H11.6 Flashcards

1
Q

Drie verschil categorieën

A
  • Sekse/gender
  • Cultuur
  • Sociaaleconomische status
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gevolg categorieën?

A
  • Niet neutraal
  • Kunnen inclusiviteit frustreren
  • Leiden tot hokjes denken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hokjes denken

A
  • Pathologiseren
  • Verabsoluteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pathologiseren

A

Iets wordt als medische afwijkingen gedefinieerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verabsoluteren

A

Iets hard maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sekse

A

Lichamelijke verschillen in geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gender

A

Culturele verschillen van lichamelijke verschillen in geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een-sekse-model

A
  • Seksen zijn vergelijkbaar en geslachtsorganen ook
  • Man en vrouw hadden actieve seksualiteit: lust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Twee-seksen-model

A
  • Seksen waren fundamenteel verschillend
  • Vrouwen werden bepaald door geslachtsorganen en seksualiteit
  • Vrouwen hadden alleen passieve seksualiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hysterie

A
  • Vrouwelijke zenuwziekte
  • Vrouw was zieke en onderging behandeling
  • Man was degene die het verklaarde en behandelde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cultuur

A

Verzameling tradities, gebruiken en gedachtegoed gedeeld door een bepaalde groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hokjes denken door…

A
  • Geslacht
  • Rassen
  • Cultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Intersectionaliteit

A

Verschillende aspecten van iemands identiteit beïnvloeden elkaar en kunnen gevolgen hebben voor iemand positie in een bepaalde groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sociaaleconomische status

Voorbeeld

A

Mate waarin men mogelijkheid heeft maatschappelijk gewaardeerde goederen te creëren en consumeren

Roken bij lage SES, meer gezondheidsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly