H15.10 Flashcards

1
Q

In NL harttransplantaties

Wereldwijd

A

30-40 per jaar

4000 per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Eurotransplant

A

Samenwerking tussen transplantatiecentra, laboratoria en donor ziekenhuis uit 8 landen

  • 135.000.000 inwoners
  • 1601 donor ziekenhuis
  • 77 transplantatiecentra
  • 16000 mensen op wachtlijst
  • 7000 organen beschikbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Inidacties HTX

A
  • Eindstadium hartziekte waarbij alle conventionele behandeling optimaal benut zijn
  • Houden aan leefregels
  • Geen andere interventies meer mogelijk
  • Aanzienlijke verwachten winst in duur en kwaliteit van leven
  • Goede nier- en longfunctie
  • Geen andere pathologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Contra-indicaties HTX

A
  • Niet beïnvloedbare pulmonale hypertensie
  • Infecties
  • NI of LI
  • Ernstig vaatlijden buiten hart
  • Diabetes in combinatie met orgaanschade
  • Ziekten met beperkte prognose zoals kanker
  • Problemen bij behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Eindstadium hartfalen

A
  • NYHA 3 en 4
  • Ernstige vochtretentie, moeheid, dyspnoe, slechte eetlust, cachexie, frequente ziekenhuisopnames en tussendoor doorgaans aan huis gebondenheid

Allemaal het geval ondanks optimale behandeling met medicatie, volgen dieet en corrigeren oorzakelijke factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mechanische therapie

A

Geïndiceerd bij ernstig hartfalen waarbij CO dusdanig laag is dat de functie van alle organen wordt bedreigd (cardiogene shock)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mogelijkheden mechanische therapie

A
  • Intra-aortale ballonpomp (IABP)
  • ECMO
  • LVAD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Korte termijn x mechanische therapie

A
  • Beslissing verdere beleid
  • Burg naar herstel bij ernstig acuut hartfalen
  • Herstel eind-orgaanschade zodat je transplantabel wordt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lange termijn x mechanische therapie

A

Brug naar transplantatie of uiteindelijke behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Problemen HTX korte termijn voorkomen

A
  • Gezond donorhart
  • Goede preservatie
  • Korte ischemietijd
  • Longvaatweerstand die niet te hoog is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geleidingsproblemen voorkomen

A

Tijdelijke PM plaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Preventie acute rejectie

A

Immunosuppressiva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rejectie

A
  • Hartbiopt uit septum van RV dat via v. jugularis wordt bereikt
  • Leukocyten dan ontstekingsproces en afstoting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gevolg afstoting x myocyten

A

Afwijkende vorm en oedeem tussen spiercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Echo x afgestoten hart

A
  • Echogener (witter)
  • Stijver
  • Contraheert slechter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Teken van afstoting op echo

A
  • Inflammatie
  • Afstoting
  • Pericardvocht
  • Koorts
17
Q

Hoe coronairlijden voorkomen?

A

Percutane coronaire interventie

18
Q

Immunosuppressie x HTX direct daarna

A
  • Corticosteroïden
  • Anti-thymocytenglobuline (directe inactivatie T-cellen)
  • Orale medicatie
19
Q

Immunosuppressie bij ontslag

A
  • Tacrolimus
  • Mycophenolaat mofetil
  • Prednison
20
Q

Gevolg onderdrukking afweer

A
  • Infecties
  • Maligniteiten
21
Q

Specifiek gevolg immunosuppressiva

A
  • NI
  • Hypertensie
  • DM
  • Tremoren
  • Spierkrampen
  • Hirsutisme (overmatige haargroei)
  • Osteoporose (botontkalking)
  • Gingiva (tandvlees overgroei)
  • Cerebrale afwijkingen
22
Q

ECMO

A

Werkt op dezelfde manier als hart-longmachine, maar is kleiner

23
Q

Voordeel ECMO

A

Eigen longen kunnen ontzien worden

Kan maar enkele weken vanwege complicaties

24
Q

Vorm van steunhart?

Uitleg?

A

Tandem heart

Via lieskatheter een canule door atriumseptum, komt in LA, zuigt bloed weg

Andere canule arterieel inbrengen, bloed naar lichaam teruggevoerd zonder dat het bloed LV is gepasseerd

CO van ongeveer 5 l/min

25
Q

Oorzaken hartfalen?

A
  • Cardiomyopathie
  • Coronairlijden
  • Kleplijden
  • Congenitaal
26
Q

Harttransplantatie via orthotope/bi-atriale techniek

A

Achterwand atria blijft staan en wordt het nieuwe hart daar aan vast gehecht

27
Q

10 jaar na operatie

19 of jonger bij operatie, na 10 jaar

A

70% leeft nog
75% leeft nog