Tentamen 2 Flashcards

1
Q

mycobacterium tuberculosis is altijd pathogeen voor de mens.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

SARS-CoV-2 is niet altijd pathogeen voor de mens.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hooikoorts: respons tegen ‘onschuldige’ antigenen.
mediterrane koorts: innate respons tegen eigen antigeen.
SCID: te geringe werking van het immuunsysteem.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vierde generatie HIV-screeningstesten combineren de detectie van antilichamen en p24-antigeen in één test.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

een prokaryoot is haploïd.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

fagocytose is het belangrijkste effectormechanisme van de INNATE afweer. de deeltjes die gefagocyteerd worden, zijn in het algemeen GROTER dan deeltjes die middels endocytose worden opgenomen.
Het fagocytoseproces verloopt effciënter wanneer tijdens het proces COMPLEMENT aanwezig is.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

TLR4: sensor
MyD88: adaptoreiwit
TAK1: proteïnekinase
NF-kappaB: transcriptiefactor

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

NF-kappaB is een transcriptiefactor.
het zorgt voor de transcriptie van cellulaire activatie markers, zoals adhesiemoleculen en co-stimulatie moleculen, pro-inflammatoire cytokins en chemokines.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Th17 cellen worden gekenmerkt door de productie van onder andere IL-22.
Th17 cellen beïnvloeden vooral neutrofiele granulocyten.
en zijn voornamelijk betrokken bij de immuunrespons tegen schimmels.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een infectie door residente flora wordt een endogene infectie genoemd.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verschil tussen sterilisatie en desinfectie:

A
  • Sterilisatie betekent dat er geen levend micro-organisme aanwezig is d.w.z. een proces waarbij alle micro-organismen (inclusief
    bacteriesporen) zijn geëlimineerd.
  • Desinfectie betekent dat het aantal micro-organismen wordt verminderd d.w.z. bepaalde micro-organismen (waaronder
    bacteriesporen) kunnen het desinfectieproces overleven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de drie cytokinen die de lever kunnen stimuleren tot de productie van acute fase eiwitten:

A
  • IL-1
  • IL-6
  • TNF-alfa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

AIRE is een transcriptiefactor die tot expressie komt in de medulla van de thymus. het draagt bij een aan de eliminatie van T-lymfocyten die een auto-immuunziekte kunnen veroorzaken als ze niet weggefilterd worden.
dit gebeurt dus tijdens de negatieve selectie.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg uit hoe besmetting met enterovirus kan leiden tot ontsteking van de hartspier. Besteed in je antwoord aandacht aan de
transmissieroute, tropisme en aan de manieren waarop schade ontstaat. Maak bij de manieren waarop schade ontstaat
onderscheid tussen directe en indirecte schade.

A
  • na feco-orale transmissie viremie
  • bindt aan receptor op hartspier (tropisme)
  • directe schade door virus
  • indirecte schade door reactie immuunsysteem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Tijdens de COVID-pandemie zijn serologische testen ontwikkeld voor de detectie van antilichamen gericht tegen SARS-CoV-2.
- Waarom konden deze testen in de eerste 6 maanden van de pandemie wel gebruikt worden voor het vaststellen van een
doorgemaakte infectie, en is dat nu in de meeste gevallen niet meer mogelijk?

A

De meeste mensen zijn nu gevaccineerd (1p) en een serologische test kan geen onderscheid maken tussen doorgemaakte infectie en
immunisatie (1p).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bij Morbus Crohn, Sarcoïdose, Tuberculose en lepra kunnen granulomen gezien worden.
bij Colitis Ulcerosa niet.

17
Q

folliculaire dendritische cel (FDC):
- zijn betrokken bij somatische hypermutaties in de B-cel.
- ze spelen een rol tijdens de kiemcentrumreactie bij de selectie van B-cellen met een hoge affiniteit BCR.
- bevinden zich in de lichte zone van het kiemcentrum/follikel

A

Interdigiterende cellen (IDC):
- ze hebben vingers/waaiers, die het oppervlak van de cel vergroten.
- ze spelen een belangrijke rol bij de activatie van lymfocyten in de lymfeklier en maken dus deel uit van de adaptieve immuunrespons.
- ze stimuleren vooral T-cellen door de presentatie van antigenen.
- bevinden zich in de paracortex van de lymfeklier

18
Q

In een histologisch beeld van de chronische ontstekingsreactie worden veel lymfocyten aangetroffen.
De orgaanschade die ontstaat als gevolg van een langdurige chronische ontstekingsreactie wordt meestal veroorzaakt door uitgebreide fibroseringdoor uitgebreide fibrosering.

19
Q

Hoog Epitheliale Venulen (HEV) bevinden zich in de paracortex van de lymfeklier. ze hebben een bobbelige structuur, waardoor turbulentie ontstaat van de bloedstroom, die de stroomsnelheid van het bloed doet afnemen.
de lymfocyten botsen hier vaker tegen de bloedvatwand dan op de meeste andere plekken in het lichaam het geval is.

20
Q

Personen waarbij antistoffen aantoonbaar zijn tegen Toxisch Shock Syndroom Toxine (TSST-1) zijn WEL beschermd tegen stafylokokken
TSS.

21
Q

Stafylokokken TSS wordt WEL altijd door Staphylococcus aureus veroorzaakt.

22
Q

In de pathogenese van stafylokokken TSS spelen andere toxines van S. aureus dan TSST-1 OOK een rol.

23
Q

bij de presentatie van superantigenen is er sprake van een bredere immuunrespons en een sterkere immuunreactie in vergelijking met de presentatie van normale antigenen.
maar deze immuunrespons is minder specifiek en zorgt voor een beperkte periode van T-cel activering.

24
Q

epiglottitis is een acute zwelling van de epiglottis door infectie met Haemophilus Influenzae Type B (HiB).

25
Q

het cytomegalovirus is voornamelijk bekend als verwekker van meningitis bij baby’s.