H14.10 Flashcards
Twee typen dialyse
- Hemodialyse
- Peritoneaal dialyse (buikspoeling)
Hemodialyse
- Bloed vanuit lichaam langs semipermeabel membraan leiden
- Aan de andere kant zit dialysevloeistof
Wat zit er over het membraan?
Functie?
Countercurrent
Zorgt ervoor dat stoffen worden uitgewisseld
Semipermeabel membraan
- Poriegrootte van membraan bepaald wat er wel en niet doorheen kan
- Bicarbonaat, kalium en water wel
- Eiwitten niet
Diffusie
Verplaatsing deeltjes hoge naar lage concentratie
Osmose
- Waterverplaatsing
- Omgekeerde diffusie
- Wat naar hoogste concentratie
Ultrafiltraat met convectie
- Watertransport o.b.v. drukverschil
- Drijvende kracht is fysiek drukverschil
Klaring
Hoeveelheid plasma die in een gegeven tijd volledig wordt ontdaan van een bepaalde stof
ml/min
Gevolg als stof alleen wordt gefiltreerd en niet gesecreteerd of gereabsorbeerd
Klaring = GFR
Fistel
Verbinding tussen arterie en vene
PTFE (Goretex) shunt
- Vaatprothese kun je vastnaaien op een arterie en ader
- Gaten prikken in graft
- Naald groot
- 1 naald bloed aftappen
- 1 bloed terugvoeren
- 3x per week, dus 6 naalden
Als centrale vene om wat voor reden dan ook niet lukt om aan te prikken…
Katheter in:
- Vena subclavia (trombose)
- V. jugularis
- V. femoralis
Niet ademen, voerdraad in vena cava superior, katheter over voerdraad
Kunstnier
- 1000-2000 vezels
- Totale oppervlak 1,5-2 m2
- Fiber is hol, stroomt bloed doorheen
- In vezel poriën
Rol patiënt
- 3x per week 4-5 uur aan dialyse
- Vochtbeperking 500-750 ml per dag
- Dieet met eiwit, na, k, fosfaat beperking
- Bloeddrukverlagende medicatie
- Fosfaatbinders
- Vitamine B-C-D
- Bloedverdunners
- Erytropoëtine
Wat bevat dialysaat?
Waarom?
Bicarbonaat
Patiënten kunnen het zelf niet meer aanmaken aangezien zij geen nierfunctie meer hebben
Als ze dit niet toegediend krijgen worden ze acidotisch