H14.7 Flashcards

1
Q

Hypertensieve crisis

A

Acuut ontstane, sterk verhoogde bloeddruk die nu gecompliceerd wordt of op de korte termijn kan worden door acute hypertensieve orgaanschade van de hersenen, hart, nieren, grote bloedvaten en/of ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is van belang voor de mate van orgaanschade?

A

Snelheid van bloeddrukverandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vorm hypertensie

A

Retinopathie (schade aan ogen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hypertensief noodgeval en presentatie

A
  • Graad 3/4-retinpathie aan beide ogen
  • NI (nefrosclerose), hypertensieve encefalopathie, MAHA, hartfalen/ischemie
  • Snelle bloeddrukverlaging is gewenst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Micro-angiopathische hemolytische anemie (MAHA)

A

Fragmentatie hemolyse (fragmentocyten) waardoor er anemie ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oorzaak MAHA

A

Beschadiging endotheel wat leidt tot stollingsactivatie, fibrinedraden waardoor erytrocyten stuk gaan als ze langs stromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noodgeval

A
  • IC
  • Intravaneuze bloeddrukverlagers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Urgentie

A
  • Eerste hulp, thuis of ziekenhuis
  • Orale bloeddrukverlagers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ontwikkelt hypertensie zich tot hypertensieve crisis?

A
  • Door veranderingen in endotheel en RAAS-systeem
  • ## Normaal evenwicht tussen PGi2 en NO in endotheel wat zorgt voor bescherming tegen te hoge bloeddruk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hypertensieve crisis x fibrinoïde necrose

A

Necrose van media en endotheel van bloedvat doordat door de hoge bloeddruk fibrine en bloedplaatjes aan de wand blijven kleven

Bloedvaten kunnen door de necrose de hoge druk niet weerstaan waardoor opnieuw verwijding optreedt -> doorbraak vasodilatatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschillende typen orgaanschade

A
  • Vasculair: aortadissecties, acuut hartfalen, coronaire ischemie
  • Herseninfarct, hersenbloeding en hypertensieve encefalopathie
  • Hypertensieve crisis met retinopathie, micro-angiopathie of acute NI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Oorzaken hypertensieve crisis

A
  • Cocaïne-intoxicaties
  • Adrenerge crisis
  • Glomerulonefritis
  • Geaccelereerde primaire of secundaire hypertensie
  • Sclerodermie/vasculitis
  • Preëclampsie (zwangerschapsvergiftiging)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Klinische uitingen

A
  • LVH
  • Secundair hyperaldosteronisme
  • Hoofdpijn
  • Visuele beperking
  • Maagdarmklachten
  • Renale functiestoornissen
  • Hartfalen
  • Neurologische complicaties
  • Micro-angiopathische hemolytische anemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Retinopathie

A
  • Kleine bloedvaatjes in ogen komen onder druk te staan door hypertensie
  • Exsudaties
  • Bloedingen in oog
  • Bloedvaten kronkelen
  • Bloeddrukverlaging gewenst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hypertensieve encefalopathie

A

Subacuut organisch hersensyndroom door doorbraak vasodilatatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Symptomen encefalopathie

A
  • Hoofdpijn
  • Lethargie
  • Verwardheid
  • Verminderde visus/blindheid
  • Insulten
  • Coma
17
Q

Encefalopathie is gevolg van

A
  • Verstoring van bloed-hersenbarriere
  • Hersenoedeem
  • Micro-infarcten
  • Puntbloedingen
18
Q

Waar hypertensieve encefalopathie

A

In pariëto-occipitale regio bij a.basilaris

19
Q

Cerebrale autoregulatie

A
  • Bij een BD tussen 50-150 mmHg perfusie constant houden
  • Als BD hoger wordt zal er vasoconstrictie plaatsvinden om vaten achter arteriolen te beschermen
  • Als bloeddruk verder stijgt schiet verdedigingsmechanisme tekort en zal er doorbraak vasodilatatie zijn
20
Q

Beroerte

A
  • Acuut
  • Focale neurologische uitval
  • In fundus zitten geen bloedingen of exsudaten
  • Symptomen verergeren door bloeddrukverlaging
21
Q

Encefalopathie onderscheid

A
  • Subacuut
  • Diffuus neurologische uitval
  • Fundus graad 3 of 4
  • Verbeteren door bloeddrukverlaging
22
Q

Therapie micro-angiopatische hemolytische anemie

A

Verlagen bloeddruk

Labetalol