H15.9 Flashcards

1
Q

Vormen hartfalen met chirurgische behandelingsmogelijkheiden

A
  • Myocard aandoeningen (=coronaire hartziekten)
  • Drukbelasting ventrikel (=AS)
  • Volumebelasting ventrikel (=MI, AI, TI, LVA)
  • Instroombeperking LV (=MS)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Extracorporele circulatie

A
  • Canule in RA
  • Hart-longmachine
  • Canule in aorta
  • Cardioplegie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Canule in RA

A

Veneus bloed van hart naar hart-longmachine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hart-long machine

A
  • Oxygenatie bloed
  • Afkoelen bloed
  • Roller pomp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Canule in aorta

A

Terugvoer arterieel bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cardioplegie

A

Koele vloeistof met heel hoog kaliumgehalte ter conservatie van het hart (werkingsduur is 1 uur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hardware
Dikke slang
Dunne slang

A

200.000 euro
Vervoert veneuze bloed patiënt -> machine
Vervoert arteriële bloed terug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom slangen hoog aan haak?

A

Door hoogteverschil drainage van bloed naar hart-long machine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Reservoir

A

Bloed bewaard zodat patiënt wat minder gevuld is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Centrifugaalpomp

A
  • Neemt pompfunctie hart over door een pomp
  • Zuigende functie
  • Stuwende functie
  • Geeft continu precies dezelfde flow en bewaart erytrocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kunstlong

A
  • Kleine fibers waar bloed doorheen stroomt
  • Fibers semipermeabel
  • CO2 afgeblazen
  • O2 toegevoegd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Arterieel filter

A

Eventuele embolieën filtreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Dunne slang

A

Bloed van hoge druk terug naar lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Functie gangen in kunstlong?

A

Lopen buizen doorheen waar koele vloeistof doorheen stroomt

Max 18 graden om metabolisme te vertragen, O2 vraag is minder en patiënt in leven en stabiel

Ook koelen als er wat mis gaat tijdens operatie, dan onder 25 graden koelen voor 30 min max. Er is dan net genoeg O2 aanwezig in bloed om lichaam te laten overleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer bypass?

A
  • Hoge vernauwing of heel veel vernauwingen
  • Significante stenose linker hoofdstam (a. coronaria sinistra)
  • Significante >70% stenose proximale LAD en proximale CX
  • Drie-vast coronairlijden: veel stents nodig en die hebben een kans op dicht te gaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Eigen materiaal x bypass

A

Venen: v. saphena magna en parca
Arteriën: a. mammaria interna, dextra, sinistra, a. gastroepiploica en a. radialis

17
Q

Locatie bypass

A

Distaal van vernauwing aansluiten

Kransslagaders ongeveer een halve mm in doorsnede

18
Q

AS

A
  • Degeneratief: veroudering, kleine scheurtjes, verkalken en klep moet compleet vervangen worden
  • Aangeboren: bicuspide klep
  • Reumatisch: westerse wereld bijna niet
  • Endocarditis: bacterie op hartklep tast klep aan
19
Q

Opties aortaklepvervanging

A
  • Mechanische klep: levenslang, antistolling, geluid, <65 jaar
  • Biologische klep: geen antistolling, beperkte levensduur, geen geluid, lage weerstand, verankerd op annulus
  • Homograft
20
Q

Percutane aortaklep vervanging/implantatie (TAVI)

A

Als patiënten een hoog risico hebben bij een hartoperatie, kun je een klep inbrengen via de liesvaten via een katheter, maar ook via een incisie tussen ribben (transapicaal)

Klep hecht vast in de kalk, door de kalk blijft de klep zijn plek zitten

21
Q

Klepkeuze is afhankelijk van

A
  • Leeftijd
  • Gezondheidstoestand
  • Operatierisico
  • Levensstijl
  • Tolerantie anticoagulantia
  • Voorkeur patiënt
22
Q

Annuloplastiek

A

Mitralisklep ring inbrengen waardoor de klepblaadjes weer dichter bij elkaar komen

Ook mitralisklepplastiek uitvoeren waarbij de mitralisklep via RA door septum heen wordt bereikt om de klepbladen van mitralisklep te corrigeren

23
Q

Aneurysmectomie = dor plastiek

A
  • Dood gedeelte hart wegsnijden
  • Spierweefsel moeilijk te hechten, daarom vilt patches gebruiken waarin hechtingen worden gezet
  • Ziekte gedeelten van het hart worden buitengesloten zodat het hart weer beter gaat pompen
24
Q

Complicaties hartchirurgie

A
  • Endocarditis
  • Wondinfectie (mediastinis)
  • Nabloeding
  • Aritmieën
  • CVA
  • Paravalvulaire lekkage
25
Q

LVAD

A
  • Grote pomp in de buik van patiënt
  • Met canules wordt bloed vanuit LV genomen en gepompt naar aorta
26
Q

Nadeel LVAD

A
  • Werkt elektrisch
  • Energievoorziening nodig en hiervoor toegang blijven van buiten naar binnen waar een infect kan ontstaan