HC 2.7: Cytokinen en chemokinen: productie, receptoren en effecten Flashcards
als respons op fysiologische stress, reageert niet alleen het immuunsysteem, maar dat doet het samen met het endocriene systeem en het zenuwstelsel. en de communicatie tussen die verschillende systemen, loopt via cytokinen. maar ook de communicatie binnen het immuunsysteem loopt via cytokinen.
cytokinen zijn vooral belangrijk voor de ontsteking, dus bij de geïnduceerde innate respons en de adaptieve respons. maar ook bij het aantrekken van cellen in de verschillende reacties of de uiteindelijk resolutie van de immuunreactie.
cytokinen zijn niet alleen belangrijk voor de immuniteit, maar ook voor de normale homeostase.
een ontstekingsreactie is een reactie op schade of veranderingen in weefsels. dat kan door micro-organismen komen, maar dat hoeft niet.
bij zo’n reactie zijn er veel verschillende effecten, zowel cellulaire effecten als humorale effecten.
bij die cellulaire effecten moet je denken aan: de endotheel-activatie, parenchymactivatie en leukocyt activatie.
en die verschillende activaties/effecten worden veroorzaakt door verschillende mediatoren. mediatoren zijn:
oplosbare moleculen die dus effecten hebben op allerlei andere cellen.
en cytokinen en chemokinen zijn ook een voorbeeld van mediatoren
take home messages: (dus goed opletten wat je moet onthouden)
cytokines:
- zijn kleine, oplosbare eiwitten
- zijn te verdelen in: groeifactoren, chemokinen en ‘overige’ cytokines
- zijn te verdelen in evolutionair en vaak functioneel verwante families
- functioneren lokaal (autocrien, paracrien) en systemisch
- zijn pleiotroop en redundant
- functioneren in een netwerk, waarbij ze elkaars activiteit synergetisch of additief kunnen versterken, of juist inhiberen
- hebben effecten die sterk procesfase- en concentratie-afhankelijk zijn
- worden geproduceerd door - en hebben effecten op - verschillende celtypen van alle weefsels (niet alleen immuuncellen)
- worden vaak verdeeld in pro- en anti-inflammatoir: een belangrijke houvast, maar ook een simplificatie
met cytokines bedoelen we dus stoffen die effecten hebben op cellen. ‘cyto’ betekent ‘cel’ en ‘kine’ betekent ‘beweging’. het zijn dus letterlijk stoffen die cellen in beweging kunnen brengen.
binnen de cytokines hebben we verschillende groepen:
- we hebben de groeifactoren (die zorgen voor de aanmaak van cellen, bv ook in het beenmerg)
- we hebben de chemokines (die zijn belangrijk voor het aantrekken van cellen, dus die cellen letterlijk in beweging brengen)
- je hebt ook een grote groep met interleukines (IL) dit betekent letterlijk ‘tussen-witte’ dus ze zijn belangrijk voor de communicatie tussen witte bloedcellen
- daarnaast heb je nog andere groepen, zoals de interferonen en andere groepen die een rol spelen hierin
cytokine is dus het ‘container begrip’ er vallen vee verschillende groepen hieronder. cytokines:
- zijn een glycoproteïne van ongeveer 10-30 kDa
- ze beïnvloeden het gedrag en de functie van andere cellen
groeifactoren:
- zijn cytokines die de proliferatie (en maturatie) van cellen stimuleert
- bv: GM-CSF en Epo
chemokines:
- zijn cytokines met chemotactische (en activerende) werking op cellen
- bv: CCL2 (wat monocyten aan kan trekken) en CXCL12 (wat ook van belang is voor de migratie van cellen)
naast de groeifactoren, chemokines heb je ook nog overige cytokines.
- overige cytokines zijn cytokines met andere functionele effecten, zoals activerend of remmend
- bv: IL-1, IFN-gamma of TGF-bèta
belangrijke termen binnen de cytokines (ZIE OOK PLAATJE IN WORD):
- pleiotroop
- redundant
wat is pleiotroop/pleiotropie?
pleiotropie betekent dat één cytokine, meerdere celtypen tegelijk kan beïnvloeden en dat dat uiteenlopende effecten heeft
wat betekent redundant/redundantie?
dit betekent dat verschillende cytokines overlappende functies hebben
- voorbeeld: IL-1 heeft vergelijkbare functies als IL-6 en TNF-alpha (niet exact hetzelfde, maar sommige functies overlappen)
er zijn enorm veel verschillende cytokines. er is sprake van cytokine families:
- wat je ziet als je naar cytokines kijkt, is dat sommige cytokines met elkaar verwant zijn.
- cytokines komen in families voor (bv IL-2 familie).
- die families zijn ontstaan vanuit de evolutie. het heeft te maken met hoe ze zijn ontstaan. door genduplicatie lijken ze op elkaar.
- ook binnen de interferonen hebben we verschillende families. IFN-type 1, IFN-type 2 en IFN-type 3 zijn de verschillende families binnen de interferonen
je kan verschillende effecten onderscheiden van cytokines. er zijn 3 typen effecten van cytokines (ZIE PAATJE IN WORD):
- autocrien: wanneer cytokines geproduceerd worden kunnen ze een effect hebben op de cel die die cytokines zelf geproduceerd heeft. dus de cel beïnvloedt zichzelf
- paracrien: wanneer de cytokines, geproduceerd door de ene cel, effecten hebben op cellen die in de omgeving liggen
- endocrien: als de cytokines via de bloedbaan getransporteerd worden, kunnen ze ook effect hebben op andere weefsel die op een afstand liggen van de cel die de cytokines geproduceerd heeft
de term endocrien kennen we van hormonen, maar wat is dan een verschil tussen hormonen en cytokines?
- hormonen worden geproduceerd in endocriene organen en een hormoon wordt dus op een specifieke plek geproduceerd, in een bepaald orgaan of door een bepaald celtype
- terwijl cytokines veel breder geproduceerd worden en daardoor ook veel bredere effecten hebben
–> met name de productie is dus verschillend tussen hormonen (wordt gemaakt in klieren) en cytokines (worden door veel verschillende celtypen gemaakt en op veel verschillende plekken)
cytokines kunnen elkaar ook beïnvloeden. daarbij maken we onderscheid tussen verschillende termen, namelijk:
- synergie
- additie
- inhibitie
–> KIJK HIERVOOR IN WORD VOOR PLAATJE EN UITLEG
cytokines hebben een lokaal effect in de ontsteking. maar als die cytokines in het bloed terecht komen, kunnen ze ook systemische effecten hebben:
- zo kunnen ze zorgen voor koorts (wat bevorderend is voor de ontsteking)
- onder invloed van cytokines worden acute fase eiwitten geproduceerd in de lever
- cytokines hebben ook invloed op het beenmerg, waardoor de leukocyten productie omhoog gaat
–> tijdens een ontsteking zijn dit beschermende mechanismen
maar die cytokines die in de bloedbaan terecht komen en dus systemische effecten gaan hebben, kunnen ook negatieve effecten hebben. ze kunnen dan zorgen voor systemische pathologische effecten:
- zo kan het in het hart zorgen voor een verminderde output
- je kan trombus vorming krijgen
- en het kan ook leiden tot insuline resistentie
cytokine storm:
- soms gaat het echt helemaal mis met cytokines en loopt het helemaal uit de hand
- dit is o.a. het geval bij bv SARS-COV2 of MERS
- hierbij gaan cellen van het aangeboren immuunsysteem zo veel cytokines maken, waardoor cellen echt beschadigd raken. dit noemen we inflammatory cell death
- en door die celdood, ontstaan/worden er weer meer cytokines geproduceerd
- en dan kom je in een soort vicieuze cirkel terecht, waardoor er systemische inflammatie/ontsteking ontstaat
cytokines worden niet allemaal op hetzelfde moment geproduceerd. er is namelijk een verschil in de kinetiek van cytokine productie.
- zo zie je bv. na ‘blootstelling’ aan een microorganisme, dat de productie van TNF-alpha als eerste op gang komt (meestal al binnen 2 uur)
- IL-6 en IL-10 worden bv pas veel later geproduceerd en de productie komt pas na ongeveer 3,5 uur op gang
de kinetiek van cytokine productie verschilt dus. hoe komt dat?
- er zijn verschillende redenen waarom dit zo is
- maar 1 van de redenen is dat de productie van die cytokines verschilt
- sommige cytokines zijn al in een pro-vorm aanwezig, zoals o.a. TNF-alpha
- die zit namelijk al vast op het membraan en die wordt door bepaalde enzymen van het membraan geknipt, waardoor het vrij komt
- er zijn ook cytokines die al aanwezig zijn in vesicles (zoals IL-4)
- er zijn ook cytokines die al aanwezig zijn in het cytosol als pro-cytokine
- je hebt ook cytokines die ontstaan door de novo transcriptie en translatie, dus dat na celactivatie er transcriptie en translatie plaatsvindt, waardoor het eiwit wordt geproduceerd
een handig onderscheid tussen cytokinen is het verschil tussen:
pro- en anti-inflammatoir