H14.1 Flashcards

1
Q

Waar bestaat creatinine uit?

A

Creatine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is creatine?

A

Stof dat in de spier voorkomen en in het lichaam gebruikt wordt als een soort batterij waarmee het lichaam energierijke fosfaatgroepen heen en weer kan vervoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Steady state x creatinine

A

Concentratie is nagenoeg constant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarvan is creatinine afhankelijk?

A
  • Geslacht
  • Leeftijd
  • Etniciteit
  • Lengte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Normale creatinine waarde

A

Onder 100 micromol/l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe creatinine bepalen?

A
  • Jaffé methode
  • Enzymatische methode
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Jaffé methode

A
  • Omzetting van creatinine m.b.v. picrinezuur en NaOH (zorgt voor alkalisch milieu)
  • Gevolg is kleurvorming in tijd
  • Rood oranje complex bij een golflengte van 520 nm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nadeel Jaffé methode

A

Gevoeligheid voor interferentie met meer dan 50 chromogenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Positieve interferentie

A
  • Uitslag foutief verhoogd
  • Ketonen en cefoxitine (antibioticum) reageren direct met alkalisch picraat
  • Geldt ook bij een hoog totaal eiwit en hyperglycemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Negatieve interferentie

A
  • Uitslag foutief verlaagd
  • Bilirubine (icterus) patiënten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Enzymatische methode x patiëntgroepen

A
  • DM type 1
  • Icterus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Werking enzymatische methode

A

Er vinden een aantal reacties plaats waar uiteindelijk een chromogeen uit ontstaat waarmee de uiteindelijke creatininebepaling wordt gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verlaagd creatinine

A
  • Lage spiermassa
  • Malnutritie
  • Interferentie door bilirubine
  • Antibioticum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verhoogd creatinine

A
  • NI
  • Hoge spiermassa
  • Creatine supplementen
  • Dieet met veel vlees
  • Spierafbraak
  • Hoge koorts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nadelen van gebruik van creatinine als parameter

A
  • Afhankelijk van leeftijd, geslacht, spiermassa en etniciteit
  • Wordt voor een heel klein deel gesecreteerd door tubuli wat kan leiden tot overschatting van nierfunctie bij sterk afgenomen glomerulaire filtratie
  • Bacteriën breken creatinine af bij urine langer aanwezig in kamertemperatuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Toename creatinine in bloed

A
  • Nierfunctie omlaag
  • Zeer hoog eiwit gebruik
  • Gebruik anabole steroïden
  • Grote spiermassa
  • Gebruik creatine supplementen
  • Gebruik bepaalde medicatie zoals probenecid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Analyse urine

A
  • Visualisatie
  • Macroscopisch uiterlijk
  • Chemische beoordeling
  • Microscopische beoordeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarvoor wordt proteïnurie gebruikt?

A

Indicator voor lekkage van eiwitten die terechtkomen in de urine

19
Q

Classificatie proteïnurie

A
  • Tubulaire proteïnurie
  • Overflow proteïnurie
  • Glomerulaire proteïnurie (meest voorkomend en significante vorm)
20
Q

Tubulaire proteïnurie

A
  • Filtratie door glomerulus
  • Geen tubulaire reabsorptie van eiwitten
  • Eiwit in urine
  • Lage sensitiviteit met dipstick
  • Laag-MW eiwitten in urine
  • Disfunctie voornamelijk in PPT
21
Q

Overflow proteïnurie

A

Massale aanvoer van eiwit door de glomerulus waarbij de tubulaire reabsorptie tekort schiet

22
Q

Glomerulaire proteïnurie

A

Glomerulus is normaal effectief in het voorkomen van eiwitverlies

23
Q

Hoe is glomerulus effectief?

A
  • Grootte selectiviteit en ladingsselectiviteit voor eiwitten
  • Albumine dat passeert wordt door de PT gereabsorbeerd
24
Q

Normaalwaarde eiwitten in urine

A

30 mg/dag

25
Q

Microalbuminurie

A

30-300 mg/dag

26
Q

Nefrotisch syndroom

A

> 3500 mg/dag

27
Q

Fout positieve interpretatie met dipstick

A
  • pH van alkalische urine <7.0
  • Ernstige hematurie
  • Hoog soortelijk gewicht >1030 kg/l
  • Oxiderende stoffen aanwezig
28
Q

Fout negatieve interpretatie proteïnurie met dipstick

A
  • Sterk verdunde urine
  • Of ziektetoestand waarin het dominante eiwit geen albumine is
  • Dipstick is gevoelig voor albumine
29
Q

Sediment

A

Bezinksel van urine

30
Q

Werking centrifuge

A
  • Vloeistof eraf gedecanteerd
  • Sediment met een beetje vloeistof op trillend rekje
  • Sediment van vloeistof gescheiden
  • Druppel onder microscoop
31
Q

Onder microscoop kijken naar…

A
  • Cilinders (cellen)
  • Erytrocyten (monomorf)
  • Lymfocyten (ontstekingsproces zoals blaasontsteking of glomerulonefritis)
32
Q

Cilinders

A

Eiwit afgietsels van tubuli

33
Q

Cellulaire cilinders

A
  • Erytrocyten
  • Leukocyten
  • Epitheelcellen
34
Q

Acellulaire cilinders

A
  • Hyaline
  • Vel
  • Granulair
35
Q

Waar worden cilinders gevormd?

A

Lis van Henle

36
Q

Hoe ontstaan cilinders?

A

Door aanwezige Tom Horsfall eiwitten die kristallen vormen

37
Q

Formule GFR

A

U*V/P

38
Q

GFR x steady state

A

ALTIJD constant ongeacht of er sprake is van een goede of slechte nierfunctie

39
Q

Wat gebruiken bij GFR schatten?

A

CKD-EPI methode

40
Q

CKD-EPI methode

A

Schatting maken o.b.v. serum creatinine, leeftijd en geslacht

41
Q

Chronische NI prerenaal of renaal?

A

RENAAL

Oorzaak is ooit prerenaal geweest, maar dan is de NI inmiddels renaal geworden (als blokkade wordt opgeheven blijft het probleem aanwezig)

42
Q

Cystatine C

A

Alleen maar gefiltreerd door nier

Niet afhankelijk van leeftijd, geslacht, lichaamssamenstelling en spiermassa

43
Q

Waarvan is cystatine C wel afhankelijk?

A

Kernhoudende cellen, omdat het wordt geproduceerd door deze cellen

Normaal weinig tot geen cystatine C in urine aangezien het volledig wordt gereabsorbeerd door de tubuli