H13.8 Flashcards

1
Q

Meest belangrijke diagnosticum voor diagnosticeren ritmestoornissen?

A

12-afleidingen ECG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klachten tijdens inspanning

A

(Fiets)ergometrie ECG maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Holter

Nadeel

A

24 uur ritme monitoren

Alle metingen moet handmatig worden gecontroleerd en er zijn slechts 3 kanalen beschikbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Event recorder

Nadeel

A
  • Optie voor nog langere tijd
  • Maand
  • Zodra klachten dan aansluiten (3 elektroden) zodat er op het juiste moment metingen worden verricht

Heeft slechts 1 kanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Implantable loop recorder (ILR)

A
  • Gemakkelijk onder huid
  • Info naar ziekenhuis sturen
  • Batterijduur is 3 jaar
  • Hardnekkige stoornissen vangen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Heart Rate Variability

A

Zegt iets over innervatie van het hart

Verlaagd? -> verhoogde kans op sudden cardiac death

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Signal averaged ECG

A

Voor zeldzame aritmogene rechter ventrikel myopathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

T-wave alternans

A

Geeft variaties van T-toppen die plotse dood kan voorspellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

TILT-test

A
  • Vastgebonden op tafel
  • BD en HF meten tijden kantelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Neurovegetatieve reactie x TILT

A
  • Eerst daling BD
  • Daarna stijging HF
  • Syncope
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sinus carotis massage

A
  • Vorm van diagnostiek
  • Sterke vagale inhibitie van het hart
  • Pauzes van 1 minuut ervaren
  • Reden van syncopes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vaughan Williams classificatie

A
  • Medicijnen voor hartritmestoornissen
  • Klasse 2 en 4 -> AV-knoop
  • Klasse 1 en 3 -> actiepotentiaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Klasse 1

A

Natriumkanaalblokker
-> Flecainide
-> Propafenon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Klasse 2

A

Betablokker
-> -olol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Klasse 3

A

Calciumkanaal veranderen
Actiepotentiaal verlengen
-> Amiodaron
-> Sotalol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Klasse 4

A

Calciumblokkers
Verminderen plateaufase
-> Verapamil
-> Diltiazem

17
Q

Klasse 5

A

Overige anti-aritmica
-> Adenosine
-> Digoxine

18
Q

Niet-medicamenteuze behandeling

A
  • Ablatie
  • Reanimatie
  • Device therapie
19
Q

Ablatie

A

Met catheters de geleiding van het hart meten om vervolgens precieze littekens te kunnen aanbrengen die processen als re-entry kunnen verhinderen

20
Q

Reanimatie

A

30 borstcompressies en 2 beademingen

AED voor VT of VF

21
Q

Temporary pacing

A
  • Transcutaan (PM)
  • Transveneus (draden)
22
Q

Eendraads PM

A
  • VVI
  • AAI
23
Q

VVI-PM

A

Chronisch atriumfibrilleren

24
Q

AAI-PM

A

Sinusknoopdisfunctie (zonder AV-blokkade)

25
Q

Tweedraads katheter

A
  • Met AV-blok
  • Zodat ventrikelcontractie kan volgen op boezemcontractie
26
Q

Biventriculaire PM of CRT-P

A
  • Driekamersysteem
  • Linker, rechter atrium en linker ventrikel
  • Ernstig hartfalen met geleidingsstoornissen
27
Q

Implantable PM circuit bestaat uit…

A
  • Implantable pulse generator (IPG)
  • Draden (kathode/anode)
  • Lichaamsweefsel
28
Q

Indicaties voor PM

A
  • Sick Sinus syndrome
  • Sinusbradycardie met klachten
  • AV-blok (altijd derdegraads blok, tweedegraads soms)
  • Wenckebach-gedrag soms
29
Q

Indicatie CRT

Wanneer geen CRT nodig?

A

Bundeltakblok met hartfalen

Zonder verbreed QRS-complex is er gen CRT nodig

30
Q

ICD

A
  • Shock geven
  • Serie pulsjes
31
Q

Indicaties ICD

A
  • Al een keer VT of VF gehad en geen reversibele oorzaken
  • Aanhoudende VT