de pathogenese van een infectieziekte kan je een richting geven in de diagnostiek. wordt iemand bijvoorbeeld meteen heel erg ziek of begint de infectie met milde symptomen maar die worden steeds erger. dat soort informatie over de pathogenese kunnen je sturen in de richting van de diagnose.
de pathogense van infectieziekten is afhankelijk van:
- besmettingsroute
- gastheer (immuunstatus van de gastheer, wat te maken kan hebben met de genetische achtergrond van de gastheer)
- micro-organisme (virulentie/pathogeniciteit)
virulentie:
de mate waarin een micro-organisme ziekte kan veroorzaken. vaak uitgedrukt in aantal micro-organismen dat nodig is om ziekte te veroorzaken.
van een heel virulent micro-organisme, heb je dus misschien maar 1 of 2 micro-organismen nodig om ziekte te veroorzaken.
virulentie wordt bepaald door virulentiefactoren:
eigenschappen (bijv. eiwitten, moleculen) waarmee een micro-organisme de verdedigingsmechanismen van de gastheer kan ontlopen of teniet doen.
voorbeelden van virulentiefacoren:
- adhesinen (pili)
- toxinen
- kapsel van bacterie of gist
pathogeniciteit:
- vermogen van mirco-organismen om schade/ziekte te veroorzaken
- pathogeen is dus in staat om ziekte te verwekken
- niet-pathogeen dan wordt er geen ziekte veroorzaakt
primaire pathogenen:
- zijn micro-organismen die bij ons allemaal vrij makkelijk ziekte kunnen veroorzaken
- bijvoorbeeld de staphylococcus aureus
- ook mensen met een goed immuunsysteem kunnen hier goed ziek van worden
opportunistische pathogenen:
- zijn micro-organismen die aleen ziekte veroorzaken bij mensen met een verminderde weerstand
- die zijn minder virulent en hebben minder virulentiefactoren waardoor ze bij mensen met een goede weerstand moeilijk infectie kunnen veroorzaken
- bijv. een schimmelinfectie bij een neutropenie
- verwekkers zijn overal en hoeven niet te leiden tot infectie.
- de pathogenese van infectieziekten is afhankelijk van vele factoren:
- micro-organisme: pathogeniciteit en virulentie
- gastheer: genetische achtergrond en immuunstatus
- besmettingsroute