H12.5 Flashcards
1
Q
Aneurysma
A
Dilaterend vaatlijden waarbij de aorta kan scheuren
2
Q
Gevolg aorta retroperitoneaal?
A
- Plotse rugpijn
- Aandrang door druk op rectum
3
Q
Ruptuur klachten
A
- Misselijkheid
- Braken
- Zweten
- Hemodynamisch instabiel (hoge polsfrequentie en lage BD)
4
Q
Risicofactor aortaruptuur
A
Roken
5
Q
AAA
A
Permanente verwijding van de aorta met een diameter van minimaal 1,5x de wijdte van de normale diameter
6
Q
Normale diameter AA
A
1,5-2 cm
7
Q
Diameter AAA
A
Vanaf 3 cm
8
Q
Drie vormen aneurysma
A
- Sacculair
- Fusiform
- Pseudo
9
Q
Pseudo
A
- Lijkt op aneurysma, is bloeding
- Foutje chirurg of cardioloog
- Hematoom (bloeduitstorting)
10
Q
Fusiform
A
Bloedvat is in alle richtingen min of meer in gelijke mate aan het dilateren, omdat de wand ziek is
11
Q
Sacculair
A
- Aan 1 kant verzwakking van de wandlagen
- Aan 1 kant bolling
- Infectie, trauma, geruptureerde atherosclerotische plaque
12
Q
Waarom is sacculair instabiele dan fusiform?
A
Minder goede krachtverdeling op de wand
13
Q
Risicofactoren abdominale aneurysm
A
- Roken
- Man
- Leeftijd
- Hypertensie
- Hyperlipidemie
- Familiair
- Bindweefselaandoening
14
Q
Verschil aneurysma en atherosclerose?
A
Aneurysma is een degeneratief proces in adventitia
Atherosclerose is in intima
15
Q
Groei aneurysma
A
- Progressief
- Exponentieel